Les 1 De arbeidsmarkt

Keuzedeel Solliciteren
Les 1 De arbeidsmarkt
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SolliciterenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 4 min

Éléments de cette leçon

Keuzedeel Solliciteren
Les 1 De arbeidsmarkt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?
  • Je leert waarom mensen werken.
  • Je leert welke verschillende soorten werk er zijn.
  • Je leert dat er verschillende soorten werktijden zijn.
  • Je leert wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 1 
in het werkboekje.

Geef antwoord op de vragen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je werkt, kun je:
  • je eigen geld verdienen;
  • contact met andere mensen maken;
  • nieuwe dingen leren;
  • de taal beter leren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is voor jou het meest belangrijk als je gaat werken?
Je eigen geld verdienen.
Contact met andere mensen maken.
Nieuwe dingen leren.
De taal beter leren.

Slide 5 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten werk
Er is betaald werk en vrijwilligerswerk.

  • Betaald werk is werk waar je geld voor krijgt: je salaris.
  • Vrijwilligerswerk is werk zonder salaris. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkvraag
Waarom kan het slim zijn om eerst vrijwilligerswerk te doen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkvraag
Waarom kan het slim zijn om eerst vrijwilligerswerk te doen?
Welke andere reden kunnen jullie nog bedenken?

Slide 9 - Diapositive

Namen van studenten voorafgaand aan de les invoeren in het rad. 
Verschillende soorten werk
Er is tijdelijk werk en vast werk.
  • Tijdelijk werk is werk voor een korte tijd, bijvoorbeeld een halfjaar. 
  • Bij vast werk doe je dat werk voor langere tijd. 
  • Vaak is een baan eerst tijdelijk en daarna vast. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten werk
Een flexwerker is iemand die tijdelijk werk doet dat nooit een vaste baan kan worden. Zo iemand werkt bijvoorbeeld voor een uitzendbureau

Een invalkracht is iemand die geen vaste dagen of uren werkt. Maar iemand die komt werken als het bedrijf hem nodig heeft. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten werk
Je kan ook een eigen bedrijf hebben. 

Als je een eigen bedrijf hebt werk je niet voor een baas. Je werkt voor jezelf. Je bent dan zelfstandig ondernemer
Je hebt bijvoorbeeld een eigen winkel of kapsalon. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten werk
Als je werkt zonder belasting te betalen, werk je zwart.
Zwart werk of zwartwerken is verboden.

Als je werkt en wel belasting betaald, heet dat wit werk


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werktijden
Parttime of fulltime
  • Als je de hele week werkt, werk je fulltime.
  • Parttime betekent dat je niet de hele week werkt, maar bijvoorbeeld 2 of 3 dagen of 5 halve dagen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werktijden
Regelmatige of onregelmatige werktijden
  • Iemand die regelmatige werktijden heeft, werkt elke dag op dezelfde tijd.
  • Iemand die onregelmatige werktijden heeft, werkt op verschillende tijden. Bijvoorbeeld: soms 's nachts en soms overdag. 
  • Parttime betekent dat je niet de hele week werkt, maar bijvoorbeeld 2 of 3 dagen of 5 halve dagen. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige 
of
onregelmatige werktijden?

Slide 16 - Diapositive

Studenten per afgebeeld beroep laten raden/benoemen of dit beroep regelmatige of onregelmatige werktijden heeft. 
Werknemer en werkgever
Een werkgever is de baas. Hij betaalt salaris aan de werknemers. De werknemers werken voor hem. 

Bijvoorbeeld: Aziz is de baas (de werkgever) van een autogarage. Er werken 2 automonteurs bij Aziz en 1 secretaresse. De automonteurs en de secretaresse zijn de werknemers van Aziz. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 2 
in het werkboekje.

Wat hoort bij elkaar? Trek een lijn.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 3 
in het werkboekje.

Welke keuzes maak jij?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet jij nu......?
  • waarom mensen werken?
  • welke verschillende soorten werk er zijn?
  • dat er verschillende soorten werktijden zijn?
  • wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond jij van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week:
Les 2 Wat wil ik en wat kan ik?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions