Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefentoets spelling AG11
1. Dictee
Je krijgt nu tien vragen over dicteewoorden. Kies het correct geschreven woord. Opgave 1 op je toets zal op deze manier gaan.
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1. Dictee
Je krijgt nu tien vragen over dicteewoorden. Kies het correct geschreven woord. Opgave 1 op je toets zal op deze manier gaan.
Slide 1 - Diapositive
Welk woord is correct geschreven?
A
devilé
B
defilé
C
defilee
D
devilee
Slide 2 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
sousterrain
B
soutterain
C
souterain
D
souterrain
Slide 3 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
Tweedekamer
B
Tweede kamer
C
Tweede Kamer
D
tweede kamer
Slide 4 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
waterreservoir
B
watereservoir
C
waterresservoir
D
waterreservoire
Slide 5 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
zee egel
B
zeeëgel
C
zee-egel
D
zeeegel
Slide 6 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
openingceremonies
B
openingsceremonie-en
C
openingsceremonieën
D
openingsceremoniën
Slide 7 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
openingceremonies
B
openingsceremonie-en
C
openingsceremonieën
D
openingsceremoniën
Slide 8 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
Bevrijdingsdag
B
bevrijdingsdag
C
Bevrijdingdag
D
bevrijdingdag
Slide 9 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
Bevrijdingsdag
B
bevrijdingsdag
C
Bevrijdingdag
D
bevrijdingdag
Slide 10 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
appartement
B
apartemment
C
apartement
D
appartemment
Slide 11 - Quiz
2. Meervouden
Slide 12 - Diapositive
Waarom wordt 'abonnee' -->
'abonnees' maar 'tosti' --> 'tosti's'?
Slide 13 - Question ouverte
Waarom wordt 'baby' --> 'baby's maar 'jockey' --> 'jockeys'?
Slide 14 - Question ouverte
3. Bijvoeglijke naamwoorden
Slide 15 - Diapositive
Zij heeft een (goud) ketting en een (zilver) armband
A
goude, zilveren
B
gouden,zilveren
C
goude, zilvere
D
gouden, zilvere
Slide 16 - Quiz
Een (mooi) boek is een goed idee voor deze (serieus) jongen.
A
mooie, serieuze
B
mooie, serieuse
C
mooi, serieuze
D
mooi, serieuse
Slide 17 - Quiz
4. Verkleinwoorden
Slide 18 - Diapositive
Een kleine koning is een
A
Koninkje
B
Koningetje
C
Koningtje
D
Koningkje
Slide 19 - Quiz
Een kleine oma is een
A
oma'tje
B
omatje
C
omaa'tje
D
omaatje
Slide 20 - Quiz
een kleine hobby is een
A
hobbietje
B
hobbytje
C
hobby'tje
D
hobbitje
Slide 21 - Quiz
Een kleine tosti is een
A
tosti'tje
B
tostietje
C
tostitje
D
tostie'tje
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling jaar 1
Août 2018
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Klas 1 - spelling - meervouden (2)
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 9 Meervouden
Août 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Spelling 6.5 - 2 kgt
Juin 2018
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Oefentoets Sprong 3
Février 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Wiskunde
Lager onderwijs
Klas 3G/T, H5 Spelling: verkleinwoorden en afkortingen
Juin 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Taalverzorging hoofdstuk 5 Verkleinwoorden en afkortingen
Mai 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3DA NED Herhaling Taallab les 21
Avril 2024
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs