Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Film
Beschouwing - les 3
Slide 1 - Diapositive
Heb je je huiswerk gemaakt?
Huiswerk???
Kun je dat eten?
Ik wilde wel, maar toen...
Nee
Ja, ik ben ermee begonnen
Ja, ik heb alles gemaakt
Slide 2 - Sondage
Slide 3 - Vidéo
00:00
6. Bekijk V003
De choreografie van Slip bevat aspecten van pantomime en de dansers verwijzen met gebaren naar woorden die gelijktijdig worden gezongen. Beschrijf hiervan 3 voorbeelden.
Slide 4 - Diapositive
00:27
Bij de tekst: I won't keep watching you houdt de danseres haar handen voor de ogen van de danser.
Slide 5 - Diapositive
00:33
Bij de tekst Dance around in your smoke, draait de danser om zijn as.
Slide 6 - Diapositive
02:14
Het woord light krijgt in de gezongen tekst extra nadruk. Het
woord verwijst naar licht als tegenstelling van donker maar ook naar licht als tegenstelling tot zwaar. Als het woord wordt gezongen op de hier aangegeven momenten lijkt de danseres vederlicht te zijn.
Slide 7 - Diapositive
00:44
Het woord light krijgt in de gezongen tekst extra nadruk. Het
woord verwijst naar licht als tegenstelling van donker maar ook naar licht als tegenstelling tot zwaar. Als het woord wordt gezongen op de hier aangegeven momenten lijkt de danseres vederlicht te zijn.
Slide 8 - Diapositive
00:57
Bij de woorden safety nets vangt of raapt de danser de danseres op en houdt haar vervolgens stevig en veilig tegen zich aan
Slide 9 - Diapositive
01:06
Bij de woorden let go laat de danser de danseres bungelen en uiteindelijk
los.
Slide 10 - Diapositive
01:18
Als het refrein inzet met Or it’s gonna slip ... raken de twee dansers los
Slide 11 - Diapositive
01:36
Bij het woord slip (wegglippen) glijdt de danseres weg uit de
omarming van de danser.
Slide 12 - Diapositive
7. Beschrijf 2 momenten waar de hiphopstijl en de klassieke dans terug te zien zijn.
Slide 13 - Carte mentale
8. De camera is meer dan alleen maar een middel om de dans te registreren. Beschrijf aan de hand van twee camerahandelingen of camera bewegingen welke invloed dit heeft op de betekenis van de dans.
Slide 14 - Question ouverte
9. Noem aan de hand van de theatervormgeving van het Zwanenmeer drie tegenstellingen tussen de realistische wereld en de betoverde wereld. Welke van onderstaande is fout?
A
Het decor van een paleis, deels ruimtelijk nagebouwd tegenover een leeg toneel met een geschilderde achtergrond van een bos.
B
Kleurarm overwegend blauw-geel toneelbeeld tegenover een monochroom rood toneelbeeld.
C
Het corps de ballet is gekleed in een variatie op historische kostuums (passend bij de tijd en het milieu waarin het verhaal zich afspeelt) tegenover de uniforme witte balletkleding met tutu’s, maillots en spitzen.
D
Een zwartgeklede prima ballerina tegenover een witgeklede ballerina.
Slide 15 - Quiz
Beschrijf de dansbewegingen van het corps de ballet in een ballet blanc aan de hand van het aspect ruimte
Slide 16 - Carte mentale
Beschrijf de dansbewegingen van het corps de ballet in een ballet blanc aan de hand van het aspect tijd
Slide 17 - Carte mentale
Beschrijf de dansbewegingen van het corps de ballet in een ballet blanc aan de hand van het aspect kracht
Slide 18 - Carte mentale
Wat weet je al over de aspecten van film?
Slide 19 - Carte mentale
Aspecten van film: voorstelling, vormgeving, en betekenis
enscenering, kadrering, camerastandpunt, camerabeweging, montage, nabewerking, spel en muziek zijn kernaspecten in de kunstbeschouwing van film.
