3.1 en 3.2 Domein Verhoudingen herkennen en vergelijken les 1

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Verhoudingen herkennen en gebruiken

Domein 3

Lesdoel

• Je leert verhoudingen herkennen.
  
  
• Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
  
  
• Je leert rekenen met verhoudingen.
  
  
• Je leert rekenen met verhoudingstabellen.

Wat zijn de leerdoelen?

• Je herkent verhoudingen 
• Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar. 
• Je kunt verhoudingentaal omzetten in rekentaal en andersom.

Welke verhouding hoort bij de afbeelding?

1. 1 rode vierkantjes :3 witte vierkantjes
2. 2 rode vierkantjes : 3 witte vierkantjes
3. 2 rode vierkantjes :5 witte vierkantjes

Wat is de verhouding
appel : banaan

1. 2:3
2. 2:5
3. 3:2

De verhouding van het aantal blauwe mappen met het aantal zwarte mappen is:
2 blauwe mappen : 4 zwart mappen.
Wat is de kleinste verhouding?

1. 1 blauwe map staat tot 2 zwarte mappen
2. 1 blauwe map staat tot 3 zwarte mappen
3. kan niet kleiner

Geef de verhouding tussen de grijze vierkantjes en de groende vierkantjes. Sleep de verhouding naar het plaatje

3:5

4:5

1:5

Bonbons

Evert koopt deze doos bonbons. 

Wat is de kleinste verhouding 
verpakte bonbonnetjes: onverpakte bonbonnetje

Even terug naar vroeger.

Gelijke verhoudingen

Verhoudingen worden altijd zo klein mogelijk gemaakt. Om ze vervolgens in het dagelijks leven te kunnen gebruiken, moet je ze kunnen vergroten. In een verhouding geldt: Wat je boven doet, doe je onder ook. De verhouding blijft dan gelijk, maar de getallen zijn anders.  

Voorbeeld 

De verhouding waarmee je bent begonnen (de kleinste verhouding)is altijd terug te vinden in de verhoudingen die gelijk zijn aan deze verhouding door beide getallen te delen door hetzelfde getal. 

  3 : 5

  6 : 10

  9 : 15

30 : 50 

1 : 3

2 : 6

3 : 9

4 : 12

5 : 15

Opgave 2 

Verbind de gelijke verhoudingen met elkaar. 

6 : 48

9 : 21

3 : 12

1 : 4 

1 : 8

3 : 7 

Noteren van verhoudingen

Als je de verhouding 1 : 7 hebt, dan betekent dat bijvoorbeeld dat je 1 deel siroop en 7 delen water in een glas schenkt om limonade te maken.
In dat glas zitten dan 8 delen in totaal. 

Opdracht  

Roland mengt de kleur oranje volgens de verhouding op de kaart. 

Wat is de kleinste verhouding Rode verf : Gele verf ?

**Denk hierbij aan de volgorde waarin dit wordt gevraagd.

Opdracht  

Wat is de kleinste verhouding Rode verf : Gele verf ?

400 : 250

  40 : 25

        ?

**Denk hierbij aan de volgorde waarin dit wordt gevraagd.

**Denk hierbij aan de volgorde waarin dit wordt gevraagd.

Wat is de kleinste verhouding
Rode verf : Gele verf?

Opdracht 

Wat is de kleinste verhouding Rode verf : Gele verf ?

400 : 250

40 : 25

8 : 5 

: 10

: 10

: 5

: 5

Opdracht 

Roland mengt de kleur oranje volgens de verhouding op de kaart. 

Hij heeft 2L rode verf. Hoeveel ml gele verf moet hij erbij doen om oranje te krijgen? 

*1l = 1000 ml

Opdracht 

Hij heeft 2L rode verf. Hoeveel ml gele verf moet hij erbij doen om oranje te krijgen? 

Je hebt van de rode verf 2L = 2000ml

       (rood) 400 : 250 (geel)

ml rood

ml geel

400

250

*1l = 1000 ml

2000

Opdracht 

Hij heeft 2L rode verf. Hoeveel ml gele verf moet hij erbij doen om oranje te krijgen? 

•    400 : 250
•    200 : 125
• 2000 : 1250

ml rood

ml geel

400

250

2000

1250

125

200

Opdracht 

Hij heeft 2L rode verf. Hoeveel ml gele verf moet hij erbij doen om oranje te krijgen? 

Je start met het omrekenen van de rode verf -> 2l = 2000 ml

400 : 250

4000 : 2500

2000 : 1250

Voor het einde van de les

Maak opdracht 12 en 13

Opdracht  

Brian gaat een vloer van 24 m2 egaliseren.

Hoeveel zakken vloervlak Egalisatie heeft hij nodig?

 

*egaliseren = gelijk maken van bijvoorbeeld een vloer

zakken

m2

1

3

24

?

Opdracht 

Hoeveel zakken  Egalisatie heb je nodig voor een vloer van 24 m² ?

• 1 zak         =   3 m² 
• 8 zakken = 24 m² 

zakken

m2

1

3

24

?

x8

Opdracht  

Louis gebruikt 90 kg Vloervlak Egalisatie.

Hoeveel zakken heeft hij moeten kopen voor 90 kg?

zakken

kg

1

20

?

90

?

In 1 zak zit 20 kg en dat is genoeg voor 3m²

Opdracht 

Louis gebruikt 90 kg

• 1 zak is 20 kg  
• 5 zakken is 100 kg
• 4,5 zakken zou 90 kg zijn.
  Je kan alleen geen halve zakken kopen. 

Maak voor de volgende les

3.1 Verhoudingen herkennen

3.2 Rekenen met verhoudingen