Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ademhaling bij dieren
Slide 1 - Diapositive
Programma
- Herhalen 1.4 en 1.5
- Uitleg 1.6 ademhaling bij dieren
- Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Als je ademt vindt er gaswisseling plaats in de longen. Hierbij gaat er in de rode bloedcellen en vanuit die rode bloedcellen de longblaasjes in.
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.
Bloed dat van de longblaadjes wegstroomt, bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.
Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Veel
Veel
Weinig
Weinig
Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Zuurstof
Koolstofdioxide
Slide 3 - Question de remorquage
Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling
Slide 4 - Question de remorquage
Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.
Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt
Slide 5 - Question de remorquage
Bij deze aandoening krijg je last van plotselinge aanvallen
A
COPD
B
Astma
C
Hooikoorts
Slide 6 - Quiz
Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD. Bij welke van deze ziekten zijn de luchtwegen steeds ontstoken?
A
Alleen bij astma
B
Alleen bij COPD
C
Bij astma en bij COPD
D
Bij geen van beiden
Slide 7 - Quiz
Stelling: voor mensen met COPD is het coronavirus gevaarlijker dan voor mensen zonder COPD (of andere longziekten)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Leerdoelen
- Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.
(eencellig, insecten, vissen en vogels)
Slide 9 - Diapositive
Lezen 1.6
Op je IPad of in je papieren boek
Slide 10 - Diapositive
Gaswisseling: alle organismen doen aan gaswisseling
Slide 11 - Diapositive
Dieren
Alle dieren ademen zuurstof in --> er vindt verbranding plaats
--> ademen koolstofdioxide uit
Slide 12 - Diapositive
Welke andere vormen van ademhaling zijn er naast de longen?
Slide 13 - Question ouverte
Inhoud
1. Eencellige dieren
2. Gaswisseling bij insecten
3. De ademhalingsorganen van vissen
4. De ademhaling bij vogels
Slide 14 - Diapositive
Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).
Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Ademhaling bij insecten
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
Deze openingen noemen we stigma's.
Slide 17 - Diapositive
Kieuwen
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen
Slide 20 - Diapositive
www.schooltv.nl
Slide 21 - Lien
De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigt in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig
Slide 22 - Diapositive
Inademen
Slide 23 - Diapositive
Uitademen
Slide 24 - Diapositive
hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag
Slide 25 - Quiz
hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem
Slide 26 - Quiz
Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 28 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.