3.1 en 3.2

TOETS KADER 1

3.1 Monniken en ridders
3.2 Het ontstaan van de Arabische wereld

Succes met je toets!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TOETS KADER 1

3.1 Monniken en ridders
3.2 Het ontstaan van de Arabische wereld

Succes met je toets!

Slide 1 - Diapositive

1. Waardoor viel het Romeinse rijk uiteen?
A
door geldgebrek
B
door natuurrampen
C
door volksverhuizingen
D
door ziekten

Slide 2 - Quiz

2. Waar zou dit beeld kunnen staan?

Het is een standbeeld van Karel de Grote.


A
London
B
Madrid
C
Parijs
D
Stockholm

Slide 3 - Quiz

3. Wie zie je op het plaatje geknield bij de paus?

Slide 4 - Question ouverte

4. In het Frankische rijk was één munt en er waren veel dezelfde regels voor alle
gebieden. Je kunt het rijk daarom vergelijken met de EU. Maar in het Frankische rijk was het veel gemakkelijker om beslissingen te nemen dan in de EU. Leg uit waarom.

Slide 5 - Question ouverte

5.In het Frankische rijk speelden ridders in de tijd van monniken en ridders een
belangrijke rol. Met welk beroep van nu kun je ridders het beste vergelijken?


A
militairen
B
ministers
C
politie agenten
D
rechters

Slide 6 - Quiz

6. De Achterhoek in Nederland, wordt ook wel 'De Graafschap' genoemd. Aan deze naam kun je zien dat dit gebied vroeger bestuurd werd door:


A
een edele
B
een geestelijke
C
een ridder
D
Karel de Grote

Slide 7 - Quiz

7.Zet de woorden in de juiste volgorde, van machtig naar minder machtig.
1 edelen
2 horigen
3 keizers
4 ridders

Slide 8 - Question ouverte

8. Wat zijn voorbeelden van geestelijken?
A. graven B. hertogen
C. monniken D. nonnen
E. paus F. priesters
G. ridders

Slide 9 - Question ouverte

9. Boeren mochten niet verhuizen zonder toestemming van hun heer.
A
juist
B
niet juist

Slide 10 - Quiz

Boeren moesten onbetaald werk doen voor hun heer.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

10. In Friesland geloofden veel mensen in meerdere goden. Karel de Grote
stuurde monniken om de Friezen christelijk te maken. Waarom vond Karel de Grote dat belangrijk?

Slide 12 - Question ouverte

11. Volgens de Islam is Mohammed de zoon van God.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Jezus komt voor in de Koran.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

12. Wat zijn de vijf zuilen in de Islam?
A
vijf belangrijke profeten van Allah
B
vijf grote pilaren bij de ingang van de rotskoepel in Jeruzalem
C
vijf regels waar moslims zich aan moeten houden
D
vijf steden die voor de islam belangrijk zijn

Slide 15 - Quiz

13. In Turkije is ongeveer 80% van de bevolking moslim. Mensen mogen andere
godsdiensten aanhangen, maar de belangrijkste feestdagen, politieke partijen en andere zaken zijn islamitisch. Is Turkije een islamitische staat? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

14. Wanneer werden deze steden belangrijk binnen de islam? Zet de letters in de juiste volgorde. Begin met de stad die het eerst belangrijk werd.
A Bagdad
B Damascus
C Medina
D Mekka

Slide 17 - Question ouverte

15.Waarmee kun je een kalief het beste vergelijken?
A
Met een hertog in het Frankische rijk.
B
Met een keizer in het Frankische rijk.
C
Met een monnik in het Frankische rijk.
D
Met een ridder in het Frankische rijk.

Slide 18 - Quiz

16. Wat probeerden kaliefen vooral te bereiken?
A
meer gebied
B
meer vrijheid
C
vrede
D
welvaart

Slide 19 - Quiz

17.De rotskoepel in Jeruzalem is een belangrijke moskee in de
Arabische wereld. Hier op de afbeelding ontbreekt een onderdeel dat je bij de meeste moskeeën wel ziet. Welk onderdeel is dat?

A
beelden van heiligen
B
figuren en letters om de moskee te versieren
C
koepel
D
minaretten

Slide 20 - Quiz

18. Bekijk de afbeelding. Daarop zie je een gevecht tussen christenen en moslims.
Waarom zie je dit soort afbeeldingen nooit in een moskee?

A
Moslims mogen geen mensen afbeelden.
B
Moslims verloren de meeste gevechten en wilden dat niet laten zien
C
Moslims waren tegen geweld.
D
Moslims wilden de christenen niet kwetsen met dit soort afbeeldingen.

Slide 21 - Quiz

19. Volgens de Koran moeten moslims respect hebben voor Christenen en Joden.
Waarom?

A
Zij eten en drinken dezelfde dingen als moslims.
B
Zij geloven in dezelfde god als moslims.
C
Zij hebben dezelfde profeet als moslims.
D
Zij hebben dezelfde regels als moslims.

Slide 22 - Quiz

20. Spanje hoorde vroeger bij de Arabische wereld, maar nu niet meer.
Noem drie dingen die daardoor in Spanje veranderd zijn.

Slide 23 - Question ouverte

Dit was je toets!
Je mag nu lezen...

Slide 24 - Diapositive