Hoofdstuk 2.1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2: Grip op je knip

Paragraaf 2: Heb jij inkomsten?

Planning 

• Herhaling theorie paragraaf 1
• Rekenopdrachten bespreken paragraaf 1

Inkomen in natura valt onder ...

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit overdracht
3. Inkomen uit bezit
4. Overheidsinkomen

Huur is een voorbeeld van ...

1. inkomen uit arbeid
2. inkomen uit bezit
3. inkomen uit overdrachten

Een bijstandsuitkering is een voorbeeld van:

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Inkomen uit overdrachten

Rente is een voorbeeld van ...

1. inkomen uit arbeid
2. inkomen uit bezit
3. inkomen uit overdrachten

Zakgeld is een voorbeeld van ...

1. inkomen uit arbeid
2. inkomen uit bezit
3. inkomen uit overdrachten

Je hebt een inkomen van €2860 per maand. 90% hiervan ontvang je uit arbeid. Hoeveel euro verdien je uit arbeid?

1. €286
2. €2860
3. €2574
4. €3146

Twan verdient €50 per week. Hoeveel verdient Twan per maand? Tip: x4 is FOUT!!!

Vraag 12a: Tim werkt 5 uur per week bij de bakker en verdient €3,13 per uur. Hoeveel verdien je per week?

Vraag 12.b Tim verdient €15,65 per week hoeveel is dat per maand?

1. €62,60
2. €67,82
3. 67,81
4. Geen idee snap er niks van

Vraag 13: Je krijgt iedere week €12 zakgeld van je ouders. Hiervan besteed je €3 aan snacks. Hoeveel procent van je zakgeld besteed je aan snacks?

Vraag 14: Met je verjaardag word je zakgeld verhoogd tot €15 per week. Je gaat juist minder snacken, nog maar €2,50 per week. Hoeveel procent van je zakgeld geef je nu aan snacks uit?

Vraag 15a: Iedere maand krijg je €50 zakgeld. Hoeveel zakgeld krijg je per jaar?

Vraag 15.b Ellen krijgt €175 voor haar verjaardag. Hoeveel procent is dat van haar totale inkomen van €600?