H3.1 Water op aarde

Water op aarde
3.1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Water op aarde
3.1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van water ken jij?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Damp
Bevriezen
Vloeibaar
Condenseren
Vast
Smelten
Verdampen

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruik jij dagelijks water voor?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Gebruik van water in een huishouden. Per dag verbruik je als volwassen persoon ongeveer 120 liter kraanwater. Een gemiddeld douchebeurt kost 70 liter water.

De vraag is, hoe komen we aan al dat water?
1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan neerslag
Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:
  • Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
  • Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tropisch regenwoud
Nederland
Himalaya
Stijgingsregen
Stuwingsregen
Frontale regen

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Loefzijde
Lijzijde
Regenschaduw
Aanlandige wind

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Death Valley
Bij welke letter ligt Death Valley?
A of B.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ligt Death Valley aan de loef- of lijzijde?
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop van het water
  1. de korte kringloop
  2. de lange kringloop

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslag
Verdamping
Grondwater
Condensatie
Transpiratie

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslag
Verdamping
Condensatie
Oppervlaktewater/
zoet water
Infiltratie
Zout water
Afstroming

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste volgorde van de waterkringloop?
A
Zon-condensatie-neerslag-verdamping
B
Zon-verdamping-afstroming-stuwingsregen
C
Zon-verdamping-condensatie-neerslag
D
Zon-condensatie-korte waterkringloop- lange waterkringloop

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

verdampen
condenseren
grondwater
neerslag
zout water
zoet water
infiltreren
rivier

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn drie soorten rivieren
Regen die boven land valt stroomt altijd naar een lager punt. Zo vormen stroompjes die samenkomen en een regenrivier vormen.
3

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie soorten rivieren
Hoog in de bergen valt er sneeuw.
 
Dikke lagen sneeuw die op elkaar drukken en veranderen in ijs vormen een gletsjer.

Gletsjer smelt                    ontstaat gletsjerrivier
3

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie soorten rivieren
Onderweg naar zee worden gletsjerrivieren aangevuld door regenwater.

Gletsjerrivier + regenrivier= gemengde rivier

De Rijn is een voorbeeld van een gemengde rivier.
3

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rivier heeft
altijd evenveel water.
4
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Dit verschil in afvoer noem je regiem.
Regiem
  • Schommelingen (in een jaar) in de waterafvoer van een rivier.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer hebben regenrivieren in West-Europa meestal veel water?
4
A
Lente en zomer
B
Herfst en winter

Slide 22 - Quiz

Het regent dan vaker en er verdampt weinig water.
Neerslag seizoenen.
  • Tegenwoordig hoeft het niet altijd zo te zijn dat in de winter meer neerslag valt dan in de zomer. 
  • Waarom? 
  • Nuttige neerslag

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Warme en koude lucht botsen met elkaar
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt hij ook weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 
De lucht wordt omhoog gestuwd, 
Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions