WK 13 woordenschat H4

timer
15:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Vandaag: pleonasme / tautologie

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Je weet wat tautologie en pleonasme is.
  • Je kunt tautologie en pleonasme in zinnen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 5 - Diapositive

Pleonasme / tautologie

Slide 6 - Diapositive

pleonasme of tautologie?

Je moet je verplicht inschrijven voor de cursus.

De politie vroeg of ik exact wilde vertellen hoe alles precies was gegaan.

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat hfst. 4opdracht 1+2 maken
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quiz

De dingen zwart/wit zien.
A
pleonasme
B
tegenstelling
C
climax
D
vergelijking

Slide 10 - Quiz

Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
foutieve tautologie
D
foutief pleonasme

Slide 11 - Quiz

Pleonasme
Tautologie
Bedenk een voorbeeld
van een pleonasme en een tautologie

Slide 12 - Carte mentale

Tekst
We hebben ons te barsten gelachen.
Ik heb hem opgetelefoneerd.
Hij lacht als een boer met kiespijn. 
Hij heeft zijn werk nauwkeurig en exact gemaakt.
De gele maan schijnt aan de hemel. 
Ik werk liever op een Samsung dan op een Apple. 
Metonymia
Contaminatie
Tautologie
verglijking met als
Hyperbool
Pleonasme

Slide 13 - Question de remorquage

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 14 - Quiz

Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 15 - Quiz

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 16 - Quiz

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quiz

Wis en waarachtig is een
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quiz

Hij pakte het koude ijs.
A
pleonasme
B
personificatie
C
metonymia
D
tautologie

Slide 19 - Quiz

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie

Slide 20 - Quiz

De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 21 - Quiz

Verzin zelf eens een pleonasme.

Slide 22 - Question ouverte

Kun je zelf nog een tautologie verzinnen?

Slide 23 - Question ouverte

Maken blz 152 t/m 155 opgaven 1 t/m 5

Slide 24 - Diapositive

Maak een foto van je werk

Slide 25 - Question ouverte