Week 11 - Les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Prends tes livres!

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?

Le planning

• Corriger les devoirs
  
• Répéter le pronom COD
• Le passé composé
• Faire des exercices

Le but d'aujourd'hui

• Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten. 
  
• Je hebt kennisgemaakt met de Franse voltooid tegenwoordige tijd (de Passé composé).

Corriger les devoirs

• Prends un stylo rouge/autre couleur
• Corriger ex. 6 et 10 (CD’E, p. 28,30)
  

Les pronoms COD - LD'E, p. 34

Vertaal het zinnetje:

• 1. Ik eet het broodje. Ik eet het.
  
• 1. Je mange le sandwich. Je le mange.
  

Opbouw van de zin met een pronom COD

• In tweetallen
• Faire ex. 11 - CD'E, p. 30

• Ben je klaar? : woordjes doornemen unité 2, leçon 2 - LD'E, p. 106

Corrigés ex. 11 - CD'E, p. 30

Notre tour de France - LD’E, p. 30

Exercice 1 = lis le texte et réponds aux questions suivantes dans ton cahier:

1. Waar gaat deze tekst over? Wat doen ze allemaal?

2. Wat valt je op in deze tekst? Hoe omschrijven ze de activiteiten?

De passé composé - De voltooid tegenwoordige tijd 

bijv: ik heb gekocht, ik heb gespeeld

Stap 1: - Bekijk nogmaals de tekst - LD'E, p.30 - en schrijf de vormen van de passé composé op.

Stap 2: - Kijk naar de vormen uit de tekst en bedenk wat de regel zou kunnen zijn bij het vormen van een passé composé. Schrijf het in je schrift. Probeer niet de bron te gebruiken!

La réflexion

Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten. 

--> Hoe maak je deze zin korter door het Pronom COD toe te passen? 

Kijk naar de onderstaande zin:

• J'aime mon amie Sandra.
  
• Je l'aime.