Herhaling toetsweek 3, 1mh hoofdstuk 5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Herhaling / oefentoets H5, 1mh

De tijd van steden en staten duurt van..

1. 500-1000
2. 1000-1500
3. 750-1250
4. 500-1500

Landbouwstedelijke samenleving

Hoort er niet bij

De meeste mensen leven van de landbouw

De meeste mensen wonen in de stad

De mensen in de stad leven van ambachten

Mensen in de stad leven van handel

In de tijd van steden en staten was er dus een landbouwstedelijke samenleving, is dit een verandering of continuïteit

1. Verandering
2. Continuïteit

Waardoor kon de bevolking snel groeien

1. Door de nieuwe werktuigen
2. Mensen stierven eerder
3. Doordat er meer landbouwgrond gebruikt werd
4. Doordat het een gunstige tijd was

De kerk leerde dat iemand sneller in de hemel kwam door een aflaat te kopen

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een pogrom?

Einde investituurstrijd

Amsterdam krijgt stadsrechten

Kruistocht naarJeruzalem

Begin uitbreiding landbouwgrond

1099

1275

1122

1000

Wie won de investituurstrijd?

1. De paus
2. De vorsten
3. De bisschop
4. Karel de Grote

Welke taak hadden de schepenen en de burgemeester?

Als je belasting betaalde mocht je burger worden van en stad

1. Juist
2. Onjuist

Als je een halfjaar in een stad woonde mocht je burger worden van de stad

1. Juist
2. Onjuist

Leg uit wat het vagevuur is. Gebruik de begrippen aflaat en liefdadigheid in je antwoord

Wat is de betekenis van centralisatie?

1. De adel krijgt meer macht
2. Het land wordt vanuit één punt bestuurd
3. Een gebied wordt niet als eenheid bestuurd
4. Hier worden bisschoppen benoemd

In de tijd van monniken en ridders was er een...

1. Landbouwsamenleving
2. Landbouwstedelijke samenleving

Ik heb er vertrouwen in dat mijn toets gs goed gaat komen.

😒🙁😐🙂😃

Ik verwacht het volgende cijfer voor mijn komende toets GS:

010