Les 17 Hoe meer schimmels hoe beter?

les 17 Hoe meer schimmels hoe beter?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

les 17 Hoe meer schimmels hoe beter?

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van deze les
  • weet je meer over goede en slechte schimmels
  • heb je kennis gemaakt met 12 nieuwe woorden

Slide 2 - Diapositive

Woordenschat
de schimmel:         begroeiing van een piepkleine plantje, die geen plant en
                                     geen dier is en die de meeste mensen een beetje vies
                                     vinden
de bioloog:              iemand die aan een universiteit over de natuur heeft
                                     gestudeerd
schadelijk:               als iets schade veroorzaakt
recyclen:                   uit afval stoffen halen en die opnieuw gebruiken
vruchtbaar:             (hier) geschikt voor het laten groeien van planten en                                                      bomen
het citroenzuur:   een zuur stofje dat wordt gebruikt om voedsel zuur te
                                     maken.

Slide 3 - Diapositive

Woordenschat
het citroenzuur:         een zuur stofje dat wordt gebruikt om voedsel zuur te
                                           maken
het milieu:                     de omgeving waarin we leven
de penicilline:              geneesmiddel om een ontsteking te genezen
de gist:                            de schimmel die je kunt gebruiken om brood en gebak
                                            luchtig te maken
het geneesmiddel:    de pil of het drankje om je te genezen van een ziekte
de ontsteking:             deel van je lichaam dat rood en gezwollen is en pijn doet
verteren:                         voedsel omzetten in ontlasting (poep)





















Slide 4 - Diapositive

Filmpje
Je kijkt straks naar een filmpje van een echtpaar dat uit eten gaat in een restaurant. Wat zou dit nou met schimmels te maken kunnen hebben?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Denkvraag
Welk voedsel hadden de gasten op tafel wat 
ook schimmel is of schimmel heeft?

Slide 7 - Diapositive

Wat zal je in deze tekst gaan lezen, denk je?

Slide 8 - Diapositive

Inleiding

Maken we straks alleen nog maar kaas met behulp van schimmels? Bioloog Arthur Ram doet daar onderzoek naar. ‘Schimmels zitten overal. Sommige zijn schadelijk, maar andere kunnen ons helpen. Om plastic afval af te breken bijvoorbeeld.’ Dat schimmels schadelijk kunnen zijn, weet de 10-jarige Demarcus. Er zit schimmel in zijn huis. Hij heeft astma en door de schimmel in huis worden zijn klachten alleen nog maar erger. 

Slide 9 - Diapositive

Denkvraag
Waarom heeft Demarcus door zijn astma 
extra last van de schimmel in zijn huis, 
denk je?

Slide 10 - Diapositive

Alinea 1
Groen en harig
Laat een boterham twee weken lang in je broodtrommel zitten. Doe dan de doos open. Wat zie je? Een groene en harige boterham. Hier zijn schimmels aan het werk. Ze eten resten of dood materiaal op. Daar maken ze ander voedsel van. Geen voedsel voor mensen, maar voedsel voor planten. Die hebben dat voedsel nodig. Ze groeien ervan. In de natuur zitten heel veel schimmels. Sterker nog: zonder schimmels zou er geen natuur zijn. Geen planten of dieren, en ook geen mensen.

Slide 11 - Diapositive

Denkvraag

Leg de titel Groen en harig van deze alinea uit.

Slide 12 - Diapositive

Alinea 2

Paddenstoel
Een schimmel is geen plant en ook geen dier. Het is een soort op zich. Er bestaan wel 3,5 tot 5 miljoen verschillende schimmels. ‘En we kennen er maar honderdduizend’, zegt bioloog Arthur Ram. Hij doet onderzoek bij de Universiteit Leiden. ‘Je ziet de meeste ook nooit, behalve als ze uit de grond komen. Dat zijn dan paddenstoelen. Uit sommige schimmels groeien eetbare paddenstoelen, zoals champignons. Schimmels werken vooral onder de grond: ze recyclen dode bladeren en dode dieren. Zo maken ze de bodem vruchtbaar, zodat bomen en planten kunnen groeien. Maar ze doen ook veel andere dingen.’

Slide 13 - Diapositive

Denkvraag 

Waarom zie je heel veel schimmels 
nooit volgens deze alinea?

Slide 14 - Diapositive

Alinea 3
Kaas
Arthur Ram wil schimmels ‘verbeteren’. Daarvoor doet hij proeven in een laboratorium. ‘Ze kunnen ons helpen om het milieu te beschermen’, vertelt hij. ‘Neem nu Aspergillus niger. Dat is een nuttige schimmel die we al honderd jaar kennen. Hij wordt gebruikt om citroenzuur te maken. Dat zit in veel frisdranken. Wij willen nu ook een soort eiwit laten maken dat in kaas zit. We halen dit eiwit nu nog uit koemelk. Maar stel dat we het door schimmels kunnen laten maken. Dat is beter voor het milieu. We willen ook een schimmel kweken die plastic afval afbreekt.’

Slide 15 - Diapositive

Denkvraag

Arthur Ram wil schimmels ‘verbeteren’. 
Wat wordt er met deze zin bedoeld, denk je?

Slide 16 - Diapositive

Alinea 4
Penicilline
Schimmels zijn voor veel dingen nuttig. Ze zitten bijvoorbeeld in gist. Dat is nodig om brood te maken.Van weer andere worden geneesmiddelen gemaakt. Dat gebeurde voor het eerst al in 1928. Toen werd penicilline uitgevonden. Daarmee geneest men ontstekingen. En in ons lichaam helpen schimmels bij het verteren van voedsel. Toch zijn niet alle schimmels goed voor ons. Denk maar aan schimmels in huis, op muren en plafonds. Demarcus (10 jaar) bijvoorbeeld is daar heel ziek door. Minstens 300 soorten schimmels kunnen ons heel ziek maken. Van sommige schimmels gaan mensen zelfs dood. Zo bestaat er een ‘superschimmel’, die in 2009 is ontdekt in Japan. Sindsdien heeft hij zich over de hele wereld verspreid. Hij treft vooral zieke en verzwakte mensen, in ziekenhuizen. Wetenschappers zoeken nog naar oplossingen hiervoor. 

Slide 17 - Diapositive

Welke mensen kunnen vooral aan schimmels doodgaan?
A
Mensen die paddenstoelen in het bos plukken
B
Mensen die al een beetje zwak en ziek zijn.
C
Mensen die jonger zijn dan 12 jaar.
D
Wetenschappers die onderzoek doen naa schimmels.

Slide 18 - Quiz

Afsluiting

Klopte je voorspelling voordat je ging lezen?

Slide 19 - Diapositive