5.2 - Europa wordt christelijk

5.2 Europa wordt christelijk
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.2 Europa wordt christelijk

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Heb je goed geleerd? Begrippen en quizvraag
- Uitleg 5.2
- Quiz van 5.2

 

Slide 2 - Diapositive

Allereerst: Heb je goed geleerd?
We gaan eens kijken.

Slide 3 - Diapositive

Welk begrip hoort bij de omschrijving: als iets van ouders op kinderen overgaat?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekend leenstelsel?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekend leenman?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekend domein?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een hofstelsel?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe noem je het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen?
A
domeinstelsel
B
heerstelsel
C
hofstelsel
D
leenstelsel

Slide 9 - Quiz

Wat is een ander begrip voor hofstelsel?
A
Leenstelsel
B
Domeinstelsel

Slide 10 - Quiz

5.2 Europa wordt christelijk

Slide 11 - Diapositive

Verspreiding Christendom

Slide 12 - Diapositive

Wat is je opgevallen aan de kaart?
timer
2:00

Slide 13 - Question ouverte

5.2 Europa wordt christelijk
Leerdoelen
1. Je weet op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
2. Je weet hoe Bonifatius de positie van de kerk versterkte
3. Je kunt beschrijven hoe heel Europa christelijk werd
4. Je weet hoe Germaanse tradities bleven bestaan
5. Je kunt beschrijven waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving

Onderwerp
De verspreiding van het christendom in Europa

Slide 14 - Diapositive

1. Verspreiding christendom NL
690: Willibrord gaat naar NL met een groep missionarissen om NL (Midden en Noord) te gaan bekeren

Pepijn gaf toestemming aan de missionarissen en stuurde soldaten ter bescherming. Ze werkten vanuit Utrecht

Willibrord werd benoemd tot aartsbisschop en liet op verschillende plekken kerken bouwen

Nederlanders hadden een polytheïstische godsdienst

Christenen: Germanen hebben niet het juiste geloof en werden heidenen genoemd

Slide 15 - Diapositive

Wat is een aartsbisschop?
A
Leider van een groep bisschoppen
B
geestelijke die afgescheiden van de samenleving leeft, meestal in een klooster
C
lage geestelijke die de leiding heeft over een groep gelovigen
D
vrouwelijke monnik

Slide 16 - Quiz

Wie was Willibrord?
A
Hij was een non die de Franken probeerde te bekeren.
B
Hij was een non die de Friezen probeerde te bekeren.
C
Hij was een monnik die de Franken probeerde te bekeren.
D
Hij was een monnik die de Friezen probeerde te bekeren.

Slide 17 - Quiz

2. Bonifatius
Ook Bonifatius gaat als missionaris naar NL en ging daarna naar Duitsland.

Hij hakte een Germaanse boom om die zij vereerden en bewees dat er niks gebeurde

Werd aartsbisschop in Duitsland  en verdeelde het land in kerkprovincies

Christendom werd steeds belangrijker, maar hij werd in 754 vermoord

Slide 18 - Diapositive

Bonifatius was een
A
missionaris
B
heiden
C
Kersten
D
edelman

Slide 19 - Quiz

Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste apostel
Willibrord
Bonifatius
saksen
Donareik
Friezen
Dokkum
Duitsland
Utrecht
Bisdom
Utrecht

Slide 20 - Question de remorquage

3. Christelijk Europa
Missionarissen: heidenen zullen eeuwig pijn lijden in de hel, toch was er veel verzet -> ze werden gezien als indringers

Kerken worden in brand gestoken en missionarissen worden vermoord door de Friezen en Saksen (Germanen) 
-> ze probeerden dus eerst vorsten te bekeren (waarom?)

