Oefentoets blok 1 en 2 van thema 1

Oefentoets Blok 1 en 2
Mens en Maatschappij:
Oefentoets blok 1 en blok 2 van thema 1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Blok 1 en 2
Mens en Maatschappij:
Oefentoets blok 1 en blok 2 van thema 1

Slide 1 - Diapositive

Welk begrip past bij de volgende beschrijving: "De uitleg van kleuren en symbolen op de kaart"
A
Agenda
B
Legenda
C
prehistorie
D
Urgenda

Slide 2 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende beschrijving: "Periode uit de geschiedenis"
A
het tijdvak
B
de periode
C
het tijdblok
D
de tijdklok

Slide 3 - Quiz

De denkbeeldige cirkel op de aardbol die precies even ver van de noordpool als de zuidpool ligt, noemen we:
A
Het rondje
B
De avatar
C
De cirkel
D
De evenaar

Slide 4 - Quiz

Wat is géén inrichtingselement?
A
een snelweg
B
een auto
C
een kantoorgebouw
D
een schoolgebouw

Slide 5 - Quiz

Wat is géén natuurlijk element?
A
Een rivier
B
de zee
C
een weg
D
een berg

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort bron
zien we hier?
A
Een indirecte bron van voor de historie
B
Een directe, geschreven bron uit de historie
C
Een geschreven bron uit de prehistorie
D
Een ongeschreven bron uit de historie

Slide 7 - Quiz

De historie is de tijd waarin mensen .................. kunnen lezen en schrijven
A
wel
B
niet

Slide 8 - Quiz

Trijntje (gevonden in Hardinxveld) leefde in de:
A
Oudheid
B
Prehistorie
C
historie
D
Middeleeuwen

Slide 9 - Quiz

Wat kunnen we daardoor NIET weten?
A
Wat voor voedsel zij at
B
Welke taal zij sprak
C
Of ze een man of vrouw was
D
Of ze is begraven of toevallig zo is neergelegd

Slide 10 - Quiz

Op welke kaart zie je de meeste details?
A
een topografische kaart
B
een thematische kaart
C
een ansichtkaart
D
een open kaart

Slide 11 - Quiz

In welk tijdvak leven wij nu?
A
Tijd van jagers en boeren
B
tijd van monniken en ridders
C
tijd van de wereldoorlogen
D
tijd van de televisie en de computer

Slide 12 - Quiz

Waarom duurt het eerste tijdvak zo lang?
A
Omdat we er veel van weten
B
omdat we er weinig van weten

Slide 13 - Quiz

Een tijdvak begint meestal met:
A
de geboorte van een belangrijk persoon
B
een aardbeving
C
een belangrijke verandering
D
een onbelangrijke voetbalwedstrijd

Slide 14 - Quiz

Onze jaartelling begint met een belangrijke gebeurtenis:
A
De geboorte van Christus
B
Het ontstaan van het Romeinse Rijk
C
De oudste Nederlandse bron
D
Het begin van de wereld

Slide 15 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van directe bronnen? Meerdere antwoorden goed.
A
pijlpunt
B
dagboek
C
foto van een schilderij
D
een boek geschreven door iemand uit onze tijd over de Romeinen

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van ongeschreven bronnen? Meerdere antwoorden goed
A
Een schilderij
B
Een dagboek
C
Een grotschildering
D
Een kleitablet

Slide 17 - Quiz

Waarom zijn mensen waarschijnlijk begonnen met het schrift te ontwikkelen?
A
Omdat ze daar zin in hadden
B
Omdat het handig/nodig was in hun leven
C
Omdat ze wilden laten zien wat ze allemaal konden
D
Omdat ze dachten zo meer oorlogen te winnen

Slide 18 - Quiz

Wat voor jaartelling zullen de mensen in Saudi-Arabië gebruiken?
A
De Christelijke
B
De Joodse
C
De Chinese
D
De Islamitische

Slide 19 - Quiz

Wat voor jaartelling zullen de mensen in Israël gebruiken?
A
De Joodse
B
De Islamitische
C
De Christelijke
D
De Chinese

Slide 20 - Quiz

Waarom zou Julius Caesar iemand mee hebben genomen om te schrijven over zijn veroveringen?
A
Zodat de waarheid kon worden opgeschreven
B
Zodat iedereen wist hoe hij echt was
C
Zodat hij kon bepalen wat er over hem werd geschreven
D
Omdat hij de schrijver een aardige man vond

Slide 21 - Quiz