1.3 Wat wordt de prijs?

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.3 Wat wordt de prijs?


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.3 Wat wordt de prijs?


Slide 1 - Diapositive

Herhalen leerdoelen
Leerdoelen:

Nu:
  • weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent √
  • kun je de brutowinst berekenen .√
  • weet je wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven.√
  • kun je de nettowinst berekenen.√

Slide 2 - Diapositive

1.3 Wat wordt de prijs?
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les 

  • kun je voor een winkelier de verkoopprijs berekenen;
  • kun je uitleggen wat belasting en btw zijn en weet je waarom btw een indirecte belasting is;

Slide 3 - Diapositive

Waarom deze prijs?
Een winkelier heeft te maken met verschillende bedragen:

  • inkoopprijs:
De prijs die een winkelier betaalt voor een product dat hij later wil verkopen.

  • brutowinstopslag:
Een bedrag dat een winkelier bij de inkoopprijs optelt voor kosten en winst.

  • verkoopprijs:
Het bedrag dat een winkelier voor een product krijgt.


Slide 4 - Diapositive

Hoeveel winst blijft er over?
Je berekent de verkoopprijs als volgt.


De inkoopprijs is € 640
De brutowinstopslag is 45%

Stap 1 Bereken de brutowinstopslag met een verhoudingstabel: €640:100x45= €288
Stap 2 Tel de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs:
De verkoopprijs wordt € 640 + € 288 = €928























Slide 5 - Diapositive

Is de prijs te hoog?

Slide 6 - Diapositive

Belasting betalen in de winkel
Belasting = een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen.

Als je iets koopt, betaal je belasting over de toegevoegde waarde (btw):
  • 21% van de verkoopprijs;
  •  9% van de verkoopprijs (levensmiddelen, boeken, medicijnen)

Btw betaal je via de winkelier aan de overheid. 
Dit is een daarom indirecte belasting.


Slide 7 - Diapositive

De prijs voor de consument
De winkelier telt de btw op bij de verkoopprijs.
Aan de kassa betaal je de: consumentenprijs.





  • Stap 1 Bereken de btw. verhoudingstabel!  €55 : 100 * 21 = €11,55
  • Stap 2 Tel de btw op bij de verkoopprijs. €55 + € 11,55 = €66,55


Slide 8 - Diapositive

Hoeveel was de prijs zonder 21% btw?
Je kunt terugrekenen van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw.

Je berekent de prijs exclusief 21% btw als volgt.




Stap 1: Bepaal hoeveel procent de consumentenprijs is: 121%
Stap 2: Verhoudingstabel! €459,80 ÷ 121  x 100 = €3,80

























Slide 9 - Diapositive

Hoeveel was de prijs zonder 9% btw?
Je kunt terugrekenen van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw.

Je berekent de prijs exclusief 9% btw als volgt.




Stap 1: Bepaal hoeveel procent de consumentenprijs is: 109%
Stap 2: Verhoudingstabel! €5,45 ÷ 109 × 100 = €5


























Slide 10 - Diapositive

Opgave 6 blz 27:

a Wat wordt bedoeld met de consumentenprijs?

Slide 11 - Question ouverte

Opgave 6 blz 27:

b Bereken de btw

Slide 12 - Question ouverte

Opgave 6 blz 27:

c Bereken de consumentenprijs

Slide 13 - Question ouverte

Opgave 7 blz 28: Verhoudingstabellen maken!





Vragen?

Slide 14 - Diapositive

Opgave 8 blz 28

a Kruis het juiste antwoord aan. De prijs exclusief btw is hetzelfde als de ...
A
consumentenprijs
B
inkoopprijs
C
verkoopprijs

Slide 15 - Quiz

Opgave 8 blz 28:

c Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 16 - Question ouverte

Opgave 8 blz 28:

d Bereken in één keer de prijs exclusief btw.

Slide 17 - Question ouverte

Opgave 9 blz 29:

Bereken in één keer de prijs exclusief btw van deze kruidnoten.

Slide 18 - Question ouverte

Opgave 10 blz 29:

a Voor de taart betaal je € 16,35. De btw is 9%.
Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 19 - Question ouverte

Opgave 10 blz 29

b Voor de cola betaal je € 2,15. Wat is de prijs exclusief btw?
Kruis het juiste antwoord aan.

Gebruik een verhoudingstabel!
A
€ 1,78
B
€ 1,97
C
€ 2,34
D
€ 2,60

Slide 20 - Quiz

Afsluiten
Leerdoelen:

Nu:
  • kun je voor een winkelier de verkoopprijs berekenen; √
  • kun je uitleggen wat belasting en btw zijn en weet je waarom btw een indirecte belasting is;√
  • kun je de consumentenprijs berekenen; √
  • kun je vanuit de consumentenprijs terugrekenen naar de prijs exclusief btw.√

Slide 21 - Diapositive