rekenen 21 januari 2021
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de som naar het goede antwoord!
7
14
21
28
35
42
49
56
63
70
1 x 7 =
2 x 7 =
3 x 7=
4 x 7 =
5 x 7 =
6 x 7 =
7 x 7 =
8 x 7=
9 x 7 =
10 x 7 =
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
1/4 deel van 240 =
A
80
B
48
C
50
D
60
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Marleen heeft 10 pakjes met 1/5
liter appelsap.
Hoeveel liter is dat?
liter appelsap.
Hoeveel liter is dat?
A
1 liter
B
2 liter
C
5 liter
D
2,5 liter
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Tel op: 2 kilo + 800 gram + 0,8 kilo + 400 gram. Hoeveel kilo is dit samen?
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
1 liter is ... centiliter
A
10 centiliter
B
1 centiliter
C
100 centiliter
D
0,1 centiliter
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de sommen naar het goede antwoord.
5
2
8
4 x .. = 20
6 x .. = 12
3 x .. = 24
24 : 3 = ..
20 : 4 = ..
12 : 6 = ..
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
283 - 99 =
Welke berekening is goed?
Welke berekening is goed?
A
283 - 100 + 1=
B
283 - 100 -1 =
Slide 8 - Quiz
Je maakt van 99 een rond getal: 100. Als je 100 van 283 aftrekt, heb je er 1 te veel afgetrokken. Die moet je er dan later weer bij optellen.
Een zak drop van 1 kg wordt verdeeld over 20 kleine zakjes.
Welk gewicht aan drop zit er in 1 zakje?
Welk gewicht aan drop zit er in 1 zakje?
A
500 g
B
50 g
C
0,05 kg
D
een pond
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sem moet €12,75 betalen. Hij betaalt met 50 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
A
37 euro en 75 cent
B
37 euro en 25 cent
C
75 euro en 37 cent
D
12 euro en 75 cent
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g
Slide 11 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Elias is oude munten aan het uitzoeken. De munten zijn nog geld waard. Wat is de totale waarde van deze munten? Dit zijn de waardes:
60 cent, 70 cent, 50 cent, 25 cent en 175 cent
60 cent, 70 cent, 50 cent, 25 cent en 175 cent
A
380 cent
B
680 cent
C
240 cent
D
960 cent
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
42+41=
63+62=
2012+204=
82+82=
43
65
2016
84
83
4016
164
125
123
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
In een bos rozen zitten 10 gele en 4 roze rozen. Dana wil een bos maken met 30 gele rozen. De verhouding blijft gelijk.
Hoeveel roze rozen moet zij pakken?
Hoeveel roze rozen moet zij pakken?
A
8
B
12
C
30
D
34
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Je verdeelt 75 euro met 3 mensen. Je verdeelt het eerlijk. Dus iedereen krijgt?
A
35-35-35
B
15-15-15
C
25-25-25
D
20-25-30
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoeveel is het getal 1 waard in het getal: 10.758
A
100.000
B
10.000
C
1000
D
10
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat moet erbij?
888 + ........ = 1000
888 + ........ = 1000
A
212
B
22
C
112
D
122
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
