2021 2VM 5.1 Koop jij op de markt?

5.1 Koop jij op de markt? 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.1 Koop jij op de markt? 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg 5.1 
  3. Quiz
  4. Extra oefening
  5. Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. Uitleggen wat marketing is
  2. Uitleggen wat het verschil tussen een weekmarkt en fysiek markt is 
  3. Uitleggen wat vraag is en hiervan voorbeelden benoemen
  4. Uitleggen wat aanbod is en hiervan voorbeelden benoemen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Marketing
  • = alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen
  • Voorbeelden?


Slide 5 - Diapositive

Marketing - voorbeelden
- tv-reclame voor een nieuwe telefoon
- advertentie voor een evenement in een krant
- kortingsactie voor make-up
- opvallende, kleurrijke verpakking
- verkoop via een winkel en via een webshop
- deskundig personeel dat alles weet over laptops
- het aanbieden van frisdrank in zes verschillende smaken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vraag en aanbod
Vraag = als wij (consumenten) iets kopen

Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden

Slide 8 - Diapositive

Markten
Plaats (concreet of abstract) waar vraag en aanbod samen komen

Weekmartk = vragers en aanbieders ontmoeten elkaar in het écht, oftewel 
plaatsen waar handelaren hun goederen te koop aanbieden. Consumenten komen daar om iets te kopen.

Woningmarkt = Het totaal van alle woningen die te koop staan en mensen die op zoek zijn naar een woning 

Slide 9 - Diapositive

Controlevragen
Donny heeft op de markt een kraampje met Ajax-fanartikelen = aanbod

Bregje wil nieuwe Ted Baker-schoenen = vraag

Meneer Horsch was lange tijd op zoek naar een niet al te dure woning = vraag

In de supermarktfolder staan veel producten voor een lagere prijs = aanbod








Slide 10 - Diapositive

Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen noem je ..
A
Promotie
B
Reclame
C
Adverteren
D
Marketing

Slide 11 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

Nike presenteert een nieuwe soort sportschoen
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 12 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

Je bent op zoek naar een tweedehands fiest
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 13 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

De supermarkt heeft chocolade in de aanbieding
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 14 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

Pien wil nieuwe Nike schoenen
A
Aanbod
B
Vraag

Slide 15 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

"Apple presenteert een nieuwe telefoon"
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 16 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod:

"Je wil een nieuwe computer gaan kopen"
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 17 - Quiz

Een veemarkt is een voorbeeld van een...
A
Concrete markt
B
Jaarmarkt
C
Weekmarkt
D
Abstracte markt

Slide 18 - Quiz

De schoolkantine verandert het aanbod. De saucijzenbroodjes, warme kaasbroodjes en broodjes kroket worden vervangen door het broodje gezond.

Energiedrankjes en frisdrank wordt vervangen door sinaasappelsap. Verder blijft het aanbod gelijk.

Is het aanbod in de schoolkantine gegroeid of juist gekrompen?
A
Gegroeid, want het aantal producten is gestegen
B
Gekrompen, het aantal producten is kleiner geworden.
C
Gegroeid, want er zijn meer gezonde dingen te koop.
D
Gekrompen, de schoolkantine is minder vaak open.

Slide 19 - Quiz

Welke markt kun je bezoeken?
A
De weekmarkt
B
De huizenmarkt

Slide 20 - Quiz

Kan je "de woningmarkt" echt bezoeken?
A
Ja, dat kan elke zaterdag
B
Nee, dit is een begrip;Het totaal van alle woningen die te koop staan en de mensen die ze willen kopen
C
Alleen op afspraak

Slide 21 - Quiz

Het aanbod op de woningmarkt stijgt. Wat betekent dat?
A
Er komen meer huizen in de verkoop
B
Er worden minder nieuwe woningen gebouwd.
C
Meer mensen willen een huis kopen.
D
Mensen blijven langer in hetzelfde huis wonen

Slide 22 - Quiz

Wat hebben we geleerd? 

Slide 23 - Diapositive