3HV - Les 8 Formatief SO

Formatief SO
  • Voca Unidad 3 NL-SP
  • hay/estar/ser
  • Presente (wederkerende) regelmatig en onregelmatige ww
  • Perfecto
  • Gerundio
  • Futuro próximo
  • Gustar /Doler/ Interesar/ encantar
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Formatief SO
  • Voca Unidad 3 NL-SP
  • hay/estar/ser
  • Presente (wederkerende) regelmatig en onregelmatige ww
  • Perfecto
  • Gerundio
  • Futuro próximo
  • Gustar /Doler/ Interesar/ encantar

Slide 1 - Diapositive

Voca
Unidad 3
NL-SP

Slide 2 - Diapositive

HAY - ESTAR - SER

Slide 3 - Diapositive

Hay/ser/estar (zijn)
Bij 'zijn' altijd de top 3 volgen:

1. Hay (staat er letterlijk 'er is' of 'er zijn' in de zin?)

2. Estar (kun je 'zijn' vervangen door 'zich bevinden'?)

3. Ser (in de overige gevallen). 

Let op: je kunt je ook in een tijdelijke emotionele staat bevinden. Bijv. verdrietig, boos, verliefd etc. Ook dan gebruik je 'estar'.

Slide 4 - Diapositive

HAY
Hay kent maar één vervoeging en dat is 'hay'. 
Hay gebruik je zodra je kan zeggen 'er is/ er zijn'. 
Bijv. er zijn veel leerlingen in de klas - hay muchos alumnos en la clase.

Zodra je een nummer (1, 2, 3, etc.), een onbepaald lidwoord (un/unos, una/ unas), een hoeveelheidswoord (mucho/ poco/ demasiado, etc) ziet staan, dan gebruik je ook het werkwoord hay.

MAAK: Opdracht 1 - kiezen uit ser, estar, hay

Slide 5 - Diapositive

Estar
Estar wordt gebruikt bij plaatsbepaalingen. Bijv. ik ben in Nederland. Eigenlijk zeg je dan, ik bevind mij in Nederland. Zodra je het werkwoord 'zijn' kan vervangen door 'bevinden' dan weet je dat je estar moet gebrijken.
Bijv. ik ben op school - ik bevind mij op school.

Let op: dit werkwoord draagt accentjes ;)
MAAK: Opdracht 1

Slide 6 - Diapositive

Ser
Ser wordt gebruikt bij vaste eigenschappen. 
Bijv. Ik ben blond, jij bent Nederlander of zij heet Daphne. 
Er wordt van uitgegaan dat dit eigenschappen zijn die eigenlijk niet kunnen veranderen. 


Slide 7 - Diapositive

Presente REGELMATIGE WW

Slide 8 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
                                                    - AR                                       -ER                                   -IR
                                                  bailar                                     comer                             vivir
(yo)                                          bailo                                       como                              vivo
(tú)                                           bailas                                    comes                            vives
(él, ella, usted, ..)                baila                                      come                               vive

(nosotros/-as)                     bailamos                            comemos                     vivimos
(vosotros/-as)                     bailáis                                  coméis                           vivís
(ellos, ellas, ustedes, ..)   bailan                                   comen                           viven

Slide 9 - Diapositive

Regelmatige ww op -ar
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen. 

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).


Slide 10 - Diapositive

Regelmatige ww op -er
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Slide 11 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Opdracht 3 (ww -er/-ir)

Slide 12 - Diapositive

Llamarse
Het werkwoord 'llamarse' is een wederkerend werkwoord. Zo een ww kun je herkennen aan de 'SE' achter het woord. Denk hierbij aan het NL - ik was mij, jij wast jou, etc.

'SE' haal je van het ww af en plaats je helemaal naar voren en zet je in de persoon waarin je wil praten. Vervolgens ga je de stam maken door ar/er/ir van het woord af te halen. Het enige wat je dan nog hoeft te doen is het ww in de juiste persoon te zetten door er de juiste uitgang aan vast te plakken.

Opdracht 1 Invulopdr - met ww peinarse (zelfde vervoegingen als bij llamarse)
Opdracht 3 Zoek de uitdaging en leer meer over wederkerende werkwoorden!!

Slide 13 - Diapositive

Presente ONREGELMATIGE WW

Slide 14 - Diapositive

Cerrar
De rode ww ken je al

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

stappenplan ww met klinkerwisseling
  1.  Voorbeeld: dormir (o>ue)
  2. neem de stam van het ww (bv. dormir - dorm)
  3. kijk naar de uitgang (bv -ir) en pas de vervoeging toe voor een ww op -ir
  4. vervang bij de vervoeging overal in de stam de klinker -o door -ue, BEHALVE bij de nosotros en vosotros- vorm
  5. Je hebt een ww met klinkerverandering vervoegd
LET OP: Als er meerdere klinkers zitten in de stam, dan verandert de klinker direct vóór de uitgang -ar, -er of -ir. Bijv. preferir (e>ie)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

LET OP
Alle ww die eindigen op -ecer/-ocer/-ucir hebben bij ik-persoon c --> zc
  
Conocer --> conozco
Parecer --> parezco
Conducir --> conduzco

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

PERFECTO

Slide 22 - Diapositive

AR - ADO            ER/IR - IDO

Slide 23 - Diapositive

Perfecto uitzonderingen
romper --> roto
abrir --> abierto
escribir --> escrito
poner --> puesto
ver --> visto
decir --> dicho
volver --> vuelto
hacer --> hecho
freír --> frito
morir --> muerto
ser --> sido
ir --> ido

Slide 24 - Diapositive

Perfecto
Gaat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER en kan dus nooit alleen staan!!!! 
vb. HE hablado, HAS hablado, HA hablado, etc.

Als het ww 2 klinkers naast elkaar heeft, dan komt er een accentje op de í bij ído:
vb. LEER - leído, TRAER - traído

Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel vooraan het werkwoord te staan!! 
vb. Ducharse - Me he duchado

Klik HIER om extra te oefenen met de perfecto!
Oefen HIER met het hulpwerkwoord haber!

Slide 25 - Diapositive

GERUNDIO

Slide 26 - Diapositive

Gerundio
Vervoeging van het werkwoord ESTAR + gerundium
AR --> ando , IR/ ER -->  iendo .

Er zijn een aantal onregelmatige ww (zie volgende slide)

Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel (in de juiste persoon vervoegd) voor of achter het werkwoord te staan!!
vb. Ducharse - Me estoy duchando 

Slide 27 - Diapositive

Uitzonderingen Gerundio
Decir - diciendo
Dormir - durmiendo
Ir - yendo
Venir - viniendo
Morir - muriendo
Leer - leyendo
Pedir - pidiendo
Creer - creyendo
Reír - riendo
Vestir - vistiendo
Oír - oyendo
Traer - trayendo

Slide 28 - Diapositive

FUTURO PRÓXIMO

Slide 29 - Diapositive

Toekomende tijd
vervoeging van het ww IR + A + HELE WW

Slide 30 - Diapositive

DOLER/ GUSTAR/ INTERESAR/ ENCANTAR

Slide 31 - Diapositive

GUSTAR
= Houden van / leuk vinden                                       
                                                                                                
Gusta - zelfstandig nw ENKELVOUD                      
Gusta - werkwoord

Gustan - zelfstandig nw MEERVOUD
Gustan - waneer er 2 of meer zelfstandige nw staan

ME, TE, LE, NOS, OS, LES - staat ALTIJD voor het ww gustar

NO - staat altijd voor de persoon (NO me gusta, NO te gusta..)

A mí, A tí, A él, etc - nadruk geven aan de persoon.
Ik vind het heel leuk, jij vind het heel leuk...
A mí me gusta el chocolate                     

Slide 32 - Diapositive

Gustar/ Doler/ Encantar/ Interesar
DOLER
ENCANTAR
INTERESAR
a mí
me
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)
a tí
te
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)
a él,ella ud.
le
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)
a nosostros
nos
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)
a vosostros
os
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)
a ellos, ellas
les
DUELE(N)
ENCANTA(N)
INTERESA(N)

Slide 33 - Diapositive

Succes op de formatieve toets :)

Slide 34 - Diapositive