§4 De stad verandert

§4 De stad verandert
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§4 De stad verandert

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Herhaling §3
- Uitleg §4
- Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Wat is een forens?

Slide 3 - Question ouverte

Wat zijn vertrekredenen? En noem een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent mobiliteit?
A
Redenen waarom je naar een gebied gaat
B
Hoe makkelijk je ergens kan komen
C
Dat heeft te maken met een mobiele telefoon
D
De mogelijkheid die mensen hebben om zich te verplaatsen

Slide 5 - Quiz

Het aantal mensen verandert
Het aantal mensen dat in een gebied woont, verandert door vier factoren, namelijk: geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.

Slide 6 - Diapositive

1. Geboorte zorgt ervoor dat er meer mensen erbij komen. 
  1. Geboortecijfer = het aantal geboren baby's in een jaar per duizend inwoners.

Slide 7 - Diapositive

   2. De sterfte zorgt ervoor dat de bevolking kleiner wordt.

Sterftecijfer = geeft het aantal overleden personen in een gebied per jaar, per duizend inwoners weer.
             
            De geboorte - de sterfte = de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 8 - Diapositive

   3. Mensen die zich in een land vestigen (immigranten). 

Slide 9 - Diapositive

   4. Emigranten gaan weg uit een land, zij vertrekken.
- Het verschil tussen emigratie of immigratie bepaalt of de bevolking groeit of krimpt. 
- Als er meer immigranten zijn dan emigranten, is er een vestigingsoverschot.
- Als er meer emigranten zijn dan immigranten, is een
vertrekoverschot.

             De immigratie - emigratie = sociale bevolkingsgroei.

Slide 10 - Diapositive

De samenstelling van de bevolking verandert
De bevolking van de steden verandert. Mensen worden ouder, er worden kinderen geboren en er zijn mensen die zich vestigen of die vertrekken.

  • Er worden minder kinderen geboren dan vroeger. Het aandeel kinderen in de totale bevolking wordt daardoor kleiner, het aantal ouderen groter!
  • In kleine dorpen ver van de steden trekken jongeren weg. De mensen die achterblijven zijn vaak oud of laagopgeleid.             Bijv. Zeeland of Limburg.
  • Er komen meer mensen in de steden wonen, voornamelijk mensen uit het buitenland. Gevolg: veel verschillende culturen in de steden.

Slide 11 - Diapositive

De bebouwing verandert
  • Als de bevolking verandert, verandert de stad ook. Er zijn bijvoorbeeld meer huizen nodig door de veranderende bevolking.

  • Door technische ontwikkelingen en nieuwe kennis veranderen steden ook. Mensen kopen meer via internet, met als gevolg dat winkels in steden sluiten.


Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Les:
Maak de volgende opdrachten van §4 in je werkboek:

Slide 13 - Diapositive