Disk Thema 2 Bellen en mailen

Welkom!

Nederlands/NT2




1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Nederlands/NT2




Slide 1 - Diapositive

DISK- thema 2

Bellen en mailen


Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Taak 1
  • Nieuwe woorden 'bellen en mailen'
  • Werken in boekje 
  • Werken laptop
  • Liedje
  • Jeugdjournaal


Slide 3 - Diapositive

Wat ga ik leren?

  • Je leert nieuwe woorden van het thema 'bellen en mailen'.

Slide 4 - Diapositive

In dit thema oefen je met bellen en mailen.

Slide 5 - Diapositive

spreken

Slide 6 - Diapositive

Lees dialoog 1.  De docent speelt de leerling.
Lees daarna dialoog 2.

Wat zijn de verschillen?
Bel jij zelf wel eens af?
Praat je dan anders dan tegen vrienden?


Slide 7 - Diapositive

Schrijf een tip om een goed telefoongesprek te voeren.

Slide 8 - Question ouverte

Ik word wakker en voel me ziek.

Wat moet ik doen?

Wat gebeurt er als ik niet afbel?

Slide 9 - Diapositive

Nieuwe woorden leren
Schrijf de vertaling op de woordenlijst.

Slide 10 - Diapositive

's ochtends
  • in de ochtend
  • van 7.00 - 12.00  uur
  • zin: Ik drink 's ochtends altijd koffie.
  • zin: 's Ochtends om half 9 begint de school. 

Slide 11 - Diapositive

's avonds
  • in de avond
  • van 18.00 - 0.00 uur
  • zin: Ik drink 's avonds altijd melk.
  • zin: 's Avonds is het donker. 

Slide 12 - Diapositive

's middags
  • in de middag
  • van 12-18 uur
  • zin: De leerlingen zijn            's middags vrij. 

Slide 13 - Diapositive

's nachts
  • in de nacht
  • van 0.00 - 7.00 uur
  • zin: Ik droom 's nachts. 

Slide 14 - Diapositive

aardig
  • lief 
  • vriendelijk
  • zin: De leerling is heel aardig.
  • zin: De aardige buurman verhuist morgen.

Slide 15 - Diapositive

de afspraak
  • dat wat je afspreekt
  • waar - wanneer - waarom
  • de afspraak - de afspraken
  • zin: Ik heb een afspraak bij de dokter.
  • zin: Morgen gaat de afspraak niet door. 

Slide 16 - Diapositive

al
  • eerder dan je dacht 
  • zin: Ik ben al klaar.
  • zin: Ik ga al naar huis.
  • zin: Het is al tijd.
  • zin: Ik ga nu al naar bed.

Slide 17 - Diapositive

bellen
  • contact hebben met iemand met een telefoon
  • werkwoord 
  • ik bel - wij bellen
  • zin: Ik bel met mijn broer.
  • zin: Ik ga de dokter bellen.

Slide 18 - Diapositive

beter
  • goed - beter - best 
  • zin: Ik ben beter in taal dan in rekenen.
  • zin: Elke dag wordt mijn Nederlands beter.

Slide 19 - Diapositive

de brief
  • tekst op papier
  • stuurt het naar iemand
  • envelop + postzegel
  • de brief - de brieven
  • zin: Ik schrijf een lange brief.
  • zin: Hij krijgt een brief. 

Slide 20 - Diapositive

dan = than, then

Ik ben ouder dan mijn zusje.

Eerst gaan we naar de supermarkt en dan gaan we naar de les.

Slide 21 - Diapositive

de datum
  •  dag
  • maand
  • jaar
  • de datum - de datums
  • zin: Op die datum ben ik vrij.
  • zin: Die datum is pas volgend jaar.

Slide 22 - Diapositive

de dochter
  • meisje
  • kind van iemand
  • de dochter - de dochters
  • zin: Ik heb drie dochters.
  • zin : Zij is de dochter van die mevrouw.  

Slide 23 - Diapositive

De dokter
         De dokter - de dokters

  • Zin: De dokter kijkt in mijn ogen en in mijn oren.
  • Zin: De dokter zegt dat ik veel moet slapen. 

Slide 24 - Diapositive

eerst
  • vóór iemand anders
  • vóór iets

  • zin: Ik ben eerst aan de beurt.
  • zin: Ik ga eerst naar school en dan eten koken. 
15

Slide 25 - Diapositive

Luister naar de tekst 
beantwoord daarna de vragen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Joan belt voor een nieuwe afspraak bij de tandarts.

A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

De nieuwe afspraak is op dinsdag om 15.30 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Het is makkelijk om een nieuwe afspraak te maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

De assistente vindt het vervelend dat Joan afbelt.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

DISK
Lezen
Luisteren
Spreken
Schrijven
Woordenschat


Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Vragen
  • Hoe lang hebben ze gewacht?
  • Wanneer bellen Freek en Suzan elkaar?
  • Welke activiteit doen ze?

Slide 37 - Diapositive

Pak je laptop

Slide 38 - Diapositive


Ik ben ........... heel lang op school.
A
datum
B
al
C
bellen
D
afspraak

Slide 39 - Quiz

Ik beloof de docent dat ik op tijd kom.
Dat is een .......................
1
A
dag
B
datum
C
afspraak
D
beter

Slide 40 - Quiz


1
A
Hij belt.
B
Hij loopt.
C
Hij schrijft.
D
Zij belt.

Slide 41 - Quiz

Hij is nog niet ...............................
1
A
aardig
B
afspraak
C
beter
D
ziek

Slide 42 - Quiz

Ik mag hier .......................
1

Slide 43 - Question ouverte

Latifa was ziek.
Wat vraag je als ze weer op school is?
Gebruik het woord: beter
1

Slide 44 - Question ouverte

Ik help jou.
Dat is ....................
1
A
nooit
B
beter
C
bellen
D
aardig

Slide 45 - Quiz

Ik zit naast een leerling.
Wij werken ..................
6
A
's avonds
B
nooit
C
samen
D
regel

Slide 46 - Quiz

Wat is een regel in de klas?
timer
2:00
6

Slide 47 - Question ouverte

Ik ga ................. niet naar school.
6
A
's mogens
B
's morgens
C
's avonds
D
's avons

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Lien

Jeugdjournaal
Kijk het jeugdjournaal hier:

Slide 51 - Diapositive

Goed gewerkt

Slide 52 - Diapositive