3.1 De opkomst van de islam

3.1 De opkomst van de islam
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3.1 De opkomst van de islam

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de islam is ontstaan, hoe deze godsdienst zich heeft verspreid en wat de belangrijkste kenmerken van de islam zijn.

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je al
over de islam?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Het verhaal van Mohammed
Hij leefde van 570 tot 632 n.Chr en woonde in Mekka
Mohammed kreeg een boodschap van Allah (= God) en werd zijn profeet (= boodschapper)
Steeds meer mensen werden moslim, zij hoorde bij het geloof: de islam.
De boodschappen van God werden na Mohammeds dood opgeschreven in de  Koran ( = het heilige boek van de moslims). 

Slide 7 - Diapositive

Veel goden of één god? 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 8 - Diapositive

Ontstaan islam
  • In Mekka wilde men niets van de boodschap van Mohammed weten
  • 622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
  • -> start islamitische jaartelling

Slide 9 - Diapositive

Het geloof: de islam


  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 10 - Diapositive

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 11 - Diapositive

Veroveringen 
Vanaf 632

  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • Deze veroveringen werden een jihad (= heilige strijd) genoemd.
  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De Arabische cultuur
In het Arabische rijk ontstond de Arabische cultuur. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn:
  1. het Arabische schrift
  2. het Arabisch als hoofdtaal
  3. islam is de belangrijkste godsdienst
Vanaf 756 viel het rijk uiteen, maar in alle gebieden bleef de Arabische cultuur belangrijk. Daarom worden deze gebieden de Arabische wereld genoemd (zie volgende dia).

Slide 14 - Diapositive

soennitisch
sjiitisch
ibadisch

Slide 15 - Diapositive

Hagia Sophia, Istanbul, Turkije
Taj Mahal, Agra, India

Slide 16 - Diapositive

Tot slot....
... twee korte verwerkingsopdrachten en 2 oefenvragen
Maak de juiste combinaties door te slepen.

Slide 17 - Diapositive

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
1 God
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 18 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
de bewoners van deze stad geloofden in meerdere goden en verzetten zich tegen Mohammed
de god van de moslims
 stad waar Mohammed een islamitische staat stichtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Vraag 1 (4 punten)
Uit deze bron kunnen twee oorzaken voor de snelle verspreiding van de islam worden afgeleid.
Noem beide oorzaken en geef bij elke oorzaak aan waardoor die bijdraagt aan de snelle verspreiding van de islam.

Slide 21 - Question ouverte

Samenvatting 3.1
In Arabië begon de profeet Mohammed in 622 een nieuwe godsdienst met één god: de islam. Mohammed stichtte in Medina een islamitische staat. Hij werd politiek en geestelijk leider van deze staat.

Mohammeds opvolgers breidden het kalifaat uit door veroveringen. Het werd een Arabisch wereldrijk dat zich in 750 uitstrekte van Portugal tot India. 

In de Arabische wereld was er welvaart in de landbouwstedelijke samenleving. Er kwam een Arabische cultuur tot ontwikkeling. De islam was er de belangrijkste godsdienst. Moslims waren meestal verdraagzaam tegenover joden en christenen.

Slide 22 - Diapositive