Werkwoordspelling les 6: Voltooid deelwoord

Nederlands

Werkwoordspelling - Les 6: 
Voltooid deelwoord

HAVO 1 P1 2019-2020
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Werkwoordspelling - Les 6: 
Voltooid deelwoord

HAVO 1 P1 2019-2020

Slide 1 - Diapositive

Vorige lessen heb je geleerd...
... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).

... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.


Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les weet je...


... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt (= op de juiste manier in een zin zet).

Slide 3 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe weet je of je in de tegenwoordige tijd de ik-vorm of de ik-vorm+t moet schrijven?

Slide 6 - Question ouverte

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 7 - Question ouverte

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Sterke ww met vdw dat niet op -en eindigt

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Soms heeft het voltooid deelwoord van een werkwoord dezelfde vorm als de persoonsvorm tegenwoordige tijd (mv).

  1. Wij ontvangen een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen.

Hoe weet je met welke werkwoordsvorm je te maken hebt?
Door de kenmerken van de werkwoordsvormen erbij te halen.

Slide 13 - Diapositive

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Kenmerken persoonsvorm: verandert als de tijd/getal verandert.
Kenmerken voltooid deelwoord: heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).

  1. Wij ontvangen een brief. - Wij ontvingen een brief. - Ik ontvang een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen. - Hebben = hulpwerkwoord

Ontvangen in zin 1 = persoonsvorm
Ontvangen in zin 2 = voltooid deelwoord


Slide 14 - Diapositive

Oefenen met het vdw

Slide 15 - Diapositive

Oefenen met het vdw 
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 16 - Diapositive

Persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten
Op slide 17 t/m 33 vind je verschillende afbeeldingen met teksten waarin spelfouten worden gemaakt. 

Het gaat hierbij steeds om fouten in de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en/of het voltooid deelwoord. 

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 18 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 19 - Question ouverte


Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive


Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz


Verbeter de fout.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive


Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 35 - Question ouverte