plannen van zorg /quiz

Wat is methodisch werken?
1 / 23
suivant
Slide 1: Carte mentale
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is methodisch werken?

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

METHODISCH WERKEN
Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
In de VVT wordt het zorgleefplan gebruikt, in de gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan en in de GGZ
het begeleidingsplan.  
De basis is hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd. 

Slide 2 - Diapositive

VVT Verpleeg- en verzorghuizen en thuiszorg

gegevens verzamelen, verpleegkundige diagnose, verpleegdoelen, plannen, uitvoeren, evalueren.
A
dit is de juiste methodische cyclus
B
dit is niet de juiste volgorde

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2022
SMART DOELEN
Formuleren

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen moeten SMART zijn!
Specifiek - duidelijk en concreet
Meetbaar - in tijd/weken/afstand - denk aan: nulmeting
Acceptabel - instemming en draagvlak
Relevant - is het haalbaar? 
Tijdsgeboden - start en eind- datum/periode

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande verpleegdoelen is juist (SMART) geformuleerd?
A
Kevin eet binnen een week zijn maaltijd.
B
Mevr. van Galen is niet meer bang voor de operatie.
C
Moniek loopt over een week zelfstandig met de rollator naar de recreatieruimte.
D
Pieter is over een week niet meer agressief.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5: Rapporteren (SOAP)
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen. (PVA)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rapporteren volgens de SOAP formule. Welke informatie zet je bij de P?
A
Na overleg met de arts geven we mevr. vanavond een rustgevend medicijn.
B
De oorzaak van de onrust van mevr. is haar onzekerheid over de uitslag.
C
Mevr. zegt sinds gisterenochtend continue hoofdpijn te hebben.
D
Ik heb een goed gesprek gehad met mevr. over de zorgen die zij heeft over haar man.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpleegprobleem
De reactie van een zorgvrager op een potentieel of actueel gezondheidsprobleem wordt als probleem aan de verpleegkundige gepresenteerd in de vorm van een vraag of klacht. 

Als dit probleem valt binnen het verpleegkundig beroepsdomein dan spreekt men van een verpleegprobleem.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpleegproblemen zijn geen.....
A
medische problemen
B
problemen die binnen het verpleegkundig vakgebied vallen.
C
menselijke reacties op gezondheidsproblemen
D
onoplosbare problemen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

cliënten dossiers moet alle gegevens over gezondheid, uitvoerende handelingen en zorg die geboden wordt bevatten. In welke wet staat dit?
A
BIG
B
WMO
C
WLZ
D
WGBO

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Wet langdurige zorg (WLZ) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening.

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verpleegdoel kan worden geformuleerd volgens
A
Rumba en Omaha
B
Smart en Omaha
C
Rumba en Smart
D
Pes en Smart

Slide 13 - Quiz

OMAHA = classificatiesysteem

RUMBA
Relevant
Understandable
Measurable
Behavioral - gedragstermen/ actiepunten
Attainable - haalbaar


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SBAR
Situation (Situatie): Wie ben jij? Over welke zorgvrager gaat het? Wat is het probleem?

Background (Achtergrond): Wat is de voorgeschiedenis?
Assessment (Beoordeling): Wat is jouw beoordeling van de problemen in deze situatie?
Recommendation (Aanbeveling): Wat wil je dat er gebeurt?


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnen de SBAR heeft de B betrekking op....
A
informatie over de cliënt en jezelf
B
Relevante voorgeschiedenis, behandeling en medicatie
C
Anamnese en aanvullende diagnostiek
D
Basisbehoeften

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De eerste stap van klinisch redeneren is
A
klinisch beleid.
B
oriënteren op de situatie.
C
aanvullend onderzoek.
D
opereren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een potentieel probleem is ......
A
een probleem dat zich nu afspeelt
B
een probleem dat acuut is
C
een probleem dat zich mogelijk gaat afspelen
D
een probleem dat eigenlijk afgesloten kan worden.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Produkt = resultaat of doel

Tijdens een (leer)proces werken we bewust naar een concreet doel toe, een product
Proces =  de weg waarlangs we bij dat doel willen komen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vraag is relevant voor een produkt evaluatie?
A
Heeft u het naar uw zin op de afdeling?
B
Ligt u lekker op dit moment?
C
Heeft u vandaag 1 liter water gedronken?
D
Hebben we de cliënt voldoende ondersteunt tijdens de revalidatie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klinisch redeneren?
A
Eigen observaties en interpretaties worden gekoppeld aan je medische kennis.
B
Door je medische kennis weet je welke stappen je moet zetten.
C
Je kan inschatten of iemand opgenomen moet worden in het ziekenhuis .
D
Je discussieert met collega's over de doelen die een zorgvrager heeft.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions