3 VMBO-K 1.5 Gewone celdeling (mitose)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Gewone celdeling (mitose)

Wat gaan we doen?

• herhalen bs 1.4 
• uitleg 1.5
• zelf aan het werk 

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.

Uit welke stof bestaan chromosomen?

1. DNA
2. Genen
3. Mutaties
4. Draden

Een chromosoom bevat:

1. Één gen
2. Meerdere genen
3. Één of meerdere genen, afhankelijk van het chromosoom

Hoeveel chromosomen zitten er in onze lichaamscellen?

1. 44
2. 46
3. 48
4. 92

DNA bevat informatie over;

1. Kleur van je ogen
2. Kleur van je haar
3. Al je erfelijke eigenschappen
4. Niks

Bevat een levercel dezelfde erfelijke informatie als een oogcel?

Ja

Nee

Mitose

We kijken zo een filmpje over de gewone celdeling. Schrijf de stappen op hoe de gewone celdeling verloopt.

Wat is mitose?

Mitose

Waarom doen we aan mitose?

Wat is de eerste stap van Mitose

1. DNA-keten spiraliseert
2. Kern deling, DNA-ketens gaan uit elkaar
3. Kopiëren van chromosomen
4. Plasmagroei

In de tweede stap spiraliseren de DNA-ketens. Wat betekent dit?

In de 3e en 4e stap vinden twee delingstappen plaats, welke komt eerst?

1. Celdeling
2. Kerndeling

De gewone celdeling

Stap 1: kopiëren van chromosomen

Stap 2: spiraliseren van de DNA-ketens

Stap 3: Kerndeling De 2 DNA-ketens van elke chromosoom gaan uit elkaar

Stap 4: celdeling Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan 2 celmembranen

Stap 5: Plasmagroei De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma en worden groter

afb. 2 blz 32 

Kerndeling en celdeling

De vierde stap: celdeling is...

1. De twee DNA-ketens van elk chromosoom worden uit elkaar getrokken.
2. Toename van de hoeveelheid cytoplasma in een dochtercel.
3. Chromosomen worden korter en dikker doordat ze zich oprollen als een spiraal.
4. het cytoplasma deelt zich in tweeën door insnoering van het celmembraan.

Na mitose heb je twee kleine dochtercellen, worden deze net zo groot als de moedercel?

1. Ja, door de aanmaak van extra cytoplasma
2. Nee, deze hebben te weinig cytoplasma
3. Ja, door het kopiëren van de chromosomen
4. Nee, ze hebben minder DNA

Mitose

Wat ga je doen?

Maak opdracht 1 t/m 6 in je boek blz 31-35