2BK 2.3 Lezen Signaalwoorden tegenstelling + voorbeeld

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2 Basis                     Lezen 2.3

Doelen van deze les

Je weet welke signaalwoorden een opsomming aankondigen

Je weet welke signaalwoorden een tegenstelling aankondigen

Je weet welke signaalwoorden een voorbeeld aankondigen 

Je oefent zelfstandig met de leerstof

Je leest uit het boek van jouw keuze

Al jouw vragen zijn gesteld én beantwoord

Eerst even terugkijken

Uit welke onderdelen is een tekst opgebouwd?

Welke functie kan de inleiding van een tekst hebben?

Welke manieren van lezen ken je?

signaalwoorden

Wat zijn signaalwoorden?

In bijna elke tekst staan signaalwoorden. 

Signaalwoorden geven je een teken, zodat je weet wat woorden, zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. 

Dat noem je een tekstverband. 

signaalwoorden opsomming

Deze signaalwoorden  geven je een teken dat er dingen achter elkaar opgenoemd gaan worden. Dat noem je een opsomming. Hieronder zie je nog meer woorden die je een teken geven voor een opsomming.

Voorbeeld: Ik heb veel hobby’s. Ten eerste game ik veel. Verder houd ik van lezen. Daarnaast sport ik twee keer week.

Signaalwoorden bij een tegenstelling

 Bij een tegenstelling kloppen twee woorden of zinnen niet met elkaar of betekenen ze het tegenovergestelde.

Voorbeeld:

De weerman voorspelde mooi weer, maar het regende pijpenstelen.

Signaalwoord: maar.

Tegenstelling: mooi weer – het regende pijpenstelen.

Signaalwoorden bij een voorbeeld

 Een voorbeeld geeft uitleg. Door een voorbeeld weet je vaak meteen wat er bedoeld wordt:

Er zijn allerlei manieren om energie te besparen, zoals spaarlampen gebruiken, de verwarming een graadje lager zetten en niet te lang douchen.

Ik heb de toets goed geleerd, maar kreeg een laag cijfer

1. Maar = signaalwoord voor opsomming
2. Maar = signaalwoord voor tegenstelling
3. Maar = signaalwoord voor voorbeeld
4. Maar = signaalwoord voor toets

Je kunt op verschillende manieren leren, zoals met Lesson Up, uit het boek of online.

1. zoals= signaalwoord voor leren
2. zoals= signaalwoord voor tegenstelling
3. zoals= signaalwoord voor opsomming
4. zoals= signaalwoord voor voorbeeld

Wat gaan we doen? Samen.....

Ik lees tekst 1 nauwkeurig voor. We maken samen opdracht 2 a, b en c.
Daarna lees ik tekst 2 nauwkeurig voor en maken we samen opdracht 3 a, b en c.
Tot slot lees ik de leertekst van opdracht 4 voor.

Let op!

Zelfstandig maak je opdracht 1, 4, 5, 6, 7, 8 en 9

Huiswerk:

Zorg ervoor dat je opdracht 1 t/m 9 van blz. 95 t/m 100 afhebt voor dinsdag.

Klaar?

                  Dan ga je lekker lezen.....

Doelen van deze les

Je weet welke signaalwoorden een opsomming aankondigen

Je weet welke signaalwoorden een tegenstelling aankondigen

Je weet welke signaalwoorden een voorbeeld aankondigen 

Je oefent zelfstandig met de leerstof

Je leest uit het boek van jouw keuze

Al jouw vragen zijn gesteld én beantwoord

Wat heb jij gedaan om de doelen van vandaag te bereiken?

welke doelen heb jij vandaag gehaald?

Je huiswerk staat op ......