Th 4 voeding en vertering, B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Thema 5

Voeding en vertering

B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Planning van de les

Instructie 

Samenwerkend leren 

Presentaties

einde 

Onderwerpen les

• Voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels
  
  
• Kenmerken en functies van voedingsstoffen
  
  
• 
  

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

• Voedingsmiddelen:
  Alle producten die je eet of drinkt
  
  
• Voedingsstoffen:
  De stoffen in voedingsmiddelen die het lichaam opneemt.
  (eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitaminen, mineralen)

Voedingsvezel

• Onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.
  
  
• Belangrijk voor de darmperistaltiek (darmbewegingen).

• Krijg je te weinig vezels binnen, dan kun je moeilijker poepen (kans op aambeien!!).

functies voedingsstoffen

• Bouwstoffen: Nodig voor de vorming van cellen en weefsels.
  
  
• Brandstoffen: Leveren energie voor beweging, het op peil houden van de
                                  lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel.
  
  
• Reservestoffen: Stoffen die zijn opgeslagen in het lichaam.
  
  
• Beschermende stoffen: Stoffen die ervoor zorgen dat je niet ziek wordt.

Functies voedingsstoffen

Eiwitten:

• Bouwstoffen en Brandstoffen
• Eiwitten kunnen niet als reservestof dienen, heb je teveel dan plas je dat uit in de vorm van ureum!
• Kwark bevat veel eiwit

Functies voedingsstoffen

Koolhydraten:

• Brandstof, bouwstof, reservestof
• Voorbeeld: glucose, suikers, zetmeel
• Deel van de koolhydraten wordt omgezet in glycogeen (opslag in lever en spieren).
• Een teveel aan opgenomen koolhydraten wordt omgezet in  vet en opgeslagen.

Functies voedingsstoffen

Vetten:

• Bouwstoffen, Brandstoffen en reserve stoffen.
• Een teveel wordt opgeslagen (onder de huid).
• Verzadigde vetten (brandstof) kan leiden tot hart- en vaat ziekten, wanneer er teveel wordt gegeten.
• Onverzadigde vetten (bouwstof).

Functies voedingsstoffen

Water:

• Bouwstoffen
• Belangrijk bij vervoer van stoffen in het lichaam

Functies voedingsstoffen

Mineralen:

• Bouwstoffen en beschermende stof.
  
  
• Voorbeeld:
    Calcium (beenderen) en Ijzer (hemoglobine in het bloed)

Functies voedingsstoffen

Vitaminen:

• Bouwstoffen en beschermende stoffen.
  
  
• Worden aangegeven met een letter (vit A, vit B, enz.)

Wat heb je geleerd?

Samenwerkend leren

3 of 4 groepen

elk groep 1 nummer en 1 onderwerp

voorbereiding 10 min

presentaties max 4 minuten per groep

maak gebruik van een mindmap

Samenwerkend leren

Groep 1: bouwstoffen; welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn bouwstoffen en wat doet je lichaam met bouwstoffen?

Groep 2: brandstoffen; welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn brandstoffen en wat doet je lichaam ermee?

Groep 3: reservestoffen;  welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn reserve stoffen en wat doet je lichaam ermee?

Groep 4: beschermende stoffen;  welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn beschermende stoffen en wat doet je lichaam ermee?

Vragen?

Huiswerk voor de volgende les:

thema 12 , basisstof 2 

Opdracht 1 t/m 6