The Present

The present
Vandaag ga je aan de slag met de vier vormen van The Present:
1) Present Simple
2) Present Continuous
3) Present Perfect
4) Present Perfect Continuous


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

The present
Vandaag ga je aan de slag met de vier vormen van The Present:
1) Present Simple
2) Present Continuous
3) Present Perfect
4) Present Perfect Continuous


Slide 1 - Diapositive

Doelen van vandaag
Doel van vandaag is:
1) Herkennen van de tijden
2) De tijden toewijzen aan de juiste zinnen
3) Signaalwoorden herkennen

Slide 2 - Diapositive

Samenvatting
Present Simple: gebruik je bij gewoontes en feiten
Signaalwoorden gericht op frequentie gebruik (altijd, nooit)

Present Continuous: als je het hebt over wat nu gebeurt en om irritaties te tonen
Signaalwoorden gericht op het nu en irritatievormen

Slide 3 - Diapositive

Samenvatting
Present Perfect: iets in het verleden is gebeurd wat nog steeds zo is en nadruk leggen op resultaat
Signaalwoorden gericht op tijd aan de gang en kortgeleden

Present Perfect Continuous: nadruk op tijdsduur en iets in het heden is een gevolg van wat er in het verleden is gebeurd. 
Signaalwoorden gericht op tijd, oorzaak en gevolg

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten
Je krijgt nu opdrachten waar je bezig gaat met de signaalwoorden

Kan jij ze allemaal ontdekken of aan de juiste vorm koppelen?

Slide 5 - Diapositive

Wat geeft het signaalwoord 'just' aan?
A
Dat iets nu is
B
Dat iets een gevolg is van een gebeurtenis
C
Dat is kortgeleden is gebeurd
D
Dat iemand/jij je ergert aan iets/iemand

Slide 6 - Quiz

Wat geeft het signaalwoord 'so' aan?
A
Het gaat om een oorzaak
B
Het gaat om een gevolg
C
Het gaat om tijdsduur
D
Het geeft aan dat iets kortgeleden is gebeurt

Slide 7 - Quiz

Waar kan je het signaalwoord 'all the time' vinden?
A
Bij iets wat je trots maakt
B
Bij iets wat je op dit moment doet
C
Bij iets wat je ooit hebt gedaan
D
Iets wat je irriteert.

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord hoort niet bij de Present Simple
A
Always
B
Often
C
This week
D
Never

Slide 9 - Quiz

'since' is een belangrijk signaalwoord voor welke vorm(en)?
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Present Perfect
D
Present Perfect Continuous

Slide 10 - Quiz

Slide Opdracht
Bij de volgende vraag moet je gaan slepen

Sleep het goede signaalwoord naar de juiste vorm


Slide 11 - Diapositive

Present Simple
Present Continuous
Present Perfect
Present Perfect Continuous
Right now
Never
Usually
Since Yesterday
Because
Ever
Often

Slide 12 - Question de remorquage

Sleepvraag
Sleep het gebruik naar de juiste vorm toe

Slide 13 - Diapositive

Present Simple
Present Continious
Present Perfect
Present Perfect Continuous
Tijdsduur
Feiten
Handeling op dit moment
Niet duidelijk of belangrijk wanneer
Gewoontes

Slide 14 - Question de remorquage

Meerkeuze
I promise nog een paar meerkeuze!

Je ziet een zin en jij moet aangeven om welke vorm het hier gaat

Slide 15 - Diapositive

I haven't been going to the gym for a long time now
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Present Perfect
D
Present Perfect Continuous

Slide 16 - Quiz

I am listening to Dan Auerbach right now.

A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Present Perfect
D
Present Perfect Continuous

Slide 17 - Quiz

I have had a problem with my wifi since last week
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Present Perfect
D
Present Perfect Continuous

Slide 18 - Quiz

I have been listening to Golden Earring since 2005. What a great band!
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Present Perfect
D
Present Perfect Continuous

Slide 19 - Quiz

Voor een vervolg
Je bent nu bij het einde van de LessonUp

Wil je nog meer verdiepen in de verschillende Tenses ga dan nogmaals naar de theorie, PowerPoint of de opdrachten

Goede tip: maak de Versterk Jezelf voor meer verdieping

Slide 20 - Diapositive