30 vragen buik

30 vragen sprint 5 buik
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

30 vragen sprint 5 buik

Slide 1 - Diapositive


wat is reflux?
A
het doorslikken van voedsel
B
voedsel dat weer terugstroomt
C
het gevoel hebben te moeten braken
D
braken

Slide 2 - Quiz


wat is een maagzweer?
A
beschadiging van het maagslijmvlies
B
litteken op de maag
C
wondje in de maag
D
maag verdraaiing

Slide 3 - Quiz

waardoor worden maagzweren veroorzaakt?
A
parasiet
B
geen reden voor
C
virale infectie
D
bacteriële infectie

Slide 4 - Quiz

kan maagzuur de genezing van maagaandoeningen tegengaan?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz


wat zijn secretieremmers?
A
middelen die maagzuur productie stimuleert
B
middelen die maagzuur productie remmen
C
middelen tegen maagaandoeningen

Slide 6 - Quiz


bij diarree is er sprake van...?
A
een versnelde darmperistaltiek
B
ontsteking van de dikke darm
C
teveel drinken
D
te weinig vocht dat wordt onttrokken

Slide 7 - Quiz

bij welke ziekte is de ontsteking van mond tot kont?
A
colitis ulcerosa
B
crohn

Slide 8 - Quiz

prednisolon wordt gebruikt bij de ziekte...?
A
urolithiasis
B
cholelithiasis
C
crohn
D
colitis ulcerosa

Slide 9 - Quiz

wordt medicatie bij colitis ulcerosa liever oraal of rectaal toegediend?
A
oraal
B
rectaal

Slide 10 - Quiz


waarvoor dient de spijsvertering?
A
voedingsstoffen afbreken
B
zodat belangrijke voedingsstoffen in het bloed terecht komen
C
om ons lichaam aan het werk te houden
D
zodat we afvalstoffen binnen krijgen

Slide 11 - Quiz

welke functies hebben voedingsstoffen?
A
bouwstoffen
B
afbraak energie
C
energieleverende stof
D
regulerende stof

Slide 12 - Quiz

waardoor ontstaat de Engelse ziekte (rachitis)?
A
tekort aan vitamine C
B
tekort aan vitamine D
C
tekort aan koolhydraten
D
tekort aan eiwitten

Slide 13 - Quiz

hoe verloopt het verbrandingsproces in een cel?
A
brandstof + C2O > energie + H2O
B
brandstof + energie > zuurstof + C2O en H2O
C
brandstof + zuurstof > energie + C2O en H2O
D
geen van allen klopt

Slide 14 - Quiz

kunnen we de energie die vrijkomt bij verbranding gebruiken voor de handhaving van ons lichaamstemperatuur?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

zijn eiwitten onder te verdelen in plantaardige en dierlijke eiwitten?
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz


waarvoor doen eiwitten vooral dienst?
A
energie
B
bouwstof
C
zuurstof
D
brandstof

Slide 17 - Quiz

oesophagus is de latijnse benaming voor...?
A
mond
B
maag
C
slokdarm
D
dunne darm

Slide 18 - Quiz

de dunne darm bestaat uit het duodenum, jejunum en ileum
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

galproductie vindt plaats in de galblaas
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

een stoma kan alleen verbonden worden met de dikke darm
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz


wat is een endoscopie?
A
onderzoek waarbij in het lichaam wordt gekeken
B
onderzoek waarbij buiten het lichaam wordt gekeken
C
onderzoek van de dikke darm
D
onderzoek van de maag

Slide 22 - Quiz

kan er tijdens een endoscopie gelijk wat gedaan worden?
A
nee, het is alleen een kijkonderzoek
B
ja, een punctie
C
ja, een biopt
D
nee, dat moet operatief

Slide 23 - Quiz

bij koliekpijn heb je de behoefte stil te zitten en niet te bewegen
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

peritoneale prikkeling is pijn veroorzaakt door prikkeling van...?
A
organen
B
slijmvlies
C
buikvlies
D
geen van allen

Slide 25 - Quiz


bij urolithiasis heb je last van koliekpijn
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

bij peritoneale prikkeling heb je de behoefte in 1 houding te blijven en niet te bewegen
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz


wat is een chemische peritonitis?
A
buikvlies perforatie
B
buikvlies ontsteking
C
maag- darm ontsteking
D
maag- darm perforatie

Slide 28 - Quiz

wat raakt ontstoken bij een maag- darm perforatie?
A
het buikvlies
B
de buikwand
C
maag/darm zelf
D
geen van allen

Slide 29 - Quiz

nierstenen plas je over het algemeen vanzelf weer uit
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz