Waarnemen, Observeren & Rapporteren (SOAP)

Waarnemen, Observeren & Rapporteren (SOAP)
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waarnemen, Observeren & Rapporteren (SOAP)

Slide 1 - Diapositive

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 5 - Diapositive

Observeren
Ga in het gebouw iemand observeren
doe dit 4 minuten maar zorg dat degene die je observeert het niet ziet.
Schrijf op wat je ziet

Slide 6 - Diapositive

Observeren

  • Bewust, doelgericht iets waarnemen
  • Observeren heeft altijd een bepaald doel, bijvoorbeeld gedrag van een zorgvrager in kaart brengen
  • Ook gebruik van al je zintuigen

Slide 7 - Diapositive

Objectief en subjectief observeren
-> Wanneer je observeert, is het van belang dat je niet interpreteer. Je blijft dus zo objectief mogelijk

-> Bij objectief observeren mag je je niet laten beïnvloeden door je eigen mening, ervaring, betrokkenheid (dit noem je subjectief)

DUS; 
Objectief: op feiten gebaseerd
Subjectief: op eigen mening gebaseerd 

Slide 8 - Diapositive

Even oefenen..
Zijn de volgende zinnen objectief of subjectief?

  1.  Zij was erg slordig gekleed.
  2. Het meisje komt de winkel binnen en loopt naar de winterjas
  3. Toen het Joost voor de derde keer niet lukte, gooide hij de puzzel op de grond
  4. Die lamp is waanzinnig duur
  5. De jongen kijkt op zijn horloge
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Met je eigen observatie aan de slag
Hoe vaak heb je een emotie omschreven, probeer deze eens concreet te maken
Bespreken in 3-4 tallen

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je nodig voor een goede observatie? 

  1.  Geen haast, hoofd leeg
  2.  Kijk als een ander denkt dat je niet kijkt
  3.  Observeer meerdere keren in verschillende situaties
  4.  Bedenk/ bespreek jouw interpretatie

Slide 11 - Diapositive

Valkuilen
  • Vooroordelen positief en negatief
  • Interesse
  • Emoties
  • Eerder opgedane ervaringen
  • Vermoeidheid
  • Je checkt je observaties niet

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Observatieplan
Een observatieplan stel je op, omdat je niet zomaar kunt observeren.  Dit overleg je vooraf bijvoorbeeld met je begeleider
Observeren is dus doelgericht! 

Om doelgericht te werken, moet je precies weten wat je moet doen. 
Dit beschrijf je in een observatieplan


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Stappenplan
  1. de aanleiding voor de observatie;
  2. wie je observeert en met welk doel, en de vraagstelling;
  3. Inventariseer het concrete gedrag;
  4. bepaal de observatiecategorieën;
  5. Kies de observatie methode en bepaal de werkwijze;
  6. Bepaal de plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerders van de observatie
  7. beschrijf de algemene gegevens







Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Rapporteren

Slide 23 - Diapositive

SOAP methode

S:  Subjectieve gegevens
O:  Objectieve gegevens
A:  Analyse van het probleem
P:  Planning

Slide 24 - Diapositive

SOAP methode

Slide 25 - Diapositive

SOAP methode
Objectief: 
De directe observatie van de situatie 
Het gedrag van de zorgvrager zoals de medewerker dit waarneemt.

Slide 26 - Diapositive

SOAP methode
Analyse: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.

Slide 27 - Diapositive

SOAP methode
Plan: 
Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 28 - Diapositive

Gestelde eisen / tips
- Schrijf respectvol;
- Vermeld afspraken;
- Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij jouw mening geeft;
- Rapporteer niet vanuit emotie;
- Stel geen diagnose als je niet bevoegd bent;
- Vermijd vaktaal en afkortingen;
- Let op taal-, schrijf- en typfouten;
- Schrijf kort, krachtig en volledig.

Slide 29 - Diapositive

Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe
niet objectief


S: Mevrouw geeft aan haar familie te missen
O: De familie van mevrouw komt één keer per maand op bezoek
A: In de beleving van mevrouw is dit te weinig
P: Bespreekbaar maken met familie. Ik zal contact opnemen met de eerste contactpersoon en dit bespreekbaar maken.

Slide 30 - Diapositive

Meneer was erg onrustig
Dit is niet concreet. Hoe uit deze onrust zich?

S: Dhr. voelt zich erg onrustig
O: Dhr. liep heen en weer over de gang. Dhr. stond tijdens de middagmaaltijd 5 keer op en riep hard "hallo" door de gang. Dhr. kon niet gerustgesteld worden.
A: Toename van de onrust ten opzichte van gisteren.
P: De komende drie dagen de onrust van dhr. observeren en rapporteren op de volgende tijdstippen: 8, 14 en 21 uur. Indien er na deze drie dagen geen verbetering zichtbaar is, overleg met arts of psycholoog.

Slide 31 - Diapositive

SOAP methode
  • De SOAP-methode structureert het rapporteren. 
  • Beter overzicht 
  • biedt veel mogelijkheden om beter te observeren, 
  • biedt mogelijkheden om te analyseren
  • zorgt voor betere zorgplannen 

Slide 32 - Diapositive

OBSERVATIELIJSTEN
https://www.zorgvoorbeter.nl/dementie/observatie-instrumenten

Slide 33 - Diapositive