Oefentoets Conflicten hoofdstuk 4 AK 3HV

Oefentoets H4
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H4

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

Hoe noem het als een volk zich wil afscheiden van een land?
A
Internationale conflicten
B
Nationalisme
C
Seperatisme
D
Regionalisme

Slide 3 - Quiz

Hoe noem het als een volk zich wil afscheiden van een land?
A
Internationale conflicten
B
Nationalisme
C
Seperatisme
D
Regionalisme

Slide 4 - Quiz

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 5 - Question de remorquage

communistische planeconomie
vrijemarkteconomie
dictatuur
democratie

Slide 6 - Question de remorquage

JUIST
ONJUIST
Economische gevolgen van een gewapend conflict zijn zichtbaar in een bevolkingsgrafiek.
Als een staat een territorium heeft, is er sprake van één volk.
Op den duur zal er voor elk volk een staat moeten zijn. 
Burgeroorlogen kunnen escaleren zodat ze zich over meerdere landen verspreiden.

Slide 7 - Question de remorquage

Een economisch gevolg van een gewapend conflict is een babyboom.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is een demografische gevolg van een conflict?
A
Er komt onvoldoende eten van het land
B
Buitenlandse bedrijven investeren niet.
C
Er heerst een grote sociale ongelijkheid
D
Jongeren gaan weg, ouderen blijven achter

Slide 9 - Quiz

dit gaat over sociale gevolgen van de oorlog
1
2
3
4
5
Ze vragen daar asiel aan: een veilige plek waar ze beschremd worden.
Dat land zoekt uit if de asielzoeker echt gevaar loopt in zijn land.
Sommige mensen vluchten naar Europa vanwege bijboorbeeld de oorlog.
Een asielzoeker krijgt tijdelijk onderdak in het land waar hij asiel aanvraagt.
Als de asielzoeker niet terugkan, krijgt hij een verblijfsvergunning.

Slide 10 - Question de remorquage

Waarom is het logisch dat er in Nederland niet vele gewapend geweld is tussen de geloofsrichtingen?

Slide 11 - Question ouverte

Demografische oorzaken gaan over...
A
De bevolkingsopbouw
B
De verdeling van de welvaart
C
De economie
D
De natuur

Slide 12 - Quiz

Kindsoldaten
Helaas worden bij veel conflicten ook vaak kinderen ingezet. Dit leidt o.a. vaak tot zware trauma's bij deze kinderen.

.

Slide 13 - Diapositive

Waarom zouden er in conflicten juist vaak kinderen worden ingezet?

Slide 14 - Question ouverte

0

Slide 15 - Vidéo

IJSLAND
SYRIË
Ierland
Z-Sudan
Land waar de meeste vrede heerst
Land waar de meeste conflicten zijn

Slide 16 - Question de remorquage

Wat wordt verstaan onder natuurlijke hulpbronnen?
A
Zout, rijst, ijzer
B
Ijzer, zwavel, water uit de kraan
C
Zout, ijzer, olie
D
Water uit de kraan, rijst, zout

Slide 17 - Quiz

Hoe kun je een dictatuur ook wel noemen?
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
Confederatie
D
Republiek

Slide 18 - Quiz

Wat is de meest vergaande vorm van een volk om om te gaan met de eigen cultuur?
A
regionalisme
B
separatisme
C
nationalisme

Slide 19 - Quiz

Welke twee soorten gewapende conflicten zijn er?

Slide 20 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met een volk en een staat?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is separatisme?

Slide 22 - Question ouverte

Waar of niet waar?
De Belgen zijn één volk
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat is geen oorzaak voor het conflict in Syrië?
A
Verschillen in geloof
B
Totalitair regime
C
Lage welvaart
D
Aanwezigheid van grondstoffen.

Slide 24 - Quiz

Een intern conflict is meestal een
A
Regionaal conflict
B
Territorium Conflict
C
Burgeroorlog
D
Wereldoorlog

Slide 25 - Quiz

De oorlog tussen de VS en Al Qaida is een
A
Staatkundig conflict
B
Internationaal conflict
C
Burgeroorlog
D
Regionaal conflict

Slide 26 - Quiz

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 27 - Quiz

Een gewapend conflict is een aanhoudende strijd waarbij jaarlijks
A
15 doden vallen
B
25 doden vallen
C
50 doden vallen
D
100 doden vallen.

Slide 28 - Quiz

De meeste gewapende conflicten zijn in
A
Afrika, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië
B
Afrika, islamitische wereld, Zuidoost-Azië
C
Islamitische wereld, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië
D
Afrika, islamitische wereld, Zuid-Amerika

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 30 - Quiz

Wat is een demografische gevolg van een conflict?
A
Er komt onvoldoende eten van het land
B
Buitenlandse bedrijven investeren niet.
C
Er heerst een grote sociale ongelijkheid
D
Jongeren gaan weg, ouderen blijven achter

Slide 31 - Quiz

Noem twee kritische mineralen

Slide 32 - Question ouverte