H10 Werktuigen

Eenvoudige hefboom
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Eenvoudige hefboom

Slide 1 - Diapositive

Moment
Het moment is de kracht ten opzichte van een draaipunt.
Het moment is 
Kracht x arm
ofwel:
M = F x l
Dicht bij het draaipunt een grote kracht
Ver van het draaipunt af een kleinere kracht

Slide 2 - Diapositive

Evenwicht - voorbeelden
1
2

Slide 3 - Diapositive

Hefbomen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

a) even groot als
b) groter dan
c) kleiner dan

Slide 6 - Diapositive

A) even groot als
B) groter dan
C) kleiner dan
B
C

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

A) even groot als
B) groter dan
C) kleiner dan

Slide 9 - Diapositive

A) even groot als
B) groter dan
C) kleiner dan
B

Slide 10 - Diapositive

Fx l1 = F2 x l2
100 x 40 = 40 x 100
400 Ncm = 400 Ncm

F1 x l1 = F2 x l2
100 x 50 = ? x 100
500 Ncm = ? Ncm

Slide 11 - Diapositive

Enkele hefboom
Een schroevendraaier om een verfblik open te maken is een enkele hefboom. Er is maar één hefboom die om het draaipunt beweegt.


Slide 12 - Diapositive

Een dubbele hefboom
Een nijptang bestaat uit een dubbele hefboom.
Bereken de kracht op de spijker.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Lisa heeft 6 blokjes van 10g. Ze hangt de drie blokjes aan linkerkant aan haakje 1. Dit is 3 cm van het draaipunt. Hoe groot is het moment?

Slide 17 - Diapositive

Lisa heeft 6 blokjes van 10g. Ze hangt de drie blokjes aan linkerkant aan haakje 1. Dit is 3 cm van het draaipunt. Hoe groot is het moment?

1) F = (((3x10):1000)x10) = 0,3N
    l = 3 cm
2) M
3) M = F x l
4) M = 0,3 x 3
5) M =  0,9 Ncm

Slide 18 - Diapositive

Vaste katrollen
Met een vaste katrol kun je de richting van de kracht veranderen. Je kan het gewicht omhoog trekken of als het gewicht omhoog getrokken is, laten zakken. Je ziet dat je met dezelfde hoeveelheid Newton moet trekken als de massa van het voorwerp.Door aan het touw te hangen kun je extra kracht maken. 

Slide 19 - Diapositive

Vaste katrol
Verandert alleen richting van de kracht
(niet de grootte van de kracht)

Slide 20 - Diapositive

Losse katrol
In de afbeelding hiernaast zie je naast de vaste katrol ook een losse katrol. Een combinatie van een vaste en losse katrol heet een takel. Bij een losse katrol verander je de richting van  de kracht niet. Als je goed kijkt in de afbeelding zie je dat de kracht van het gewicht (100N = 10 kg) verdeeld wordt over de 2 touwen tussen de katrollen. Dit betekent dat je met minder kracht ( 50N ) het gewicht omhoog kunt trekken.

Slide 21 - Diapositive

Te zwaar... gebruik dan een takel

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Samenvatting:
Bij een takel geldt de regel:
Als het voorwerp aan 
N stukken touw hangt, 
wordt de hijskracht N x zo groot 
en de hijsafstand N x zo klein.

Slide 24 - Diapositive

Druk
kracht / oppervlakte (N/m2)

Slide 25 - Diapositive

De invloed van de kracht en de oppervlakte op de druk van een voorwerp op de ondergrond uitleggen, ten minste:
- veiligheidsgordel
- veiligheidshelm
- rijplaten
- rupsband
- tractorbanden
- mes
- punaise

Slide 26 - Diapositive

Druk
F = p x A                 p = F / A              A = F / p

F = kracht in Newton (N)
p = druk in Newton per vierkante (centi)meter (N/m2)(N/cm2)
A = oppervlakte in vierkante meter/centimeter (m2)(cm2)

(BINAS TABEL 6 t/m 10)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet (zie afb 1) De baksteen oefent steeds druk uit op de grond. Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?
A
De druk is bij 1 het grootst en bij 2 het kleinst.
B
De druk is bij 1 het grootst en bij 3 het kleinst.
C
De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
D
De druk is in alle drie de situaties even groot.

Slide 30 - Quiz