Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schaarste in economie
Wanneer er productiemiddelen zijn ingezet (opgeofferd) om het te maken is een product schaarst
Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Lotte heeft €10 op haar prepaid kaart staan Budget = €10 1 belminuut €0,20 1 MB = €0,08 Hoeveel kan ze maximaal bellen? Hoeveel kan ze maximaal internetten?
Slide 5 - Question ouverte
B: 10 : 0,20 = 50 minuten
I: 10 : 0,08 =125 mb
Teken deze lijn
Slide 6 - Diapositive
Welk punt is betaalbaar bij budget €10 en dus lijn I
A
A
B
B
Slide 7 - Quiz
Waarom wordt niet gekozen voor punt A?
Slide 8 - Question ouverte
Opofferingskosten
Omdat je middelen maar 1 keer kan inzetten, moet je keuzes maken. De keuze die je niet maakt offer je op. Dit doe je omdat je keuze die je wel maakt, je meer waard is
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
€30
€10
€15
€15
€ 60
€ 50
€20
€10
€20
€20
€15
€0
Slide 11 - Question de remorquage
Slide 12 - Diapositive
Transactiekosten
Alle inspanningen die gedaan moeten worden om een ruil (transactie) tussen 2 ruilende partijen tot stand te brengen
Slide 13 - Diapositive
Dan doe je waar je het minst slecht in bent
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Welke taak zou Roy het beste kunnen gaan doen?
A
Koken
B
Schoonmaken
Slide 17 - Quiz
Taakverdeling
Wie doe welke taak, dit hangt af van hoeveel slechter je er in bent dan de ander.
Waar jij procentueel het minst slecht in bent ga jij doen
Slide 18 - Diapositive
Hoeveel % is Roy slechter in koken dan Fatima
Slide 19 - Question ouverte
Hoeveel % is Roy slechter in schoonmaken dan Fatima