PTO3 HS5 paragraaf 1 Warmte en temperatuur

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe reken je de temperatuur van graden Celsius naar kelvin?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe je een thermometer voorziet van een schaalverdeling in °C.
2 Je kunt de temperatuur van een vloeistof meten met een vloeistofthermometer.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Diapositive

Kelvinschaal

Slide 4 - Diapositive

Oefenen

Slide 5 - Diapositive

Zoek de formule voor elektrische energie en vermogen op.

Slide 6 - Carte mentale

Leerdoelen
  •  Je kunt berekeningen uitvoeren met spanning, stroomsterkte en vermogen.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 7 - Diapositive

Voorkennis vermogen
Een elektrische kachel is aangesloten op het lichtnet (230 V). Als de kachel aanstaat, gaat
er een stroom van 9,0 A doorheen.
Bereken het vermogen van de kachel in kW.
I=9,0A
Gegeven:
U=230V
Gevraagd:
P=([?])kW

Slide 8 - Diapositive

Uitwerking

Bereken het vermogen van de kachel in kW.

I=9,0A
Gegeven:
U=230V
Gevraagd:
P=([?])kW
P=(230V9,0A)
P=(UI)
P=2070W=2,07kW

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  •  Je kunt het energieverbruik van elektrische apparaten berekenen in kWh.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 10 - Diapositive

Voorkennis energie
Een elektrische kachel met een vermogen van 2,07 kW staat 2,5 uur aan.
Bereken hoeveel elektrische energie de kachel in die tijd verbruikt in kWh.
P=2,07kW
Gegeven:
t=2,5h
Gevraagd:
E=([?])kWh

Slide 11 - Diapositive

Uitwerking

Bereken het vermogen van de kachel in kW.

E=(2,07kW2,5h)
E=(Pt)
E=5,175kWh=5,18kWh

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
  1. R Je kunt vier elektrische warmtebronnen noemen die je in huis of op school gebruikt.
  2. R Je kunt het energie-stroomdiagram van een elektrische warmtebron tekenen en toelichten.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 13 - Diapositive

Energiestroomdiagram 
Elektrische energie wordt in warmte omgezet
E=1kWh=3,6MJ
E=Pt=Q

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen
  1. R  Je kunt berekenen hoeveel warmte een elektrische warmtebron in een bepaalde tijd levert.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 15 - Diapositive

Uitwerking

Bereken het vermogen van de kachel in kW.

E=(2,07kW2,5h)
E=(Pt)
E=5,175kWh=5,18kWh
E=5,183,6kMJW=18,65MJ

Slide 16 - Diapositive

Wat is een warmte bron?

Slide 17 - Carte mentale

Warmtebronnen
Elektrische warmte- bronnen zetten elektrische energie om in warmte. 

Elektrische energie formule:
 
E=Pt=Q
Warmte=Q(J)

Slide 18 - Diapositive

Energie omzetten 
  • Je kunt die  energie-omzetting weergeven in een energie-stroomdiagram. 
  • Zo’n diagram laat zien dat er evenveel warmte ontstaat als er elektrische energie verdwijnt.
Ein=Euit
Eelektrisch=Q

Slide 19 - Diapositive

Joule 
de eenheid 
van Energie

  • Om het energieverbruik in joule       te berekenen, gebruik je voor het vermogen: in watt        en de tijd in seconden    . 
W
J
s

Slide 20 - Diapositive

Toepassen  T1

Slide 21 - Diapositive

blz 75 Toepassen  T1

Slide 22 - Diapositive

Instructie 
blz 76 Tekst lezen (thuis leren) 
voorbeeldopdracht 2 maken (thuis leren)

Slide 23 - Diapositive

Warmte meten 
  • Met een warmtemeter kun je nauwkeurig het verband bepalen tussen de temperatuur en de hoeveelheid toegevoerde warmte.   
  • Een warmtemeter is
een goed geïsoleerd bakje van metaal of plastic. 

Slide 24 - Diapositive

Warmte meten 

Slide 25 - Diapositive

Leerdoelen
  1. R  Je kunt het verband tussen temperatuur en warmte bepalen en weergeven in een diagram.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 26 - Diapositive

Warmte meten 
  •  Als je een grote hoeveelheid water verwarmt, is er veel warmte nodig. De grafiek stijgt in dat geval geleidelijk op.
  • Daaraan zie je dat warmte en temperatuur twee verschillende grootheden zijn.

Slide 27 - Diapositive

Temperatuur-tijd diagram maken

Slide 28 - Diapositive

Temperatuur-tijd diagram maken
.
 
onderzoeksvraag
1.  Is het verband tussen de toegevoerde warmte en de temperatuur lineair?

Slide 29 - Diapositive

Temperatuur-tijd diagram maken
.
 onderzoeksvraag:
· Hoeveel warmte is nodig om 50 mL water aan de kook te brengen?
· Stijgt de temperatuur van andere vloeistoffen op dezelfde manier als bij water?
 

Slide 30 - Diapositive

Instructie 
HW opdrachten 1 t/m 5 blz. 80 en 81
vb opdracht 2 is de SO vraag.

Slide 31 - Diapositive

Een elektrische warmtebron zet ..............................energie om in warmte.
A
chemische
B
elektrische
C
vermogen
D
warmte

Slide 32 - Quiz

Je kunt de geleverde hoeveelheid warmte (Q) berekenen met de formule:
A
Q=Echemisch
B
Q=Et
C
Q=tP
D
Q=Pt

Slide 33 - Quiz

Als je in deze formule P invult in
watt en t in seconden dan vind je Q in ................
A
Joule
B
Kilowattuur
C
wattuur
D
wattseconde

Slide 34 - Quiz

Als je in deze formule P invult in
kilowatt en t in uur dan vind je Q in ................
A
Joule
B
Kilowattuur
C
wattuur
D
wattseconde

Slide 35 - Quiz

Noteer vier warmtebronnen die op elektrische energie werken.

Slide 36 - Question ouverte

Welke soort energie wordt i in een waterkoker
omgezet?
A
elektrisch naar temperatuur
B
elektrisch naar warmte
C
temperatuur naar elektrische
D
warmte naar elektrische

Slide 37 - Quiz

Een elektrische frituurpan heeft vermogen van 2200 W. Wat is het symbool voor het vermogen?
A
W
B
V
C
P
D
F

Slide 38 - Quiz

Een elektrische frituurpan van 2200 W doet er
7,5 minuten over om de frituurolie te verhitten.
Hoe veel seconde duurt het opwarmen?
A
750 s
B
450 s
C
0,125 s
D
0,75 s

Slide 39 - Quiz


Bereken hoeveel warmte een elektrisch frituurpan van 2200W in 7,5 minuten heeft geleverd.
A
16500 Joule
B
990 kJ
C
275 J
D
990 J

Slide 40 - Quiz

Nabespreking
opdracht 6 blz 81 

SO bespreken
vragen uit het boek! Kijk zelf de SO na. 

Slide 41 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 42 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 43 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 44 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 45 - Question ouverte