woorden (H2.5)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

• Spreekwoord 
• Nakijken Fictie H2.1/Maken Gedichten 2.2
• Lezen

Liefde maakt blind.

Overleg met degene links van je wat dit spreekwoord betekent (30 sec).

Liefde maakt blind.

= verliefd zijn en de slechte dingen van de ander niet zien

Aan het werk: gedichten 2.2

BK: 1 t/m 6 (blz. 78-80)

KGT: 1 t/m 7 (blz. 104-107)

Hoe? Eerst in stilte, omdat aan een vd twee groepen uitleg wordt gegeven (nakijken fictie 2.1)

Tijd: 15 min.

Klaar? Lezen in je leesboek

Wat gaan we doen?

• Spreekwoord 
• Opdracht met kaartjes
• Lesdoel + korte uitleg
• Aan het werk

Het roer stevig in handen hebben.

Overleg met degene naast je wat dit spreekwoord betekent (30 sec).

Het roer stevig in handen hebben.

= weten waar je mee bezig bent.

Opdracht

Zoek degene in de klas die een kaartje heeft dat past bij die van jou.

Heb je diegene gevonden? Overleg met elkaar:

1. Wat de betekenis is van het woord op je kaartje

2. Waarom jullie kaartjes bij elkaar passen

Tijd: 5 min.

Antwoorden

Blij –                          vrolijk

Moeilijk –                ingewikkeld

Slim –                       intelligent

Vervolgens –        daarna

Zeggen –                uitspreken

Kapot –                    stuk

Succes –                 voorspoed

Voortdurend –     altijd

Volmaakt –            perfect

Sip -                          verdrietig

Bijzonder –           apart

Lesdoel

BK/KGT: Je kunt uitleggen wat een synoniem is én een voorbeeld geven.

Synoniemen

Een synoniem is een woord dat (bijna) dezelfde betekenis heeft.

Wanneer gebruik je een synoniem?

Max Verstappen

Aan de slag

Wat?    BK: opdracht 1, 2, 5a, 6, 7, 8, 11b (kader + opdracht 3) (blz. 98 - 101)

              KGT: maken opdracht 1e, 3a, 4, 5, 6, 8, 9, 10 (blz. 136 - 141)

Hoe?   Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in je                        tafelgroepje.

Hulp:   Eerst zelf proberen, daarna overleggen.

Tijd:      15 minuten.

Klaar?   Lezen in je leesboek.

Lesafsluiting

BK: Noem een synoniem voor verdrietig.

KGT: Bedenk zelf een woord met een synoniem.

Wat gaan we doen?

• Spreekwoord
• Lesdoel
• Mini-woorddictee
• Aan de slag
• Lesdoel controleren 

Beter een goede buur dan een verre vriend.

Beter een goede buur dan een verre vriend.

= je hebt meer aan iemand in de buurt.

Lesdoel

BK/KGT: Je leert minimaal vijf nieuwe woorden correct spellen.

Mini-woorddictee: stap 1

BK: blz. 99

KGT: blz. 137

Bekijk de woordenlijst op bovenstaande bladzijde. Je hebt 2 minuten om de lijst te bestuderen. Kies vijf woorden uit die je lastig vindt. 

Mini-woorddictee: stap 2

A houdt de woordenlijst erbij en dicteert zijn 5 woorden aan B.

B schrijft de woorden op!

Tijd: 4 min.

Mini-woorddictee: stap 3

A controleert de woorden van B met behulp van de woordenlijst én corrigeert (= verbetert).

Tijd: 1 min.

Mini-woorddictee: stap 1

BK: blz. 99

KGT: blz. 137

Bekijk de woordenlijst op bovenstaande bladzijde. Je hebt 2 minuten om de lijst te bestuderen. Kies vijf woorden uit die je lastig vindt. 

Mini-woorddictee: stap 2

B houdt de woordenlijst erbij en dicteert zijn 5 woorden aan A.

A schrijft de woorden op!

Tijd: 4 min.

Mini-woorddictee: stap 3

B controleert de woorden van A met behulp van de woordenlijst én corrigeert (= verbetert).

Tijd: 1 min.

Aan de slag: woorden 2.5

Wat?    BK: opdracht 12, 15, 16, 18, 19, 20a (+K 3, 13) (blz. 102-104)

               KGT: opdracht 11a, 11b, 12, 13, 15, 16, 18 (blz. 142-144)

Hoe?    Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in je                        tafelgroepje.

Hulp:    Eerst zelf proberen, daarna overleggen.

Tijd:      15 minuten.

Klaar?   Lezen in je leesboek.

Lesdoel

BK/KGT: Je leert minimaal vijf nieuwe woorden correct spellen.

Aan de slag