Tapas o tacos les 5

¿Tapas o tacos? - Clase 5



O
!Bienvenido a todos!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansSecondary Education

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¿Tapas o tacos? - Clase 5



O
!Bienvenido a todos!

Slide 1 - Diapositive

Qué vamos hacer hoy?
- Woordenschat.

- Kennismaken met Spaanse gerechten

- Hoe je kunt zeggen wat je van het eten vindt.

- Ontleden we een Spaans menu

Slide 2 - Diapositive

- la patata
- el pescado
- el agua
- la bebida
- el pollo
- el jamón
- el pan
- las verduras
- la propina
- la ensalada
- el helado
- el huevo
- el camarero
- la cuenta
- la mesa
- sal y pimienta
- la gamba
timer
5:00
tafel
drankjes
fooi
de rekening
ober

Slide 3 - Diapositive

¿Qué ya sabéis sobre España?



El capital - Madrid
Los Habitantes - 48 millones
La lengua - Castiliaans (Spaans), Catalaans, Baskisch en Galicisch

Leuk weetje: El unico país donde crece el platano

Slide 4 - Diapositive

Los ingredientes
2 tazas de arroz
4 tazas de caldo de gambas
½ kg de calamares
½ kg de gambas frescas
1 puñado de conchas de mar almejas y mejillones
1 cebolla
1 tomate mediano
½ pimiento rojo
2 dientes de ajo
Aceite de oliva
Sal
Pimienta
hebras de azafrán
tazas = kopjes
puñado = handvol
dientes = tanden/teentjes

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel teentjes knoflook gaan er in deze paella?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 6 - Quiz

Wat zijn calamares?

Slide 7 - Question ouverte

¿Como hacer gazpacho?
Wat is gazpacho?

Wat zijn de ingrediënten? 

Past bij welke periode?


Slide 8 - Diapositive

3

Slide 9 - Vidéo

00:35
Wat is een pepino?

Slide 10 - Question ouverte

01:00
Voor hoeveel personen is dit gerecht?
A
1 persona
B
2 personas
C
4 personas
D
8 personas

Slide 11 - Quiz

04:36
Welk grapje maakt ze op het laatst,
wat moet je niet toevoegen?

Slide 12 - Question ouverte

El ultimo plato
Let goed op!

Schrijf mee om te onthouden welke producten jij voorbij ziet komen in het volgende filmpje.


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Welke ingrediënten heb je nodig om 'tortilla de patatas' te maken?

Slide 15 - Question ouverte

¿Qué te gusta?
Verzin 3 dingen die je leuk vindt of gerechten waar je van houdt.
me gusta(n)...
Verzin ook 3 dingen die je niet leuk vind of gerechten waar je niet van houdt.
no me gusta(n)...
Stuur ze in de chat. --> 10 minuten

GUSTA of GUSTAN gebruik je om te zeggen dat:
  • je het eten wel of niet lekker vindt
  • iets je wel of niet bevalt
  • je ergens wel of niet van houdt
  • je iets wel of niet leuk vindt

Slide 16 - Diapositive

Om te zeggen wat je van het eten vindt gebruik je het werkwoord 'ESTAR'
Als je wilt zeggen dat het brood lekker is zeg je: El pan está rico

Als je wilt zeggen dat de ijsjes lekker zijn zeg je: Los helados están ricos

*Woorden als: Lekker, zout, flauw, koud, enz. zijn bijvoeglijk naamwoorden en deze passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen
Caliente      = heet
Delicioso     = heerlijk
Frío               = koud
Picante.       = pikant
Rico              = lekker
Salado          = zout
Soso             = flauw

Slide 17 - Diapositive

Situatie
Je eet in een restaurant en de ober vraagt hoe het smaakt.
Je geeft jouw mening over de volgende gerechten (bedenk zelf wat je ervan vindt!)

¿Qué tal la sopa?
¿Qué tal el filete?
¿Qué tal las patatas?
¿Qué tal el helado?
¿Qué tal los espárragos?

8 minuten de tijd
timer
8:00
elfilete - biefstuk
helado - ijs
espárragos - asperges

Slide 18 - Diapositive

Descanso/pausa

5 minuten pauze

Slide 19 - Diapositive

Zoek de betekenis van de drankjes in de rechterkolom:
1. water met prik
2. water zonder prik
3. sinaasappelsap
4. koffie met melk
5. koffie met beetje melk
6. zwarte koffie
7. ijsthee
8. bier
9. witte wijn
10. rode wijn
11. rosé
12. Spaanse champagne
13. ijsblokjes
14. frisdrank
15. bier uit de tap
16. limonade

A. el café con leche
B. el vino blanco
C. el agua sin gas
D. el cava
E. el café solo
F. la caña
G. el agua con gas
H. los cubitos de hielo
I. la limonada
J. el vino tinto
K. el zumo de naranja
L. la cerveza
M. el té frio
N. el vino rosado
O. el café cortado
P. el refresco
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Neem het goed in je op of neem een foto.
- Entrada - voorgerecht
- Plato principal - hoofdgerecht
- postre - dessert
- bebidas - drankjes

Slide 21 - Diapositive

Neem het goed in je op of neem een foto.
- Entrada - voorgerecht
- Plato principal - hoofdgerecht
- postre - dessert
- bebidas - drankjes

Slide 22 - Diapositive

Op welke dagen van de week kun je dit menu bestellen?

Slide 23 - Question ouverte

Welk voorgerecht kun je bestellen als je vegetariër bent

Slide 24 - Question ouverte

Welk hoofdgerecht kun je beter niet bestellen als je geen varkensvlees eet?

Slide 25 - Question ouverte

Welk nagerecht word bereid met rijst?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het Spaanse woord voor frisdrank?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is er in de prijs inbegrepen
A
1 drankje
B
BTW
C
fooi
D
waardebon

Slide 28 - Quiz

Eigen invulling
- Ga aan de slag met de werkwoorden

- Oefen op de wix-site

- Begin alvast met je eindproduct.

Slide 29 - Diapositive