Oefentoets H4 conflicten

Oefentoets H4 Conflicten
§4.1 / §4.2 / §4.3
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H4 Conflicten
§4.1 / §4.2 / §4.3

Slide 1 - Diapositive

Hoe noem het als een volk zich wil afscheiden van een land?
A
Internationale conflicten
B
Nationalisme
C
Seperatisme
D
Regionalisme

Slide 2 - Quiz

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 3 - Question de remorquage

communistische planeconomie
vrijemarkteconomie
dictatuur
democratie

Slide 4 - Question de remorquage

Een economisch gevolg van een gewapend conflict is een babyboom.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat is een demografische gevolg van een conflict?
A
Er komt onvoldoende eten van het land
B
Buitenlandse bedrijven investeren niet.
C
Er heerst een grote sociale ongelijkheid
D
Jongeren gaan weg, ouderen blijven achter

Slide 6 - Quiz

dit gaat over sociale gevolgen van de oorlog
1
2
3
4
5
Ze vragen daar asiel aan: een veilige plek waar ze beschremd worden.
Dat land zoekt uit if de asielzoeker echt gevaar loopt in zijn land.
Sommige mensen vluchten naar Europa vanwege bijboorbeeld de oorlog.
Een asielzoeker krijgt tijdelijk onderdak in het land waar hij asiel aanvraagt.
Als de asielzoeker niet terugkan, krijgt hij een verblijfsvergunning.

Slide 7 - Question de remorquage

Welke geloofsrichting in de islam vormt de meerderheid?

Slide 8 - Question ouverte

Wat vechten de soennieten en sjiieten uit?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom is het logisch dat er in Nederland niet vele gewapend geweld is tussen de geloofsrichtingen?

Slide 10 - Question ouverte

Demografische oorzaken gaan over...
A
De bevolkingsopbouw
B
De verdeling van de welvaart
C
De economie
D
De natuur

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je een dictatuur ook wel noemen?
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
Confederatie
D
Republiek

Slide 12 - Quiz

Wat is de meest vergaande vorm van een volk om om te gaan met de eigen cultuur?
A
regionalisme
B
separatisme
C
nationalisme
D
nationalisatie

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met een volk en een staat?

Slide 14 - Question ouverte

Waar of niet waar?
De Belgen zijn één volk
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is geen oorzaak voor het conflict in Syrië?
A
Verschillen in geloof
B
Totalitair regime
C
Lage welvaart
D
Aanwezigheid van grondstoffen.

Slide 16 - Quiz

Een intern conflict is meestal een
A
Regionaal conflict
B
Territorium Conflict
C
Burgeroorlog
D
Wereldoorlog

Slide 17 - Quiz

De oorlog tussen de VS en Al Qaida is een
A
Staatkundig conflict
B
Internationaal conflict
C
Burgeroorlog
D
Regionaal conflict

Slide 18 - Quiz

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 19 - Quiz

Een gewapend conflict is een aanhoudende strijd waarbij jaarlijks
A
15 doden vallen
B
25 doden vallen
C
50 doden vallen
D
100 doden vallen.

Slide 20 - Quiz

De meeste gewapende conflicten zijn in
A
Afrika, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië
B
Afrika, islamitische wereld, Zuidoost-Azië
C
Islamitische wereld, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië
D
Afrika, islamitische wereld, Zuid-Amerika

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 22 - Quiz

Waarom zullen waterverdragen leiden tot minder conflicten

Slide 23 - Question ouverte