Beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Beeldspraak 

lesdoelen: 

hoofdstuk:

'Koen lacht als een boer met kiespijn.'
Wat wordt hiermee bedoeld?

1. Koen vindt de grap erg leuk.
2. Koen lacht mee, maar vindt het niet grappig.
3. Koen heeft heel veel kiespijn.
4. Koen vindt de grap leuk, maar lacht niet.

'Brahim is de wandelende encyclopedie van de klas.'
Wat wordt hiermee bedoeld?

1. Brahim heeft veel kennis.
2. Brahim leest erg veel.
3. Brahim is groot.
4. Brahim heeft veel boeken bij zich.

'De toekomst lacht ons toe.'
Wat wordt hiermee bedoeld?

1. In de toekomst zal ik lachen.
2. Ik vind de toekomst grappig.
3. De toekomst kan lachen.
4. Alles zit mee.

beeldspraak 

uitleg blabla

Vergelijking 

Metafoor 

Bij een metafoor wordt een object wordt een object vervangen voor een beeld. 

Alleen het beeld wordt genoemd, het object niet. 

Personificatie

een niet leven object of iets abstracts geef je menselijke kenmerken. 

Aan de slag 

opdrachten maken

opdracht 3, 5 en 6

quiz 

het doel, kunnen jullie dit?

hierna 6 vragen