Oefentoets blok 1 en 2 van thema 1

Oefentoets Blok 1 en 2
Mens en Maatschappij:
Oefentoets blok 1 en blok 2 van thema 1
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Blok 1 en 2
Mens en Maatschappij:
Oefentoets blok 1 en blok 2 van thema 1

Slide 1 - Diapositive

Welk begrip past bij de volgende beschrijving: "De uitleg van kleuren en symbolen op de kaart"
A
Agenda
B
Legenda
C
prehistorie
D
Urgenda

Slide 2 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende beschrijving: "Periode uit de geschiedenis"
A
het tijdvak
B
de periode
C
het tijdblok
D
de tijdklok

Slide 3 - Quiz

De denkbeeldige cirkel op de aardbol die precies even ver van de noordpool als de zuidpool ligt, noemen we:
A
Het rondje
B
De avatar
C
De cirkel
D
De evenaar

Slide 4 - Quiz

Wat is géén inrichtingselement?
A
een snelweg
B
een auto
C
een kantoorgebouw
D
een schoolgebouw

Slide 5 - Quiz

Wat is géén natuurlijk element?
A
Een rivier
B
de zee
C
een weg
D
een berg

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort bron
zien we hier?
A
Een indirecte bron van voor de historie
B
Een directe, geschreven bron uit de historie
C
Een geschreven bron uit de prehistorie
D
Een ongeschreven bron uit de historie

Slide 7 - Quiz

De historie is de tijd waarin mensen .................. kunnen lezen en schrijven
A
wel
B
niet

Slide 8 - Quiz

Trijntje (gevonden in Hardinxveld) leefde in de:
A
Oudheid
B
Prehistorie
C
historie
D
Middeleeuwen

Slide 9 - Quiz

Wat kunnen we daardoor NIET weten?
A
Wat voor voedsel zij at
B
Welke taal zij sprak
C
Of ze een man of vrouw was
D
Of ze is begraven of toevallig zo is neergelegd

Slide 10 - Quiz

Op welke kaart zie je de meeste details?
A
een topografische kaart
B
een thematische kaart
C
een ansichtkaart
D
een open kaart

Slide 11 - Quiz

In welk tijdvak leven wij nu?
A
Tijd van jagers en boeren
B
tijd van monniken en ridders
C
tijd van de wereldoorlogen
D
tijd van de televisie en de computer

Slide 12 - Quiz

Waarom duurt het eerste tijdvak zo lang?
A
Omdat we er veel van weten
B
omdat we er weinig van weten

Slide 13 - Quiz

Een tijdvak begint meestal met:
A
de geboorte van een belangrijk persoon
B
een aardbeving
C
een belangrijke verandering
D
een onbelangrijke voetbalwedstrijd

Slide 14 - Quiz

Onze jaartelling begint met een belangrijke gebeurtenis:
A
De geboorte van Christus
B
Het ontstaan van het Romeinse Rijk
C
De oudste Nederlandse bron
D
Het begin van de wereld

Slide 15 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van directe bronnen? Meerdere antwoorden goed.
A
pijlpunt
B
dagboek
C
foto van een schilderij
D
een boek geschreven door iemand uit onze tijd over de Romeinen

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van ongeschreven bronnen? Meerdere antwoorden goed
A
Een schilderij
B
Een dagboek
C
Een grotschildering
D
Een kleitablet

Slide 17 - Quiz

Waarom zijn mensen waarschijnlijk begonnen met het schrift te ontwikkelen?
A
Omdat ze daar zin in hadden
B
Omdat het handig/nodig was in hun leven
C
Omdat ze wilden laten zien wat ze allemaal konden
D
Omdat ze dachten zo meer oorlogen te winnen

Slide 18 - Quiz

Wat voor jaartelling zullen de mensen in Saudi-Arabië gebruiken?
A
De Christelijke
B
De Joodse
C
De Chinese
D
De Islamitische

Slide 19 - Quiz

Wat voor jaartelling zullen de mensen in Israël gebruiken?
A
De Joodse
B
De Islamitische
C
De Christelijke
D
De Chinese

Slide 20 - Quiz

Waarom zou Julius Caesar iemand mee hebben genomen om te schrijven over zijn veroveringen?
A
Zodat de waarheid kon worden opgeschreven
B
Zodat iedereen wist hoe hij echt was
C
Zodat hij kon bepalen wat er over hem werd geschreven
D
Omdat hij de schrijver een aardige man vond

Slide 21 - Quiz

Leg uit wat het verschil is tussen inzoomen en uitzoomen.

Slide 22 - Question ouverte

Leg uit wat een ingericht landschap is.

Slide 23 - Question ouverte

Geef drie voorbeelden van een inrichtingselement

Slide 24 - Question ouverte

Leg uit wat een natuurlandschap is

Slide 25 - Question ouverte

Geef drie voorbeelden van natuurlijke elementen

Slide 26 - Question ouverte

Thematische kaart
Overzichts
kaart

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is een denkbeeldige lijn van de Noordpool naar de Zuidpool?
A
Meridiaan
B
Evenaar
C
Lengtecirkel
D
Breedtecirkel

Slide 28 - Quiz

Wat is een denkbeeldige cirkel evenwijdig aan de evenaar?
A
Meridiaan
B
Evenaar
C
Lengtecirkel
D
Breedtecirkel

Slide 29 - Quiz

Televisie en Computers
Grieken & Romeinen
Wereld-oorlogen
Burgers & Stoom-machines
Steden & Staten
Pruiken & Revoluties
Ontdekkers & Hervormers
Regenten & Vorsten
Jagers & Boeren
Monniken & Ridders

Slide 30 - Question de remorquage

Om wat voor soort bron gaat het?
Geschreven bron
Ongeschreven bron
Een schilderij
Een dagboek
Een foto
Een boodschappenlijstje 
Potscherven
Een grottekening

Slide 31 - Question de remorquage

Hoe heet de tijd voordat het schrift uitgevonden werd?
A
Voorschrift
B
Historie
C
Prehistorie
D
Geschiedenis

Slide 32 - Quiz

Oefenen met eeuwen.

1 eeuw = 100 jaar
•De 1e eeuw duurt van______ tot ______

•De _______ eeuw duurt van 301 tot 400

•De 6e eeuw duurt van______ tot ______

•De _______ eeuw duurt van 900 tot 1000

•De 12e eeuw duurt van______ tot ______

•De ______ eeuw duurt van 1600 tot 1700

•De 19e eeuw duurt van______ tot ______

•De ______ eeuw duurt van 1900 tot 2000

•De 21e eeuw duurt van______ tot ______


100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1100
1200
1300
1400
1500
1600
1700
1800
1900
2000
2100
2200
2300
2400
1e
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
11e
12e
13e
14e
15e
16e
17e
18e
19e
20e
21e
22e
23e
24e
1

Slide 33 - Question de remorquage