Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Hoofdletters en punten
Slide 1 - Diapositive
Wat ga ik leren?
1. Ik leer wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken.
2. Ik leer wanneer ik een punt moet gebruiken.
3. Zo leer ik goede zinnen te schrijven :)
Slide 2 - Diapositive
Laten we de tekst hieronder eens lezen
hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken
zoals je ziet mist deze hele tekst hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en hoofdletters gebruiken we om teksten
makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het wel wanneer gebruik je een hoofdletter en een punt dat gaan we nu leren
Wel blijven ademen tijdens het voorlezen!
Slide 3 - Diapositive
Dit leest veel makkelijker
Hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling, hoofdletters en leestekens. Je leert
wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken.
Zoals je ziet mist deze hele tekst hoofdletters en punten. Wat vind jij daarvan? Leest het
makkelijk of leest het juist moeilijk? Leestekens en hoofdletters gebruiken we om teksten
makkelijker te kunnen lezen. Dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout. Maar hoe
moet het wel? Wanneer gebruik je een hoofdletter en een punt? Dat gaan we nu leren.
Slide 4 - Diapositive
Hoofdletters
Waarom gebruiken we hoofdletters?
1. Hoofdletters maken een tekst duidelijker en makkelijker te lezen.
2. De lezer kan de tekst daardoor veel beter begrijpen.
Slide 5 - Diapositive
Wanneer een hoofdletter?
- Eerste woord van een zin.
- Eerste letter van een naam.
- Steden, dorpen, landen, talen.
- Merken (Coca-Cola, Lays...). - Feestdagen (Kerst, Sinterklaas...). - Heilige personen en objecten (God, Allah, Bijbel, Koran, Katholiek).
Slide 6 - Diapositive
Hoofdletter bij namen van personen
- Je schrijft een hoofdletter bij de voor- en achternaam: Femke Jansen
- Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter: --> mevr. de Vries --> Bert van der Brink --> fam. Berkmans