1.3 Iran in de atlas

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

                    Welkom! 

• Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  
• Vooraf aan de les, Zitten volgens de plattegrond leg je alle spullen die je nodig hebt,  op je bureau.
• Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
• Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  
• Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​

Welkom B1I!

Weekplanning B1I

Week 36	Week 37	Week 38	Week 39	Week 40	Week 41	Week 42
H1 §1	H1 §2	H1 § 3	uitval: Studiedag Herhalen §1 t/m §3	SO H1 §1 t/m §3 §4	SO bespreken+§4	Uitval: Activiteiten week.

Wanneer je van lokaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........

1. Uitzoomen
2. Inzoomen

Schaalniveau:

1. Continentaal
2. Regionaal
3. Nationaal
4. Lokaal

Schaalniveau:

1. Mondiaal
2. continentaal
3. regionaal
4. lokaal

Schaalniveau:

1. Regionaal
2. Lokaal
3. Nationaal
4. Mondiaal

1.3 Iran in de Atlas

Iran in de atlas

Iran in de atlasI

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je:

• Kaarten opzoeken in de atlas
  
• Informatie uit kaarten en bronnen halen.
• De aarde opdelen in breedte- en lengtecirkels.
  
• Het coördinatenstelsel aflezen.

Samen de atlas verkennen

Hoe ziet een kaart in de atlas eruit?

Altijd een kaartblad  = bladzijdenummer

Meerdere kaarten op één bladzijde? Dan gebruiken we ook letters

Kaart van Nederland over Visserij: 54F 
Bladzijde 54 - kaart F

Hoe ziet een kaart in de atlas eruit?

Bij een grote kaart zijn er hulplijnen = kaartvakken (licht blauwe lijnen) 

In rood genummerd:

Van boven naar beneden: 1,2,3

Van links naar rechts: A,B,C

Handig voor opzoeken van topografische plaatsen op kaarten

In welk kaartvak ligt Algiers?

Algiers ligt in kaartvak D3

Hoe gebruik je de atlas?

4 belangrijke onderdelen:

1. Bladwijzer - snel overzicht van groot gebied
   Voorin de atlas
   
   
2. Inhoudsopgave
3. Topografisch register
4. Trefwoordenregister

Hoe gebruik je de atlas?

4 belangrijke onderdelen:

1. Bladwijzer
2. Inhoudsopgave - als je de titel van de kaart weet
   Blz 2-5
3. Topografisch register
4. Trefwoordenregister

Hoe gebruik je de atlas?

4 belangrijke onderdelen:

1. Bladwijzer
2. Inhoudsopgave
   
3. Topografisch register -  naam van een plaats/gebergte/rivier 
   Blz 268-293  = alfabetische volgorde
4. Trefwoordenregister

Hoe gebruik je de atlas?

4 belangrijke onderdelen:

1. Bladwijzer
2. Inhoudsopgave
   
3. Topografisch register
4. Trefwoordenregister = als je op een onderwerp wilt zoeken
   Blz 294 = alfabetische volgorde

Samen oefenen

1. Welke bladzijde kun je een kaart vinden van de Verenigde Staten ligt?
2. Welke kaart gebruik je als de bevolkingsdichtheid van Nederland wilt weten?
3. In welk kaartvak ligt Mati?

38B

Vanaf pagina 178

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Weet je hoe je de aarde opdeelt in breedteligging en lengteligging.
  
• Weet je welke vier onderdelen uit de atlas heel belangrijk zijn.

Woordenboek

Controleer onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift!

LessonUp

Learnbeat

bladwijzer

inhoudsopgave

topografisch register

trefwoorden register

Aan de slag!

Maak van paragraaf 1.3

vraag  1 t/m 3.

Ben je klaar?

Kijk de opgaven van 1.2 na. 

   

Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

                    Welkom! 

• Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  
• Vooraf aan de les, Zitten volgens de plattegrond leg je alle spullen die je nodig hebt,  op je bureau.
• Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
• Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  
• Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​

Welkom B1I!

Start met het nakijken van de opgaven van 1.2

• KIjk je antwoorden na via Learnbeat.
• Snap je een opgaven niet, stel dan je vraag?
• Snap je alles? 

Nog even oefenen

• In welk kaartvak ligt Haaren?
• Welke kaart moet je gebruiken als je de tempratuur van het Middelandse zeegebied wilt weten. 

124 A

33 E5

Belangrijkste onderdelen in de atlas

Bladwijzer

Waar? aan de binnenkant van de kaft voorin in atlas.

Hoe te gebruiken? snel de bladzijde van een kaart vinden door de ligging al te weten.

Inhoudsopgave

Waar? op bladzijde 2 t/m 5 voorin de atlas.

Hoe te gebruiken? via het land/continent EN het onderwerp een kaart vinden.

Topografisch register

Waar? op bladzijde 268 t/m 293 achterin de atlas.

Hoe te gebruiken? kaarten waar een land, stad, zee, gebergte enz... op staat, zijn op alfabetische volgorde te vinden. Daarachter staat het bladzijde nummer EN het kaartvak.