Bij Karel de Grote bekeerden er veel mensen zich

Je kon Christen worden door te worden gedoopt

1000: bijna heel Europa is christelijk en hierdoor stoppen de Vikingen met hun plundertochten

Slide 21 - Diapositive

4. Vermenging van culturen
Germaanse tradities blijven bestaan, terwijl het Christendom zich langzaam verspreid
-> vermenging Germaans en christelijke cultuur

Bijvoorbeeld:
- Christelijke en Germaanse feesten worden op dezelfde dag gevierd (Pasen en Kerst)
- Mensen blijven geloven in feeën en kabouters
- Dagen van de week


Slide 22 - Diapositive

Wat past bij het Germaanse geloof en wat bij het christendom? Maak de juiste combinaties door te slepen.
Germaanse godsdienst
Christendom
Geloofsfeest is Kerstmis
Vereren God in kerken
Geloofsfeest is Midwinter
Vereren de God(en) bij heilige bomen
Geloven in één God
Geloven in natuurgoden

Slide 23 - Question de remorquage

5. Invloedrijke geestelijken
Paus -> aartsbisschoppen -> bisschoppen -> pastoors

Geestelijkheid had veel invloed op de samenleving: pastoor legt uit hoe je moet leven in een preek en alleen zij konden lezen en schrijven, waardoor ze hoge functies hadden

Monniken en nonnen leefden in kloosters. Ze werkten en bidden alleen maar. Ze schreven christelijke of klassieke teksten over -> 'monikkenwerk'

De kerk werd rijk door geschenken van vorsten en edelen en werden er kloosters gesticht

Slide 24 - Diapositive

Wat was geen geestelijke?
A
Non
B
Abt
C
Pastoor
D
Vazal

Slide 25 - Quiz

maak de juiste combinatie
Geestelijke
Paus
Monnik
Bonifatius
Woont in een klooster.
Hoogste leider van de kerk.
Wilde de Friezen bekeren.
legde uit wat in de bijbel staat.

Slide 26 - Question de remorquage

De grote quiz!
Succes!

Slide 27 - Diapositive

Hoe kon het christendom
zich snel verspreiden?
A
Er werden veel boeken over geschreven
B
Christenen maakten gebruik van postduiven
C
Er heerste vrede en de wegen waren goed
D
De christenen hadden al een Facebook-pagina

Slide 28 - Quiz

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 29 - Quiz

Wie verspreidden het christendom?
A
bisschoppen
B
ridders
C
Missionarisen
D
pausen

Slide 30 - Quiz

De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Bestuurlijke
C
Religieuze

Slide 31 - Quiz

Het Christendom is
A
Polytheïstisch
B
Monotheïstisch

Slide 32 - Quiz

De Germanen verzetten zich tegen het christendom omdat..
A
ze de missionarissen niet mochten.
B
zij de missionarissen als indringers zagen

Slide 33 - Quiz

Hoe verspreiden missonarisen het christendom?
A
Ze reisden door de gebieden en vertelde over het geloof
B
Ze gaven les in schrijven en over de Bijbel
C
Ze vertaalde de Bijbel voor de mensen

Slide 34 - Quiz

maak de juiste combinatie
Geestelijke
Paus
Monnik
Bonifatius
Woont in een klooster.
Hoogste leider van de kerk.
Wilde de Friezen bekeren.
legde uit wat in de bijbel staat.

Slide 35 - Question de remorquage

Christendom
Germaanse geloof
Meerdere goden
Één God
Natuurgodsdienst
´Heidenen´
Monniken
Bonifatius
Geloof in hemel en hel
Heilige bomen

Slide 36 - Question de remorquage

Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste apostel
Willibrord
Bonifatius
saksen
Donareik
Friezen
Dokkum
Duitsland
Utrecht
Bisdom
Utrecht

Slide 37 - Question de remorquage

wat klopt niet over Willibrord en Bonifatius.
A
Beiden maken gebruik van wonderen.
B
Beiden komen uit Schotland
C
Beiden hebben geprobeerd de Friezen te bekeren

Slide 38 - Quiz

jagers en boeren
Grieken en Romeinen
monniken en ridders
Otzi de ijsman
Karel de Grote
Bonifatius
Octavianus
Socrates
Mohammed
Jeanne
D'arc

Slide 39 - Question de remorquage