Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Unit 2 Lesson 2
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
25 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
English this week
Goals this week:
- Knowing words about 'media'
- Understanding the 'past simple' and 'present perfect' and how to use them
- Knowing the irregular verbs
- Recognising the main topic of a discussion
- Understanding the important points in TV news segments t s
Slide 2 - Diapositive
Goals this class
- Understanding the 'past simple' and 'present perfect' and how to use them
Slide 3 - Diapositive
I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple
Slide 4 - Question de remorquage
I learned my lesson.
I have learned my lesson and will never do that again.
Present Perfect
Past Simple
Slide 5 - Question de remorquage
Past simpe and present perfect
Slide 6 - Diapositive
Present simple / present continuous
Slide 7 - Diapositive
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Last weekend, I ____ (find) a wallet.
Slide 8 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
When the teacher asked him something, he _____ (not know) the answer.
Slide 9 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ you _____ (like) being in the school band when you were young?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My mum _____ just ____ (wash) my new jacket.
Slide 12 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My friends _____ (not watch) that new movie yet.
Slide 13 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ your brother ever _____ (play) guitar?
Slide 14 - Question ouverte
Past simple
- Verleden tijd
- Afgelopen
- Tijdsbepaling
werkwoord + ed
OF 2e rijtje
onr. ww (blz. 170/178/190)
Present perfect
In het verleden begonnen en;
- nu nog aan de gang
- resultaat merkbaar
has/have + ww+ed
OF
has/have + onr. ww. 3e rijtje
Slide 15 - Diapositive
past simple vs present perfect
I
worked
in Zutphen for seven years.
(ik werk er nu dus niet meer)
I
went
to New York in 2015.
(1x in 2015)
I
have worked
for Shell for three years.
(en ik werk er nu nog steeds)
I
have been
to New York twice.
(ooit eens geweest, gaat om de ervaring)
Slide 16 - Diapositive
Past Simple Present Perfect
Slide 17 - Diapositive
Ik twijfel nog...
1. Is het op dit moment nog aan de gang?
Ja = present perfect Nee = volgende vraag
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
Ja = present perfect Nee = volgende vraag
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja = present perfect Nee = past simple
Slide 18 - Diapositive
Kies de juiste tijd:
I went to my friend last night.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/resultaat)
Slide 19 - Quiz
Kies de juiste tijd:
I have seen that movie before!
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/resultaat/ervaringen)
Slide 20 - Quiz
3. My mother ________ (work/not) yesterday.
Slide 21 - Question ouverte
4. My sister _________ (live) in Breda since 2018.
Slide 22 - Question ouverte
Now it's your turn!
Do: Unit 2, Lesson 2 ex. 5, 6 & 7 (p. 67, 68, 69)
Ready?
- Learn the irregular verbs (p. 190-191)
- Learn the words Unit 2 Lesson 2 (p. 109-110)
Slide 23 - Diapositive
Day 2: English this week
Goals this week:
- Writing a good English sentence with the right word order
- Describing feelings and events in personal notes,
emails or on social media
- Responding to advertisements
- Writing a short, simple report
Slide 24 - Diapositive
Do you remember last class?
Word order
Slide 25 - Diapositive
Kies de juiste volgorde/ choose the right wordorder
A
Wie - doet - waar - wat - wanneer
B
Wie - doet - waar - wanneer - wat
C
Wie - doet - wat - wanneer - waar
D
Wie - doet - wat - waar - wanneer
Slide 26 - Quiz
Woordvolgorde van een Engelse zin
Let op:
- TIJD kan ook vooraan in de zin (als je er de nadruk op wilt leggen)
- woorden die aangeven HOE VAAK iets gebeurd (always, often, never, usually, sometimes)
=> komen
VOOR
het hoofdwerkwoord, maar NA ‘am/are/is/was/were’.
Slide 27 - Diapositive
Lesson 3: Online shopping
Do you know the words about 'online shopping'?
Slide 28 - Diapositive
asking price
refund
to collect
aankoop
aantal
allerlei
beantwoorden
een bod doen
kassa
momenteel
op voorraad
ophalen
terugbetalen
winkelwagen
vraagprijs
checkout
purchase
shopping cart
variety
in stock
quantity
to respond to
to make an offer
currently
Slide 29 - Question de remorquage
past simple vs present perfect
Slide 30 - Diapositive
to reveal
skill
to become
bekendheid
delen
doorbraak
eigenschap
omgaan met
steun
uitblinken in
uitdagen
worden
vaardigheid
stem
onthullen
support
fame
voice
break
to challange
trait
to respond to
to interact with
to excel at
Slide 31 - Question de remorquage
Kies de juiste tijd:
I have been at Pinkpop for 2 years now.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/resultaat/ervaringen)
Slide 32 - Quiz
1. I ___________ (never/meet) my grandparents.
Slide 33 - Question ouverte
2. We ________ (eat) sushi last night.
Slide 34 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Yesterday, they ____ (cancel) the match because of the frost.
Slide 35 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
This morning I _____ (not hear) the alarmclock.
Slide 36 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ she _____ (tell) you my secret?
Slide 37 - Question ouverte
Writing, Lesson 3 exercises
1. Read the word about 'online shopping' page 190 and the expressions ons page 191.
2. Read the texts and do ex. 1, 2 & 3 (blz. 158)
2. Check your work. Use the answers in Teams.
Slide 38 - Diapositive
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
I _____ already _____ (see) that movie twice.
Slide 39 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
My father _____ (not read) the paper yet.
Slide 40 - Question ouverte
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
___ you ever _____ (hear) of that fairy tale?
Slide 41 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Past Simple vs. Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
SC Lj 3 Past simple or present perfect
Décembre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Tenses
Novembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2-4
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
52 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
MC T3 Past simple and present perfect
Novembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Recap Present Perfect vs Past Simple
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juin 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
Août 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4