17. 14 mrt: Herhaling 2

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, handboek, verhalenbundel

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, handboek, verhalenbundel

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Herhaling les 21, 22
  • teksten 3-5 
  • thema + personages, gebeurtenissen, ruimte 
Vandaag vrijdag 14 maart:

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Lesstof PTO2
Communicatie: 
les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 
les 1, 2, 3 
les 11, 12, 13, 14
Communicatie: 
les 2, 3, 4, 5, 6



Slide 3 - Diapositive

havo
Communiceren doe je samen 2
Opdracht: 
  • Lees de alinea. 
  • Vul de argumentatiestructuur in. 
Let op: het standpunt en een subargument zijn al ingevuld.  

Tip: zet haken om de argumenten in de tekst. Daarna pas in een structuur zetten. 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 21: Argumentatieschema
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.

3 typen: 
1. Kenmerken
2. Vergelijking
3. Causaliteit

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je aantekeningen van les 21 erbij en vul dit schema in. 
Type schema
Uitleg
Kritische vraag!
Kenmerken
Vergelijking
Causaliteit
timer
6:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Kenmerken
  • kenmerken
  • voorbeelden
  • voor- en nadelen
Kritische vraag: 
  • Is het wel kenmerkend?

2. Vergelijking
  • vergelijking
Kritische vraag:
  • Zijn er ook verschillen? 
  • Zijn die groter dan de overeenkomsten? 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 3.  Causaliteit 
  • oorzaak en gevolg
  • doel-middelrelatie

Kritische vraag: 
  • Leidt de oorzaak wel tot het gevolg?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Les 22: drogredenen

Wat is een drogreden? 
  • Een discussiefout / een verkeerde manier van argumenteren / een debattruc
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Les 22: drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 
Maak de opdracht op de achterkant van je blad. 
timer
6:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Opdracht bespreken
1. "De burgemeester zegt dat er geen problemen zijn met de veiligheid in de stad, dus we kunnen haar niet tegenspreken." 
  •  autoriteitsargument
2. "We moeten ofwel een strengere lockdown invoeren, ofwel alles opnieuw in chaos laten eindigen." 
  • vals dilemma
3. "Als we nu geen belastingverlaging doorvoeren, zal ons land net zo slecht worden als dat arme, failliete land in Afrika."
  • verkeerde vergelijking

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Opdracht bespreken
4. "Mijn vriendin is vegetarisch en heeft geen energie, dus vegetariërs hebben altijd een tekort aan energie." 
  • overhaaste generalisatie 
5. "Je kunt wel zeggen dat mijn theorie niet klopt, maar jij kunt niet bewijzen dat de mijne niet waar is." 
  • ontduiken van bewijslast
6. "We weten allemaal dat deze wet werkt, omdat iedereen zegt dat deze wet het probleem oplost."
  • cirkelredenering

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Pak je verhalenbundel erbij

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
3. Personages
  • Hoofdpersonen
  • Bijpersonen
  • Round character (vol)
  • Flat character (plat)
  • Expliciet
  • Impliciet


4. gebeurtenissen
  • plot
  • verhaalstructuur
  • chronologie
  • causaliteit
5. ruimte
  • Ruimte / setting
  • geografische ruimte
  • sfeerscheppende ruimte 
  • (versterkend versus 
  • contrasterend)
  • sociale ruimte
  • symbolische ruimte
  • Weer

  • thema
Naar de overkant
1. Noem een thema. 
2. Beschrijf de ruimte in dit verhaal in drie zinnen. 
3. Geef het plot (verhaallijn). 



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
3. Personages
  • Hoofdpersonen
  • Bijpersonen
  • Round character (vol)
  • Flat character (plat)
  • Expliciet
  • Impliciet


4. gebeurtenissen
  • plot
  • verhaalstructuur
  • chronologie
  • causaliteit
5. ruimte
  • Ruimte / setting
  • geografische ruimte
  • sfeerscheppende ruimte 
  • (versterkend versus 
  • contrasterend)
  • sociale ruimte
  • symbolische ruimte
  • Weer

  • thema
Arabische thriller
1. Noem een thema. 
2. Beschrijf de ruimte in dit verhaal in drie zinnen. 
3. Wie is de hoofdpersoon en wie zijn bijpersonen? 



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
3. Personages
  • Hoofdpersonen
  • Bijpersonen
  • Round character (vol)
  • Flat character (plat)
  • Expliciet
  • Impliciet


4. gebeurtenissen
  • plot
  • verhaalstructuur
  • chronologie
  • causaliteit
5. ruimte
  • Ruimte / setting
  • geografische ruimte
  • sfeerscheppende ruimte 
  • (versterkend versus 
  • contrasterend)
  • sociale ruimte
  • symbolische ruimte
  • Weer

  • thema
Zwarte kerst
1. Noem een thema. 
2. Beschrijf de ruimte in dit verhaal in drie zinnen. 
3. Geef het plot (verhaallijn). 




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle begrippen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
1. Tijd 
  • Flashback
  • Flash forward
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging
  • Vertelde tijd
  • Verteltijd

 2. Vertelperspectief
  • Ik-perspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetend perspectief
  • Meervoudig perspectief
  • (Onbetrouwbaar perspectief)
3. Personages
  • Hoofdpersonen
  • Bijpersonen
  • Round character (vol)
  • Flat character (plat)
  • Expliciet
  • Impliciet


4. gebeurtenissen
  • plot
  • verhaalstructuur
  • chronologie
  • causaliteit
5. ruimte
  • Ruimte / setting
  • geografische ruimte
  • sfeerscheppende ruimte 
  • (versterkend versus 
  • contrasterend)
  • sociale ruimte
  • symbolische ruimte
  • Weer

  • thema
  • motief

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Les 19: overtuigen
  • waarderende en feitelijke uitspraken
  • Argumenteren
  • Standpunt
  • Argumenten
  • Argumentatie/ betoog/ redenering

 Les 20: argumentatiestructuur
  • Enkelvoudig
  • Onderschikkend
  • Nevenschikkend afhankelijk
  • Nevenschikkend onafhankelijk
  • Verzwegen argument
Les 21: argumentatieschema
  • 1. Kenmerken
  • 2. Vergelijking
  • 3. Causaliteit

Les 22: drogredenen
  • Drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
Herhaling les 21, 22
teksten 3-5
thema + personages, gebeurtenissen, ruimte 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions