Quiz Europa

Quiz Europa
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz Europa

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gingen de Europese landen samenwerken na de Tweede Wereldoorlog?
A
Om een nieuwe oorlog te krijgen
B
Om de economie beter te maken
C
Om een Europese Unie op te richten
D
Om een nieuwe oorlog te voorkomen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep alle blauwe hokjes naar de goede rode hokjes.
Benelux
EGKS
EEG
EU

1992

1957

1944

1951

Regeling productie kolen en staal

Economische samenwerking met vrij verkeer van goederen

Verschillende onderwerpen

Vrij verkeer van goederen en mensen

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke landen deden vanaf het begin mee aan de Europese Samenwerking?
A
België, Nederland , Luxemburg, Sovjet-Unie
B
België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk
C
België, Nederland, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk, Italië

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk land hoort er niet meer bij de EU?
A
Italië
B
Groot-Brittannië
C
Ierland
D
Polen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kopen van producten uit het buitenland en het verkopen van producten aan het buitenland noem je ..

A
Transitohandel
B
Internationale handel
C
Doorvoer

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn Vreemde Valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als munteenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De landen waar je met de euro kunt betalen vormen samen de eurozone.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 25 landen lid van de Europese Unie.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Europese Unie heeft meer inwoners dan de Verenigde Staten.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 11 - Quiz

De Europese Unie heeft op dit moment ongeveer 508 miljoen inwoners. De VS rond de 326 miljoen.
Met de Euro kun je in de hele EU betalen (als regulier betaalmiddel).
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noorwegen is lid van de EU.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is import?
A
Goederen worden uitgevoerd.
B
Goederen worden ingevoerd.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn nadelen van vreemde valuta?
Wat zijn nadelen van vreemde valuta?
Vraag
A
De wisselkoers van vreemde valuta varieert
B
Je kunt ermee betalen in andere landen
C
Je kunt gemakkelijk prijzen vergelijken

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions