Gaswisseling basisstof 4 - Gaswisseling bij dieren
5.4 Gaswisseling bij dieren
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
5.4 Gaswisseling bij dieren
Slide 1 - Diapositive
Alle organismen doen aan gaswisseling
Slide 2 - Diapositive
Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling
Slide 3 - Question de remorquage
Gaswisseling
Alle dieren ademen zuurstof in --> er vindt verbranding plaats --> en ademen koolstofdioxide uit
Waarmee vindt bij ons (zoogdieren) gaswisseling plaats?
Slide 4 - Diapositive
Inhoud
1. Gaswisseling met longen
2. Eencellige dieren
3. Gaswisseling bij insecten
4. De ademhalingsorganen van vissen
Slide 5 - Diapositive
Welke andere ademhalingsorganen zijn er naast de longen?
Slide 6 - Question ouverte
Waarmee halen dolfijnen adem?
Slide 7 - Carte mentale
Reptielen, vogels en zoogdieren en amfibieën hebben longen.
Koudbloedige dieren hebben minder zuurstof nodig dan warmbloedige dieren.
Slide 8 - Diapositive
Amfibieën
Volwassen dieren hebben ook longen, maar nemen ook zuurstof op via de huid.
Jonge amfibieën hebben geen longen, maar kieuwen.
Slide 9 - Diapositive
uitleg opbouw insecten
Slide 10 - Diapositive
Insecten
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
Deze openingen noemen we stigma's.
Slide 11 - Diapositive
ademhaling door tracheeën
Slide 12 - Diapositive
Tracheeën
Insecten halen de zuurstof uit de lucht.
Larven die in het water leven hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
Veel insecten hebben alleen in het achterlijf stigma's (gaatjes), door een pompende beweging te maken verversen ze de lucht.
Slide 13 - Diapositive
Bij insecten vindt gaswisseling plaats in de...
A
longen
B
kieuwen
C
tracheeën
D
maag
Slide 14 - Quiz
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 15 - Quiz
Hoe halen vissen adem?
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem
Slide 16 - Quiz
Kieuwen
Slide 17 - Diapositive
Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Een eencellige
Slide 21 - Diapositive
Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan.
Het celmembraan is 1 cellaag dik, hierdoor kan er zuurstof uit de omgeving van het celmembraan worden opgenomen. Op dezelfde manier wordt er ook koolstofdioxide afgegeven.
Slide 22 - Diapositive
' Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling plaats via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen
Slide 26 - Quiz
Huiswerk
Maak basisstof 4 digitaal bij BvJ of in het werkboek.