Trefwoorden register

Waar? op bladzijde 294 en 295 achterin de atlas.

Hoe te gebruiken? kaarten vinden op onderwerp/thema, met bladzijde EN kaartvak.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je:

• Kaarten opzoeken in de atlas
  
• Informatie uit kaarten en bronnen halen.
• De aarde opdelen in breedte- en lengtecirkels.
  
• Het coördinatenstelsel aflezen.

De exacte ligging = absolute ligging

Breedteligging

• De evenaar verdeelt de aarde in   twee delen.
• NB = noorderbreedte = noordelijk   halfrond, van evenaar tot   Noordpool
• ZB = zuiderbreedte = zuidelijk   halfrond, van evenaar     tot Zuidpool  

Breedtegraden

• Cirkels rond de aarde in de breedte   heten breedtecirkels = paralellen.
• Deze liggen tussen de 0º graden = Evenaar   tot 90º graden = Noord- en Zuidpool.
• Een lage breedte is 0º tot 30º graden.
• Een hoge breedte is 60º tot 90º graden.

                    Welkom! 

• Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  
• Vooraf aan de les, Zitten volgens de plattegrond leg je alle spullen die je nodig hebt,  op je bureau.
• Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
• Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  
• Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​

Welkom B1I!

Wat gaan we doen deze les.

We gaan verder met het laatste stukje van paragraaf 1.3

Leerdoel: 

Aan het eind van de les weet je hoe je de aarde opdeelt in breedte- en lengtecirkels.

Hoe wordt deze  lijn genoemd?

1. evenaar
2. breedtelijn
3. noordpool
4. zuidpool

------------------------------

--------------------------------

60 graden ZB

Noorderbreedte

NB

Noordelijk halfrond

Zuidelijk halfrond

Noorderbreedte

Zuiderbreedte

Breedteligging

• De evenaar verdeelt de aarde in   twee delen.
• NB = noorderbreedte = noordelijk   halfrond, van evenaar tot   Noordpool
• ZB = zuiderbreedte = zuidelijk   halfrond, van evenaar     tot Zuidpool  

Breedtegraden

• Cirkels rond de aarde in de breedte   heten breedtecirkels = paralellen.
• Deze liggen tussen de 0º graden = Evenaar   tot 90º graden = Noord- en Zuidpool.
• Een lage breedte is 0º tot 30º graden.
• Een hoge breedte is 60º tot 90º graden.

Lengteligging

• De nulmeridiaan verdeelt de aarde in twee delen.
• OL = oosterlengte = oostelijk halfrond, van de nulmeridiaan naar het oosten
• WL = westerlengte = westelijk halfrond, van de nulmeridiaan naar het westen

Lengtecirkels

• Deze lengtelijnen die cirkels     vormen over de aarde, heten ook   wel meridianen.
• Deze lopen van 0º graden   nulmeridiaan tot 180º graden,   naar het oosten en het westen.

herhaling!

breedtegraden

lengtegraden

Verticaal

Horizontaal

Meridianen

Parallellen

Evenaar

Nulmeridiaan

NB + ZB

WL + OL

180 in aantal

360 in aantal

Woordenboek

Controleer onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift!

LessonUp

Learnbeat

evenaar

noordelijk halfrond

zuidelijk halfrond

Noordpool

Zuidpool

breedtegraad

breedtecirkel

parallel

breedteligging

noorderbreedte (NB)

zuiderbreedte (ZB)

lengteligging

meridianen

lengtecirkels

nulmeridiaan

westenlengte (WL)

westelijk halfrond

oosterlengte (OL)

oostelijk halfrond

lage breedte

hoge breedte

Aan de slag!

Lees: theorie van 1.3

Maak :  paragraaf 1.3

vraag  1 t/m 9 

Ben je klaar?

Kijk de opgaven van 1.2 na. 

   

Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Coordinaten in de atlas!

Oefenen met coördinaten

Neem blz 214 voor je uit je Alcarta atlas en zoek de coördinaten:

1. 0 B - 120 OL (eiland)

2. 40 WL - 70 NB (eiland/land)

3. 80 WL - 40 NB (gebergte)

4. 20 ZB - 120 OL (woestijn)

5. 20 NB - 60 OL (water)

Sulawesi - Groenland - Appalachen - Grote Zandwoestijn - Arabische Zee

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• weet je hoe je de aarde opdeelt in breedteligging en lengteligging
• weet je welke vier onderdelen uit de atlas heel belangrijk zijn

De Iraanse vlag herhaalt de zin “Allah is groot’

22 keer in het Arabisch. 

Dankzij dit, wordt de vlag van Iran beschouwd als de leider onder alle vlaggen!

Aan de slag!

Maak van paragraaf 1.3

vraag 1, 2, 6 en 7.

   

Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Klassenstrijd

Zoek in tweetallen zoveel mogelijk setjes coördinaten op en noteer de gevonden landen EN hoofdsteden.

Het tweetal die de meeste coördinaten goed heeft. 

Heeft gewonnen!