Hst. 6 BK Rekenen met negatieve getallen

1 / 56
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

-4,5
-3,3
-1,5
1,1
2,8

Slide 2 - Question de remorquage

< of >?
3,1 ... -4,5

Slide 3 - Question ouverte

< of >?
-9 ... -5

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het tegengestelde getal van -7,8?

Slide 5 - Question ouverte

Hst. 6 Rekenen met negatieve getallen
Les 3

Slide 6 - Diapositive

Plus en min
  • Het verschil in temperatuur

Slide 7 - Diapositive

6.1 Optellen en aftrekken  met negatieve getallen

Slide 8 - Diapositive


Wat is het temperatuurverschil tussen -4 en -2 graden?

A
-2
B
2
C
4
D
-4

Slide 9 - Quiz

Wat is het temperatuurverschil
tussen -9 graden en 4 graden
A
13
B
5
C
9
D
-5

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Het is 0 graden in mijn ketel.

Ik stop 5 kou-blokjes IN de ketel.  
Wordt het soepje warmer of kouder? 








0° 

Slide 12 - Diapositive

Het is 2 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud?






2° 

Slide 13 - Diapositive

Het is -5 graden in mijn ketel.

Ik stop 2 kou-blokjes IN de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? 









-5° 

Slide 14 - Diapositive

Het is 3 graden in mijn ketel.

Ik doe 1 warmte-blokje in de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? WARMER

Hoe warm? 3 + 1 = 4 graden




4° 

Slide 15 - Diapositive

Het is 3 graden in mijn ketel.

Ik doe 1 warmte-blokje in de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder?




3° 

Slide 16 - Diapositive

Het is 2 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder?






2° 

Slide 17 - Diapositive

Het is 4 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder? 





4° 

Slide 18 - Diapositive

Het is 0 graden in mijn ketel.

Ik stop 5 kou-blokjes IN de ketel.  
Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud?








0° 

Slide 19 - Diapositive

Het is -5 graden in mijn ketel.

Ik stop 2 kou-blokjes IN de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud? -5 + -2 = -7









-7° 

Slide 20 - Diapositive

Het is -5 graden in mijn ketel.

Ik stop 2 kou-blokjes IN de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud?









-5° 

Slide 21 - Diapositive

Het is 0 graden in mijn ketel.

Ik stop 5 kou-blokjes IN de ketel.  
Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud? 0 + -5 = -5








-5° 

Slide 22 - Diapositive

Het is 3 graden in mijn ketel.

Ik doe 1 warmte-blokje in de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? WARMER

Hoe warm?




3° 

Slide 23 - Diapositive

Het is 2 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud? 2 - +2 = 0






0° 

Slide 24 - Diapositive

Het is 4 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder? KOUDER

Hoe koud?





4° 

Slide 25 - Diapositive

5 + -6 =
A
1
B
-1
C
11
D
-11

Slide 26 - Quiz

0 + -9 =
A
-9
B
9
C
0
D
10

Slide 27 - Quiz

Dus...

  • positieve en negatieve getallen optellen
  • positieve en negatieve getallen aftrekken

Slide 28 - Diapositive


- 4 - -5=
A
-9
B
9
C
-1
D
1

Slide 29 - Quiz


4 + -3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 30 - Quiz


8 - -3=
A
5
B
11
C
-11
D
-5

Slide 31 - Quiz

Wat is het verschil?
-3 graden en 5 graden

Slide 32 - Question ouverte

Wat is het verschil?
-2 graden en 7 graden

Slide 33 - Question ouverte

Wat is het verschil?
-4 graden en 8 graden

Slide 34 - Question ouverte

Wat is het verschil?
3 graden en -8 graden

Slide 35 - Question ouverte

Hst. 6 Rekenen met negatieve getallen
Les 4

Slide 36 - Diapositive

-1 - 6 =

Slide 37 - Question ouverte

5 - 6 =

Slide 38 - Question ouverte

-5 + 8 =

Slide 39 - Question ouverte

-2 - 7 =

Slide 40 - Question ouverte

Hst. 6 Rekenen met negatieve getallen
Les 5

Slide 41 - Diapositive

-3 - -2 =

Slide 42 - Question ouverte

-2 + -2 =

Slide 43 - Question ouverte

5 + -10=

Slide 44 - Question ouverte

8 - -2 =

Slide 45 - Question ouverte

-9 + 5 =

Slide 46 - Question ouverte

Hst. 6 Rekenen met negatieve getallen
Les 6

Slide 47 - Diapositive

(5 + 3) x 3 =

Slide 48 - Question ouverte

5 + 4 x 2 =

Slide 49 - Question ouverte

6 : 2 + 3=

Slide 50 - Question ouverte

8 + (3 + 4)=

Slide 51 - Question ouverte

Hst. 6 Rekenen met negatieve getallen
Les 7

Slide 52 - Diapositive

210 - -90 =

Slide 53 - Question ouverte

-907 - 98 + 29=

Slide 54 - Question ouverte

809 x -6 =

Slide 55 - Question ouverte

-12 x -540 =

Slide 56 - Question ouverte