Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Basis voor het rekenen met mol
- Wetenschappelijke notatie.
- Eenheden omrekenen en significantie.
- Rekenen van mol -> gram en gram -> mol
- Massa%
Slide 1 - Diapositive
Reken de eenheid om en zet hem weer in de wetenschappelijke notatie. Schrijf beide stappen op. 0,056 kg = ... g
Slide 2 - Question ouverte
Reken de volgende eenheid om:
20°C = ... K
Slide 3 - Question ouverte
Bereken het massa% chloor in chloroform
Schrijf de gehele berekening uit. C = 12,01 g/mol H = 1,008 g/mol en Cl = 35,45 g/mol
(CHCl3)
Slide 4 - Question ouverte
Bereken de molairemassa van methanol =
Schrijf de gehele berekening uit. C = 12,01 g/mol H = 1,008 g/mol O = 16,00 g/mol
CH3OH
Slide 5 - Question ouverte
Reken uit en schrijf de gehele berekening uit. Let op de significantie. Bereken de massa 5,00 mol ethanol =
CH3OH
Slide 6 - Question ouverte
Reken uit en schrijf de gehele berekening uit. Let op de significantie. Bereken de massa van mol glucose (C6H12O6) C = 12,01 g/mol H =1.-008 g/mol en O =16,00 g/mol
1,2⋅10−2
Slide 7 - Question ouverte
Als ik een glucose maak met 100g/ 250ml. Wat is dan de molariteit in mol/L? (Ga ervan uit dat suiker = glucose)
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de massa van een blokje goud met en volume van: Dichtheid goud:
20,0cm3
19,3g╱cm3
Slide 9 - Question ouverte
In welke vloeistoffen zinkt eikenhout met een dichtheid van 0,8 g/cm3
Slide 10 - Question ouverte
Reken uit en schrijf de gehele berekening uit. Let op de significantie. Bereken hoeveel mol overeen komt met 35,0 gram KCl K = 39,09 g/mol en Cl = 35,45 g/mol
Slide 11 - Question ouverte
Reken uit en schrijf de gehele berekening uit. Let op de significantie. Bereken hoeveel mol overeen komt met 3,4 kg Fe = 55,85 g/mol en O = 16,00 g/mol
Fe2O3
Slide 12 - Question ouverte
Bereken de molariteit (mol/L) van een oplossing van 5 gram NaF in 30 mL Na = 22,99 g/mol F = 19,00 g/mol