Slide 20 - Diapositive
Voorstelling
Een filmvoorstelling is een combinatie van verschillende elementen, waarin fictie en non-fictie elkaar vaak ontmoeten om een meeslepend verhaal te vertellen. Fictieve elementen voegen verbeelding en creativiteit toe, terwijl non-fictieve aspecten een basis van realiteit en authenticiteit bieden. Animatie kan zowel in fictie als non-fictie worden gebruikt, en biedt een unieke manier om complexe ideeën of fantasiewerelden tot leven te brengen. De plot vormt de kern van het verhaal, leidend tot een coherente opeenvolging van gebeurtenissen, terwijl het scenario het raamwerk is dat de dialoog en acties structureert, waardoor de film tot een samenhangend geheel wordt gesmeed.
Slide 21 - Diapositive
Vormgeving
De meeste speelfilms willen je meenemen in een verhaal door het zo realistisch mogelijk te laten lijken. Alles in de film moet levensecht lijken, waarbij er gebruik gemaakt wordt van de aspecten: - enscenering - kadrering
- camerastandpunt - camera beweging
- montage
- nabewerking
- spel en muziek
Slide 22 - Diapositive
Vormgeving - enscenering
Enscenering in film, ook wel mise-en-scène genoemd, verwijst naar de manier waarop alle visuele elementen in een scène worden georganiseerd en gepresenteerd. Dit omvat de positionering van acteurs, de keuze en plaatsing van rekwisieten, de belichting, de compositie van het beeld, en zelfs de kleuren en texturen die worden gebruikt. Goede enscenering draagt bij aan de sfeer, onderstreept de emoties van een scène, en kan subtiel informatie over het verhaal of de personages overbrengen zonder dat er dialoog nodig is. Het is een cruciaal aspect van filmmaken dat de kijkervaring sterk beïnvloedt.
Slide 23 - Diapositive
Vormgeving - Kadrering
Kadrering in film bepaalt hoe een scène wordt vastgelegd door de camera en speelt een cruciale rol in hoe het verhaal wordt ervaren. De camera-afstand bepaalt hoeveel van een scène in beeld wordt gebracht. Een close-up toont bijvoorbeeld een gezicht of detail van dichtbij, waardoor emoties of belangrijke elementen worden benadrukt. Een distant shot, ook wel long shot genoemd, laat iets van verre zien, wat context en schaal biedt. Een total shot (establishing shot) toont de volledige scène en geeft een overzicht van de setting en de personages. Bij een medium shot wordt het onderwerp van ongeveer heup tot hoofd getoond, wat zowel lichaamstaal als gezichtsuitdrukkingen zichtbaar maakt.
Slide 24 - Diapositive
Vormgeving - Kadrering
Inzoomen vergroot een specifiek deel van het beeld, waardoor de focus en spanning toenemen, terwijl uitzoomen het tegenovergestelde doet, door meer van de omgeving te onthullen en de context te verruimen. Elk type kadrering draagt bij aan de manier waarop het verhaal visueel en emotioneel wordt overgebracht.
Slide 25 - Diapositive
Vormgeving - Camerastandpunt
Het camerastandpunt in film bepaalt hoe de kijker de actie en de personages ervaart. Een vogelperspectief, waarbij de camera hoog boven de scène is geplaatst, biedt een overzicht en kan een gevoel van machteloosheid of afstand suggereren. Het neutrale perspectief, op ooghoogte, geeft een natuurlijke en onopvallende kijk op de scène, alsof de kijker er zelf bij is. Het kikvorsperspectief, waarbij de camera laag bij de grond staat en omhoog kijkt, kan een personage of object groot en indrukwekkend laten lijken. Een objectief camerastandpunt observeert de scène vanuit een derde persoon, zonder emotionele betrokkenheid, terwijl een subjectief camerastandpunt de kijker in de ogen van een personage plaatst, waardoor de beleving intenser en persoonlijker wordt. Elk standpunt draagt bij aan de emotionele impact en interpretatie van de film.
