Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Recap chapter 2
Recap chapter 2
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Recap chapter 2
Slide 1 - Diapositive
Sven and Ayaz .......... to the station in Deurne.
A
was walking
B
were walking
Slide 2 - Quiz
Vertaal:
Ik was gisteren naar school aan het lopen.
Slide 3 - Question ouverte
Zet de zin in de past continuous
I _______ (to do) my homework when the doorbel rang.
Slide 4 - Question ouverte
Vul in past continuous / past simple
We ______ (to walk) to school when it _____ (to start) to rain.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Past simple: of de tweede uit het rijtje onregelmatige werkwoorden
Slide 8 - Diapositive
Past Continuous
De hond
was
aan het luisteren
.
The dog
was
listen
ing
.
Slide 9 - Diapositive
Hoe vorm je de past continuous?
Drie dingen
1. Over wie gaat de zin: wie of wat is het onderwerp?
2. Welke vorm van de verleden tijd van To be past er bij dit onderwerp?
3. Voeg -ing toe aan het werkwoord.
Slide 10 - Diapositive
De verleden tijd van To be
I
was
You
were
He/she/it
was
We
were
You
were
They
were
Slide 11 - Diapositive
Hoe vorm je de past continuous?
Slide 12 - Diapositive
Let op:
Als het werkwoord eindigt op een E
dan komt deze E te vervallen
mak
e
-
mak
ing
driv
e
- driv
ing
freez
e
- freez
ing
mov
e
- mov
ing
hav
e
- hav
ing
Slide 13 - Diapositive
Vul in past continuous / past simple
I ______ (to sleep) when you _____ (to call) me.
Slide 14 - Question ouverte
Past continuous / past simple
I _____ (to miss) your call because I ______ (to work)
Slide 15 - Question ouverte
Past continuous / past simple
Sarah ____ (to hurt) her ankle this morning while she _____ (to run).
Slide 16 - Question ouverte
Stones
Vertaal de volgende zinnen in het Engels
Slide 17 - Diapositive
Hoe gaat het met je?
Slide 18 - Question ouverte
Je ziet er wat bleek uit.
Slide 19 - Question ouverte
Wat was je aan het doen toen je je ziek voelde?
Slide 20 - Question ouverte
De dokter zei tegen mij dat ik rust moest nemen.
Slide 21 - Question ouverte
Hou vol, het komt goed.
Slide 22 - Question ouverte
Vocabulary
Slide 23 - Diapositive
If you want to lose weight, you have to _____ your eating habits.
Slide 24 - Question ouverte
I have a _____ wrist from playing too much tennis.
Slide 25 - Question ouverte
I have a cold, so I cannot _____ anything.
Slide 26 - Question ouverte
______ I asked my brother not to go into my room, he still did.
Slide 27 - Question ouverte
Wat betekent:
To cut down on
A
Vermeerderen
B
Rustig aan doen
C
Verminderen
D
Volhouden
Slide 28 - Quiz
Wat betekent:
To faint
A
Ziek zijn
B
Flauw vallen
C
Overgeven
D
Duizelig zijn
Slide 29 - Quiz
Wat betekent:
A runny nose
A
Een hardlopende neus
B
Een verstopte neus
C
Een loopneus
D
Een snotneus
Slide 30 - Quiz
Wat betekent:
A sore throat
A
Een zure keel
B
Een keelontsteking
C
Een zeer hoofd
D
Een zere keel
Slide 31 - Quiz
Vertaal:
To tease
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal:
Gewoonte
Slide 33 - Question ouverte
Can, could of should
Slide 34 - Diapositive
You _______ go see a docter.
A
could
B
can
C
should
Slide 35 - Quiz
You______ study more if you want to pass the test.
Slide 36 - Question ouverte
______ you open the window please?
Slide 37 - Question ouverte
He _____ run very fast.
Slide 38 - Question ouverte
Can, could en should
Je gebruikt Can of te zeggen wat mensen, dieren of dingen kunnen en om toestemming:
Dogs can help blind people cross the road.
Can I eat my sandwich now?
Slide 39 - Diapositive
Can, could en should
Je gebruikt could om te zeggen wat zou kunnen gebeuren en wat mensen, dieren en dingen in het verleden konden.
Could gebruik je ook om beleefd te vragen of iets mag.
They could be right this time.
Could you read books when you were five years old?
Could I order some pancakes please?
Slide 40 - Diapositive
Can, could en should
Should gebruik je om advies te geven
You should eat less if you want to lose weight.
We should go if we want to be home before the rain starts.
He should stop smoking if he wants to stay healthy.
Slide 41 - Diapositive
Klaar?
Ga dan verder met Slim Stampen.
Of met ReadTheory.
Slide 42 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juin 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 2: Passive (8B)
Août 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
MH2 - Grammar chapter 2 (can, could, should, have to)
Février 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Grammar repetition - year 2 - chapter 2
Novembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
M2 - Grammar chapter 2
Novembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
2kbb Grammar Theme 1 Quiz past simple questions and negations
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
English
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Past Simple Questions & Negations
Juin 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Recap- Grammar chapter 2
il y a 13 jours
- Leçon avec
39 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2