H5.4 Wat houd je over?

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Toets
H5.3

Slide 2 - Diapositive

Toets
Vrijdag 19-04-2024
4e uur


Dinsdag 1e uur:
herhaling quiz of openboek toets?

Slide 3 - Diapositive

H5 Wat levert het op?

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Ik weet wat brutowinst is en hoe ik deze bereken.
  • Ik kan voorbeelden geven van bedrijfskosten
  • Ik weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.

Slide 5 - Diapositive

H5.4 Wat houd je over?

Slide 6 - Diapositive

Inkoopwaarde

Slide 7 - Diapositive

Inkoopwaarde
Het totale bedrag dat een winkel betaalt voor de inkoop van producten, noem je de inkoopwaarde.



Slide 8 - Diapositive

Berekening brutowinst
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde

 

Voorbeeld:
Je hebt in een week € 1.500 omzet behaald. De inkoopwaarde was € 850. Bereken de brutowinst.
€ 1.500 – € 850 = € 650

Slide 9 - Diapositive

Bedrijfskosten

Slide 10 - Diapositive

Bedrijfskosten
De kosten die een winkel moet maken om te functioneren noem je bedrijfskosten.



Voorbeelden van bedrijfskosten zijn: huur, loon, verzekeringen, elektriciteit, reclamekosten, enzovoort.

Slide 11 - Diapositive

Nettowinst
Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten

 

Voorbeeld:
Je brutowinst is in een week € 650. Je hebt € 350 bedrijfskosten. Bereken je nettowinst.
€ 650 – € 350 = € 300

Slide 12 - Diapositive

Brutowinst en nettowinst

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag

Blz 143 t/m 145

Opdrachten 54 + 57 + 59 + 62 + 66
timer
13:00

Slide 14 - Diapositive

Nakijken!

Blz 143 t/m 145

Opdrachten 54 + 57 + 59 + 62 + 66

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Ik weet wat brutowinst is en hoe ik deze bereken.
  • Ik kan voorbeelden geven van bedrijfskosten
  • Ik weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.

Slide 16 - Diapositive