Deviant op weg naar 1F thema 6 moeilijke woorden deel 1

Nederlands
Thema 6 hoofdstuk 1

Moeilijke woorden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Thema 6 hoofdstuk 1

Moeilijke woorden

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van deze les:

Ken je de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 6

Slide 2 - Diapositive

Start
Blz 187 en 188

We lezen en bespreken de moeilijke woorden en hun betekenissen
Zijn alle woorden duidelijk?

Slide 3 - Diapositive

Samen oefenen
Je krijgt zometeen 5 plaatjes en/ of zinnen te zien

Weet jij welk woord erbij hoort?

Probeer het te doen zonder in je boek te kijken

Slide 4 - Diapositive

Welk woord past bij het plaatje?

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord:
"een baan waarvoor iemand gezocht wordt."

Slide 6 - Question ouverte

Welk woord past bij deze betekenis?
"het geld dat je verdient met jouw werk."

A
Doekoes
B
Werken
C
Salaris
D
Uitzendbureau

Slide 7 - Quiz

Welk woord past bij deze betekenis?
"voltijd, ongeveer 40 uur per week."

Slide 8 - Question ouverte

puzzelen
Op de volgende dia's staan woorden uit het woordblok.
De letters staan door elkaar.
Weet jij welk woord er staat?
Spieken mag als je het niet weet.

Slide 9 - Diapositive

Puzzelen: welk woord staat hier?
IEZNT

Slide 10 - Question ouverte

Puzzelen: welk woord staat hier?
VITOMTIAE

Slide 11 - Question ouverte

Puzzelen: welk woord staat hier?
LLOGACE

Slide 12 - Question ouverte

Puzzelen: welk woord staat hier?
PTTRAMIE

Slide 13 - Question ouverte

Nederlands
Thema 6 hoofdstuk 1

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 14 - Diapositive

Half werk leveren

Slide 15 - Question ouverte

Je beste beentje voorzetten

Slide 16 - Question ouverte

Er is werk aan de winkel

Slide 17 - Question ouverte

Werken als een paard

Slide 18 - Question ouverte

Maken
timer
15:00
Blz 191 opdracht 4:
Schrijf de woorden in je schrift.

Klaar? 
vraag het knipblad van opdracht 2 aan je docent

Slide 19 - Diapositive

Nakijken

Opdracht 4

Slide 20 - Diapositive