Oefentoets Unité 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets unité 2 

Bonne chance!

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
J'ai deux ... chats. (petit)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Mon père a une moto ... (noir)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Sophie et Sarah sont deux filles ... (français)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Ce livre est très ... (intéressant)

Welk woord is correct?

schrijf het Franse woord op

Kies het juiste woord.
Ma mère a oublié son ... , elle ne peut pas payer. (stylo / porte-monnaie / début)

Kies het juiste woord.
Tu veux ... chez moi ce soir?
(épeler, manger, préparer)

J'ai ... dix euros à mon frère.
(emprunté, expliqué, économisé)

... du magasin est sympathique.
(la somme, la vendeuse, la ferme)

Vertaal het woord

kies het juiste woord

schrijf eerst het Nederlands op, gebruik dan een komma spatie en schrijf dan het Franse woord op

Kies het juiste woord, noteer het en vertaal het!
J'adore cette ... qui passe à la télévision.
(reclame, uitstapje)

J'ai été en vacances en
Italie. Je suis très ...
(bruin, streng)

Passé composé 

avoir

etre 

Zet het w.w. tussen haakjes in de passé composé, vergeet het hulpw.w. niet!
Nous ... une bonne nouvelle. (avoir)

Zet het w.w. tussen haakjes in de passé composé, vergeet het hulpw.w. niet!
Tu ... au collège ce matin? (être)

Zet het w.w. tussen haakjes in de passé composé, vergeet het hulpw.w. niet!
J' ... en Italie en vacances. (être)

Zet het w.w. tussen haakjes in de passé composé, vergeet het hulpw.w. niet!
Anne ... un petit frère. (avoir)

Zet het w.w. in de juiste vorm.
Vous ... le bus? (attendre, présent)

Zet het w.w. in de juiste vorm.
Le boulanger ... des baguettes. (vendre, présent)

Zet het w.w. in de juiste vorm.
J' ... mon porte-monnaie. (perdre, passé composé)

Vertaal:
On peut prendre le bus.

1. Men kan de bus nemen.
2. Jij kunt de bus nemen.
3. Zij kunnen de bus nemen.
4. We kunnen de bus nemen.

Vertaal :
Tu fais quoi comme boulot?

Vertaal :
Ik heb absoluut geld nodig.

1. J'ai parfaitement besoin d'argent.
2. Je n'ai pas besoin d'argent.
3. J'ai absolument besoin d'argent.
4. J'en ai marre d'avoir besoin d'argent.

DONNE TON AVIS!
Hoe goed ga jij je voorbereiden voor de laatste toets?!

😒🙁😐🙂😃

Retour au planning