Slide 26 - Diapositive
Vormgeving - camerabeweging
Camerabewegingen voegen dynamiek en diepte toe aan een film, waardoor scènes levendiger en meeslepender worden. Een tilt is een verticale beweging van de camera, waarbij deze omhoog of omlaag kantelt om bijvoorbeeld een gebouw in zijn geheel te tonen of een personage van top tot teen te volgen. Een pan is een horizontale draaiing van de camera van links naar rechts of omgekeerd, die wordt gebruikt om een bredere omgeving in beeld te brengen of een actie te volgen. Een lift, ook wel een crane shot genoemd, beweegt de camera verticaal omhoog of omlaag en creëert vaak een majestueus of dramatisch effect door een scène vanuit verschillende hoogtes te laten zien. Bij een ridercrane shot beweegt de camera soepel door de lucht dankzij een kraan of dolly, wat vaak gebruikt wordt voor grootschalige en epische scènes.
Slide 27 - Diapositive
Vormgeving - camerabeweging
Een hand-held camerabeweging, waarbij de camera in de hand wordt gehouden zonder stabilisatie, creëert een schokkerig en spontaan effect, wat vaak wordt gebruikt om een gevoel van urgentie, intimiteit of chaos over te brengen. Elk type beweging draagt bij aan de manier waarop het verhaal visueel wordt verteld en beleefd.
Slide 28 - Diapositive
Vormgeving - Montage
Montage is een essentieel onderdeel van film waarin afzonderlijke beelden of scènes worden samengevoegd tot een samenhangend geheel, waardoor het verhaal een ritme en structuur krijgt. Door slimme beeldovergangen, zoals het afwisselen van scènes of het versnellen van de actie, kan montage de spanning opbouwen, emoties versterken, of tijd en ruimte manipuleren. In de periode van de stille film was montage cruciaal om betekenis over te brengen, aangezien filmmakers volledig afhankelijk waren van visuele technieken, zoals snelle cuts en contrasten tussen beelden, om de aandacht van het publiek vast te houden en verhalen zonder dialoog te vertellen. Deze creatieve benadering van montage legde de basis voor veel van de filmtechnieken die we vandaag de dag kennen.
Slide 29 - Diapositive
Vormgeving - Nabewerking
In de nabewerking van een film spelen technieken zoals green screen en sound design een cruciale rol in het creëren van een meeslepende kijkervaring. Met green screen-technologie kunnen filmmakers op een efficiënte manier fantasierijke achtergronden en effecten toevoegen door een groene achtergrond digitaal te vervangen door elk gewenst beeld. Tegelijkertijd zorgt sound design ervoor dat het geluid perfect wordt afgestemd op de beelden; van achtergrondgeluiden en sfeermuziek tot realistische effecten, alles wordt zorgvuldig gemonteerd om de sfeer en emotie van de scènes te versterken. Samen zorgen deze technieken ervoor dat de film visueel en auditief volledig tot leven komt.
Slide 30 - Diapositive
Let ook op: spel en muziek
In film is de combinatie van spel en muziek essentieel voor het creëren van een overtuigende ervaring. Acteurs gebruiken hun lichaam en stem om diep in hun rollen te duiken, vaak door middel van method acting, waarbij ze zich volledig identificeren met hun personages. De mise-en-scène, inclusief de setting en visuele elementen, ondersteunt dit proces door de context en sfeer van het verhaal te versterken. De soundtrack en theme songs dragen hieraan bij door de emotionele toon en sfeer te accentueren, waardoor de film een samenhangend geheel vormt dat de kijker meesleept in de vertelling.
Slide 31 - Diapositive
Betekenis
Film is een krachtig medium dat verhalen vertelt en emoties overbrengt door een combinatie van beeld, geluid en beweging. Het biedt een unieke manier om menselijke ervaringen, culturele verhalen en artistieke visies vast te leggen en te delen met een breed publiek. Films kunnen ons vermaken, inspireren, aanzetten tot nadenken en sociale of politieke kwesties belichten. Door middel van cinematografie, acteerwerk, muziek en montage creëert film een meeslepende ervaring die zowel persoonlijke als universele thema's verkent.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Slide 34 - Vidéo
Slide 35 - Vidéo
Slide 36 - Vidéo
Welke van de twee sprak je het meest aan?
Geen, ik vind films vreselijk
Get out
1917
Ik zou beide films helemaal willen zien
Slide 37 - Sondage
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 38 - Carte mentale
Welke dingen begrijp je nog niet, of waar wil je meer over weten?